Jan Vlaanderen

1904-1944

Portretfoto Jan Vlaanderen, bron Vereniging Oud-Scherpenzeel.JPG

Slachtoffer van de oorlog

Is 40 jaar geworden

Geboren op 14-08-1904 in Scherpenzeel 

Overleden op 25-11-1944 in Woudenberg 



Laatste adres
Scherpenzeel

Afbeeldingen

Afbeelding toevoegen?

Klik hier

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Slachtoffers van een geallieerd bombardement

Jan Vlaanderen is geboren te Scherpenzeel op 14 augustus 1904 Woudenberg als zoon van Willem Vlaanderen, een landarbeider en Berendina Snitselaar. Over Jan van Aalten is eigenlijk niet zo veel bekend. Hij komt uit een arbeidersgezin met 8... Lees meer

Jan Vlaanderen is geboren te Scherpenzeel op 14 augustus 1904 Woudenberg als zoon van Willem Vlaanderen, een landarbeider en Berendina Snitselaar. Over Jan van Aalten is eigenlijk niet zo veel bekend. Hij komt uit een arbeidersgezin met 8 kinderen, maar is zelf kennelijk nimmer getrouwd, althans hij wordt in 1940 op zijn identiteitsbewijs nog vermeld als “vrijgezel”. Jan werkt als knecht bij de brandstoffen-handelaar Kees Valkenburg aan de Marktstraat. Op zijn identiteitsbewijs noemt hij zich “brandstoffenhandelaarsknecht”. De beide mannen worden opgeroepen en verplicht te werk gesteld aan de Grebbelinie. Zij komen aan het werk bij de versterkingen aan de linie bij de spoorlijn Amersfoort-Kesteren nabij de Bruinenburgersluis. Ook nu nog ligt in de onmiddellijke nabijheid van de sluis een grote Duitse bunker van het type R703. Misschien hebben de beide Jannen wel aan deze bunker gewerkt?

Op begraafplaats De Glashorst is de grafsteen te vinden van Jan van Aalten. Hij is overleden op 25 november 1944 en op de grafsteen staat de vermelding “hier ter plaatse door een bombardement om het leven gekomen”. De eerste vraag die dit misschien direct oproept is: “een bombardement in 1944? In Scherpenzeel? Waar dan?”. De oplettende bezoeker van de begraafplaats ziet misschien ook dat vóór deze grafsteen een grafsteen staat met exact dezelfde datum van overlijden. Dit is de grafsteen van Jan Vlaanderen. Reden genoeg om dit eens nader te onderzoeken. Hiervoor moeten we eerst even naar de Grebbelinie. Pantherstellung Ná de oorlogshandelingen in mei 1940 word de Grebbelinie een beetje aan z’n lot over gelaten. Het aanwezige oorlogsmateriaal wordt door de Duitsers opgeruimd en andere achtergebleven materiaal wordt door de boeren in de omgeving dankbaar gebruikt om hun boerderijen weder op te bouwen en om beschadigingen te herstellen. De Grebbelinie zelf wordt langzaam maar zeker weer door de natuur ingenomen. Op dinsdag 6 juni 1944 vinden de geallieerde landingen in Normandië plaats, de operatie Overlord, later bekend als D-day. Het is de grootste amfibische invasie in de geschiedenis en het begin van de bevrijding van West-Europa. De Duitse supermacht realiseert zich dat zij direct gevaar loopt en Hitler geeft op 30 augustus 1944 het bevel aan Seyss Inquart om de verdediging van het Reich te moderniseren en de bestaande verdedigingslinie, de Westwall, ook wel Siegfriedlinie genoemd, te verlengen.

De Westwall loopt dan van Basel naar Kleef en houdt daar op. Juist omdat noordelijk van Kleef er geen verdedigingswerken zijn vormt dit gebied een onverdedigde toegang tot het Derde Rijk. De verlenging van deze verdedigingslinie krijgt de naam Pantherstellung. Eigenlijk zorgt het frontverloop van de operatie Market Garden (17 – 25 september 1944) ook het uiteindelijke verloop van de Pantherstellung. De linie begint bij Kleef in Duitsland, loopt langs de Rijn via Arnhem naar Wageningen om daar aan te sluiten bij de oude Grebbelinie en in noordelijke richting door de Gelderse Vallei door te lopen om bij Nijkerk het IJsselmeer te bereiken. De Nederlandse kazematten op de Grebbelinie kunnen echter niet voor deze verdediging gebruikt worden omdat deze op het oosten zijn gericht. De nieuw in te richten linie richt zich immers op een geallieerde opmars uit het zuiden en westen. De aloude Grebbelinie moet dus opnieuw ingericht en opgebouwd worden voor deze nieuwe functie. Organisatie Todt Om de gigantische bouwprogramma’s van het Derde Rijk te organiseren is al ruim vóór de oorlog een organisatie opgericht naar militair inzicht. Deze organisatie staat onder leiding van Fritz Todt en wordt ook naar hem vernoemd. De organisatie Todt begint relatief klein met de bouw van de Autobahnen. Naarmate de oorlog vordert wordt het echter een gigantische staatsonderneming. Tot aan het begin van de oorlog is de Organization Todt (OT) een onderdeel van het Ministerie voor bewapening en munitie, maar tijdens de oorlog wordt het bedrijf onafhankelijk van de rijksregering en de partij en krijgt zij zelfs verregaande bevoegdheden. De enige aan wie deze organisatie verantwoording moet afleggen, is de Führer zelf.

