Stefanus Johannes Calis

1924-1943

0

Oorlogsslachtoffer

Is 18 jaar geworden

Geboren op 02-07-1924 in Laren (NH) 

Overleden op 13-04-1943 in Salzgitter-Watenstedt Stadtkreis Salzgitter 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Stefanus Calis is de zoon van Rutgerus Johannes Calis (geb 6-10-1898 te Bussum) en Johanna Mulder (geb 25-4-1901 te Laren).

Zij hadden verder de volgende kinderen: Anna (Annie) (1923), Stefanus Johannes (Stef) (1924), Johanna Everdina (Jopie) (1930), Johannes Rutgerus (Jan) (1934) en Rudolf Johannes (Rudi) (1941) De laatste maanden van het leven van Stef Calis: Hij had... Lees meer

Zij hadden verder de volgende kinderen: Anna (Annie) (1923), Stefanus Johannes (Stef) (1924), Johanna Everdina (Jopie) (1930), Johannes Rutgerus (Jan) (1934) en Rudolf Johannes (Rudi) (1941)

De laatste maanden van het leven van Stef Calis:

Hij had op de ambachtsschool het vak van metselaar geleerd, net zoals zijn vader. In de oorlog was er echter onvoldoende werk als bouwvakker.

Om toch iets te verdienen werkte hij in de tapijtweverij van Willard in Laren. Wat hij daar precies deed is niet meer bekend, maar op een arrestatiebevel stond ‘wever’. Eind 1942 kwam agent Siep (Rechercheur en onbezoldigd Rijksveldwachter) aan de Elleboogweg 5 op bezoek, omdat er diefstal van wol was gepleegd in de weverij waarvan Stef valselijk werd beticht. Alleen de toon van Siep stond vader Ruth al niet aan en hij heeft verontwaardigd agent Siep gesommeerd zijn woning te verlaten.

Dit heeft waarschijnlijk een rol gespeeld toen dezelfde agent Siep op 6 januari 1943, in zijn eentje, Calis kwam arresteren.

Volgens de verklaring van agent Siep moest hij op 6 januari rond 18 uur in opdracht van Inspecteur van politie Boog Stef Calis brengen naar het bureau van politie in Laren. Hij moest volgens de verklaring van Siep door een Duitse instantie worden gehoord. Volgens agent Siep heeft hij Calis in de agentenwacht laten plaatsnemen. Toen hij aan inspecteur Boog wilde gaan verklaren dat Calis aanwezig was constateerde hij dat Calis verdwenen was. Verklaring Siep “Waar Calis naar toe is gegaan of is gebleven is mij niet bekend.”.

Echter in een aanklachtbrief na de oorlog verzonden naar het Gerechtshof hebben de ouders van Stef Calis verklaard dat zij hun zoon nog in de avond op het politiebureau in Laren hebben bezocht. Toen het zusje Jopie van Stef Calis de volgende morgen naar school ging heeft zij gezien dat haar broer tussen 2 agenten werd afgevoerd naar de stoomtram die hem naar Amsterdam ging brengen. Dat was de laatste keer dat zij haar broer gezien heeft. In ieder geval was hierbij agent Bosma. In dit licht is de verklaring van Siep ongeloofwaardig.

Calis is naar Amsterdam gebracht Politiebureau Euterpestraat alwaar hij een week heeft vastgezeten. Vervolgens met de trein naar kamp Amersfoort, hierna naar kamp Vught en uiteindelijk op 9 februari 1943 op transport naar Wattenstedt Duitsland. Hier is hij op 13 april 1943 overleden.

Tijdens de oorlog hebben zijn ouders van het Rode Kruis vernomen dat Stef was overleden. Wegens zijn overlijden hebben zij een advertentie geplaatst in de Gooi- en Eemlander op 1 mei 1943.

Aanklachten en uitspraken tegen agenten Siep en Bosma na de oorlog.

Na de oorlog hebben vader en moeder Calis diverse pogingen gedaan de verantwoordelijke politievertegenwoordigers aan te klagen.

-Direct na de oorlog hebben zij een klacht ingediend tegen agenten Siep en Bosma. Getuige de brief van 30 april 1946 hebben zij niets meer van hun klacht vernomen en waren agenten Siep en Bosma nog steeds in functie in 1946.

-In september 1945 is naar aanleiding van het klaagschrift van RJ Calis door de adviescommissie voor zuivering van het politiepersoneel uitgesproken dat agent Siep geen schuld in deze treft en er geen aanleiding bestaat enigen maatregel tegen hem te treffen.

-Op 17 juni 1945 is er een brief gestuurd naar het Communistische dagblad “De Waarheid” naar aanleiding van het verzoek van deze krant op te helpen “zuiveren”. Opvallend is dat in deze brief wordt vermeld dat “De aanvankelijke houding van het Larensche Politiekorps niet vaderlandslievend was, hetgeen blijkt uit de vele arrestaties in 1941. Later, toen eenmaal zekerheid was dat Duitsland het onderspit moest delven corrigeerde de politie haar houding, doch toen was haar geweten reeds bedoezeld”.

-Op 30 april 1946 is er een brief gestuurd naar Heer Procureur Fiscaal, in het bijzonder het Gerechtshof met een aanklacht tegen de agenten Bosma en Siep.

-Op 30 april 1946 is een brief gestuurd naar de heer Koos Vorrink, Partij van den Arbeid in Den Haag. Bijlage was de brief aan de Procureur. In de brief naar de Partijj van den Arbeid is ook een aanklacht tegen inspecteur Boog opgenomen over arrestatie in 1941 van 8 burgers (waarvan er 7 omkomen) en in feb 1944 van een ondergedoken joods echtpaar.

-Op 10 april 1947 is er een brief gestuurd naar hare majesteit Koningin Wilhelmina met nogmaals een poging agenten Siep en Bosma veroordeeld te krijgen.

-Op 14 juni 1947 is er een brief van het ministerie van Justitie aan de Koningin met het advies geen maatregelen te treffen tegen agenten Siep en Bosma. Kijkend naar de uitspraak van september 1945.

-Er zijn verklaringen van agenten Siep en Bosma aanwezig, waarbij zij aangeven dat zij opdrachten uitvoerden van inspecteur Boog en dat agent Siep vond dat Calis voldoende gelegenheid had om te vluchten. En dat Calis verklaarde dat hij een gezondheidsverklaring had (Van dokter Holtman).

Sluiten
Bron: Familie

Geplaatst door John Timmerman op 24 maart 2020

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nederlands Ereveld Hannover


Vak/rij/nummer F44
Calis S.J.jpg

Nationaal archief

Bekijk persoonsdossier

Categorieën

Monument

Naam:
Hannover, Nederlands ereveld

Plaats:
Nedersaksen

Hannover, Nederlands ereveld

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen
Menu