Marinus Johannes Buurman is op 27 juli 1919 geboren in de Bloys van Treslongstraat 41-II in Amsterdam, uit het huwelijk van Marinus Johannes Buurman (1894) en Maria Alberdina Hendrika Dekker (1893). Hij behaalde zijn Mulo diploma, alsmede het diploma Staatsinrichting en Machine Schrijven, waarna hij werkzaam was op een kantoorafdeling. Op 11 april 1939 wordt hij volgens de militieregisters ingelijfd bij de 2e Ploeg van het 5e Regiment Infanterie.Na de meidagen van 1940 raakt Marinus Johannes Buurman betrokken bij het studentenverzet in Amsterdam. Uit de memoires van Rudolf Monnickendam (1901-1994) wordt duidelijk dat Marinus eind 1941 contact zoekt met Rudolf omdat hij hulp nodig heeft bij het schrijven van een redevoering voor "De Vrije Katheder". Rudolf Monnickendam was een Joodse man en daarom te vertrouwen volgens Marinus. Rudolf hielp hem en het verzet meerdere malen met schrijfwerk en met het onderbrengen van onderduikers. Dit was aanleiding voor Marinus om Rudolf te helpen met het verkrijgen van een vals persoonsbewijs, nadat hij dit had besproken met de verzetsgroep. Rudolf kreeg zo een vals persoonsbewijs met een nieuwe identiteit en werd 8 á 9 keer door de Duitse instanties gecontroleerd zonder problemen te ondervinden.Mede door Marinus Johannes Buurman wist Rudolf Monnickendam met zijn gezin en zus als enige van de familie de Holocaust te overleven. Ruim 100 andere familieleden werden vermoord in de concentratiekampen.Rudolf Monnickendam schrijft in zijn memoires dat hij lange tijd niks van Buurman hoorde. Dit komt waarschijnlijk omdat Marinus op 3 juli 1942 verhuisde naar de Bazarstraat 39 in Den Haag. Daar was hij werkzaam als Rijksambtenaar. Toch kwam hij nog een keer naar Amsterdam om Rudolf te vragen of hij een schrijfmachine voor de verzetsgroep kon regelen. Dit deed Rudolf en enkele dagen later kwam Marinus Johannes Buurman afscheid nemen, omdat hij naar Engeland wilde vluchten.Op 25 juni 1943 vraagt Marinus een buitenlands paspoort aan. Dit is 5 weken voordat hij uiteindelijk wordt opgepakt nabij de Frans-Spaanse grens en via Biarritz en Parijs op 30 oktober in concentratiekamp Buchenwald terecht komt.Uit documenten van zijn verblijf in Buchenwald blijkt dat het niet zo goed ging met Marinus' gezondheid. De omstandigheden in het concentratiekamp zullen daar debet aan geweest zijn. In 1943 had hij vermoedelijk last van "nervenkrank" [zenuwziekte] en moeite om links goed te horen. Eind augustus 1944 kreeg Marinus last van een blaasontsteking en diarree. Zijn fysieke gesteldheid zal niet hebben bijgedragen toen de laatste fase van de oorlog aanbrak.Rudolf Monnickendam schrijft dat Marinus moeder in de loop van 1945 vertelde dat het kamp ontruimt moest worden door oprukkende Russische troepen. De kampbewoners, waaronder Marinus, moesten lopende naar een ander kamp worden overgebracht; de zogenaamde dodenmars. Rudolf schrijft daar het volgende over:"Diegene die te uitgemergeld waren om deze tocht te volbrengen en er onderweg bij neervielen, kregen een nekschot. Ook Buurman, [25] jaar jong.Vergeten? Nee. Sluiten

Uit deze persoonskaart van het concentratiekamp Buchenwald blijkt dat Marinus Johannes Buurman op 30 oktober 1943 aankwam in het kamp en nummer 30649 kreeg. Hij was op 1 augustus opgepakt aan de Frans-Spaanse grens en kwam via Biarritz in Camp de Royallieu te Parijs terecht. Hier werd hij met een transport van 28-10-1943 naar concentratie Buchenwald getransporteerd. Sluiten

In 1943 begint zijn Engelandvaart, maar hij wordt in Frankrijk tussen Bordeaux en Dax gearresteerd en komt in het doorgangskamp Royallieu in Compiègne terecht. Op 28 oktober 1943 wordt hij op het 4de transport gezet naar Buchenwald, samen met ruim 900 mannen, w.o. 24 Nederlanders. Op 15 april 1945 begint de dodenmars uit Flossenburg en op 22 april komen ze langs kamp Stamried. Op 23 april komen de Amerikanen en vluchten de SS-ers. Buurman wordt sindsdien vermist. Aangenomen wordt dat hij op 22 april 1945 bij Buchenwald-Stamried overleden is. Sluiten