De vrijgezelle arbeider Balt de Buyzer woont bij het uitbreken van de oorlog aan de Westerbaenstraat 81 te Den Haag. Hij is sinds 1934 lid van de CPN en is in 1926 vanwege verzet tegen de politie veroordeeld geweest, hetgeen hem op 7 weken gevangenis kwam te staan. Op 4-10-1941 wordt Balt de Buyzer opgepakt vanwege het lezen en verspreiden van communistische en illegale lectuur. Via het Oranjehotel in Scheveningen komt hij in P.D. Amersfoort terecht waar hij enkele maanden gevangen zit. Met het transport van 31-3-1942 komt hij aan in K.L. Buchenwald en wordt daar geregistreerd onder nummer 1470. Balt de Buyzer komt eerst een aantal weken in een barak in het kleine kamp van Buchenwald, wat als quarantaine kamp dienst doet. Daarna wordt hij overgeplaatst naar het grote kamp en wordt ondergebracht in block 49. De Buyzer werkt in Buchenwald o.a. in het Tischlerei kommando van de Deutsche Ausrustungswerke ,een fabriek die geheel door de SS werd geexploiteerd t.b.v. bewapenings- en munitieproductie met behulp van dwangarbeid. Hij gaat op 2-3-1944 weer op transport en wordt een gevangene die valt onder het onder het zogenaamde Nacht- und Nebelerlaẞ. Nacht und Nebel was een speciale strafklasse die de 'Chef des Oberkommando der Wehrmacht' veldmaarschalk Wilhelm Keitel in opdracht van Adolf Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog liet instellen om verzetsmensen spoorloos te laten verdwijnen. Twee dagen later arriveerde hij in K.L. Natzweiler in de Elzas en wordt onder gevangenen nummer 07759 gevangen gehouden. Als de geallieerde troepen in september 1944 de Elzas en het kamp Natzweiler naderen, wordt door de SS besloten het kamp te ontruimen. Balt de Buyzer gaat weer op transport en komt op 6 september 1944 aan in K.L. Dachau, geregistreerd onder nummer 100754. Een maand voor de bevrijding van het kamp Dachau is hij op 59 jarige leeftijd overleden. Sluiten