Organisatie Todt wordt belast met het realiseren van de Pantherstellung en zij vestigen zich in het najaar van 1944 dan ook in de Vallei. De uitvoering van het werk aan de Grebbelinie laat Organisatie Todt over aan plaatselijke kleine en grote bouwbedrijven. De contracten die hiertoe afgesloten worden, worden niet onder dwang afgesloten en de bedrijven verdienen hier soms zelfs behoorlijk veel geld mee. Dwangarbeid Behalve het herstellen van de vernielde Grebbelinie moeten er ook nieuwe stellingen en bunkers aan de linie worden toegevoegd en hiervoor zijn aardig wat arbeidskrachten nodig. Om aan voldoende arbeidskrachten te komen wordt de lokale bevolking benaderd. Vermoedelijk levert dat niet voldoende personeel op, want al snel wordt verordonneerd dat alle beschikbare mannen zich voor het werk aan de linie moeten melden. Wie niet komt opdagen loopt het risico dat zijn huis verbeurd wordt verklaard. De mannen worden te werk gesteld voor 52 cent per uur. De uitbetaling geschiedt door de gemeente, die het bedrag weer declareert bij de Wehrmacht. Ook worden gevangenen uit het Kamp Amersfoort en uit Kamp Waterloo bij Leusden gedwongen om te gaan werken aan de nieuwe versterkingen op de Grebbelinie. Radio Oranje doet oproepen aan de burgemeesters om geen medewerking te verlenen aan de bouw van de vestingwerken, maar dit levert geen resultaat op.

Bombardement

Het gebied boven Bruinenburg is al eerder het toneel van oorlogsgeweld geweest. Op 3 februari 1943 stort de Engelse Stirling bommenwerper met registratie R9197 na een luchtgevecht met een Duits jachtvliegtuig neer in de weilanden nabij de Leusbroekerweg. De acht bemanningsleden kwamen bij de crash om het leven. In 2018 onthult de Historische Kring Leusden op deze plek het Short Stirling Monument. Op 25 november 1944 om 16.30 uur worden de versterkingen in aanbouw langs de spoorlaan nabij de Bruinenburgersluis, nog net op grondgebied van Woudenberg, door de geallieerden beschoten dan wel gebombardeerd. Hierbij vallen een aantal gewonden en komen twee mensen om het leven, Jan van Aalten en Jan Vlaanderen. Zij waren of aan het werk in een loopgraaf of waren juist aan het schuilen in die loopgraaf. In ieder geval maakt een voltreffer in die loopgraaf een einde aan hun leven. Uit een verslag van de Luchtbeschermingsdienst Woudenberg blijkt dat de hulpverlening moeizaam op gang komt. Pas een uur ná het bombardement vindt de alarmering plaats omdat een aantal arbeiders eerst naar Woudenberg moesten lopen. Er zijn nu eenmaal geen telefoons in de directe omgeving van Bruinenburg. De commandant van de Luchtbeschermingsdienst waarschuwt eerst de burgemeester en daarna de plaatselijke huisarts, dokter Geijskes. De huisarts weet te vertellen dat er twee dodelijke slachtoffers zijn en hij heeft al 5 lichtgewonden behandeld. Deze lichtgewonden hebben de huisarts verteld dat er op de plek van het bombardement nog slechts enkele gewonden zouden zijn, zodat de arts het niet meer nodig vindt om ter plaatse te gaan. Dokter Zweers heeft ter plaatse al de eerste hulp verleend.

“Opdat wij niet vergeten” Eigenlijk zijn Jan van Aalten en Jan Vlaanderen als oorlogsslachtoffers een beetje vergeten. De vermelding op zijn grafsteen maakt ons er op attent dat Jan van Aalten oorlogsslachtoffer is. In het NS Station in Arnhem blijkt een plaquette te hangen waar Jan van Aalten ook op vermeld staat. Deze plaquette is aangebracht ter nagedachtenis aan veertien personeelsleden van de Nederlandse Spoor-wegen, die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. De plaquette is onthuld op 12 december 1948. Over Jan Vlaanderen is eigenlijk helemaal niets terug te vinden. In Scherpenzeel of Woudenberg komen de namen van de beide mannen nergens voor op bijvoorbeeld een oorlogsmonument.

Sluiten
Bron: Tekst Piet Valkenburg, Vereniging Oud-Scherpenzeel

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 12 februari 2025

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu