Cornelis Jacobus Bijl
1922-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 22 jaar geworden
Geboren op 27-09-1922 in Maassluis
Overleden op 04-09-1945 in Maastricht
Beroep
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Engelandvaarder
Cor groeit op in een gezin van 16 kinderen. In 1929 verhuist het gezin naar Hoek van Holland, waar zijn vader zeevisser is en aan boord woont van de logger Hoek van Holland 8. In 1942 verhuist Cor naar Rotterdam. Hij wordt ingeschreven bij de...
Lees meer
Cor groeit op in een gezin van 16 kinderen. In 1929 verhuist het gezin naar Hoek van Holland, waar zijn vader zeevisser is en aan boord woont van de logger Hoek van Holland 8. In 1942 verhuist Cor naar Rotterdam. Hij wordt ingeschreven bij de Gereformeerde Kerk en neemt zijn intrek in de pastorie aan de Boergoenschevliet. Hij wordt aangeduid als pleegzoon van ds Hantje de Jong (1906). Cor wordt dekknecht/tremmer op een sleepboot en sluit zich aan bij verzetsgroep Albrecht. Zijn broertje Arie komt ook op de pastorie wonen, mogelijk als onderduiker.
Als blijkt dat de leider van groep Albrecht, Henk de Jonge, op weg naar Engeland is gearresteerd, wil Theo van Lier proberen Engeland te bereiken. Cor zal hem brengen, bijgestaan door Lammert en Maarten. De eerste poging, op 12 januari 1944, mislukt wegens problemen met de benzinetoevoer.
De tweede poging is op 14 februari 1944. Cor Bijl neemt Theo van Lier mee, maar ze krijgen onderweg motorpech. De koker met waardevolle rapporten wordt in zee gegooid en Theo wordt aan boord verstopt. Wegens eb kunnen de Duitsers niet dichtbij komen maar ’s nachts komen ze te voet de boot inspecteren. Theo wordt niet gevonden, de 3 bemanningsleden krijgen slechts een waarschuwing.
Op 26 april 1944 proberen zij het opnieuw. Met een houten raceboot vertrekken ze vanuit Klundert in Noord-Brabant. De Nederlandse regering in Londen heeft om de overkomst van de hoogleraren Rutgers en Baas Becking gevraagd.
De houten raceboot heeft twee motoren, maar buitengaats werkt het hoospompje niet goed. Baas Becking gebruikt zijn hoed om te hozen. Na anderhalf uur op zee en ongeveer 40 kilometer buitengaats begint het hout rondom de uitlaat te schroeien. De uitlaat laat los en het zeewater stroomt de boot in. Ook de motor slaat plotseling af en de tweede motor blijkt helemaal niet te werken, de rubberen doppen op de bougies zijn gebarsten. Op de hoge golven drijven ze terug naar de monding van de Oosterschelde. Duitse patrouillevaartuigen pikken de Engelandvaarders op en brengen hen naar Veere.
Het Duitse Gericht des Admirals in den Niederlanden veroordeelt de mannen eind juli 1944 in Utrecht tot lange tuchthuisstraffen.
Sluiten
Bron: Museum Engelandvaarders, Noordwijk
Geplaatst door pvt op 30 april 2020