Georg Cohn

Aan de Veldweg 9 in Hattem woonde de Duits-Joodse familie Cohn. De familie Cohn was in 1936 uit Hamburg naar Nederland gevlucht. Na eerst in Zwolle gewoond te hebben, verhuisde het gezin Cohn in maart 1940 naar Hattem. Vader Cohn had een lederwarenfabriek in Zwolle. Het gezin bestond uit vader Julius Cohn, moeder Alix Rosa Cohn-Blum en hun zoon Georg. Van 1936 tot 1941 was Georg leerling van de Hattemse dorpsschool. Toen het voor Joodse leerlingen verboden werd openbare scholen te bezoeken, werd Georg leerling van de 6e klas op de Joodse school in Zwolle. Toen de oproep kwam zich te melden, besloot het gezin onder te duiken. Vader en moeder in Epe en Georg bij de familie Gerson op landgoed Molecaten. Georg kon er slecht tegen alleen bij vreemden te zijn ondergebracht. Hij smeekte zijn ouders hem weer bij zich te nemen. Julius Cohn bleef er echter van overtuigd dat het landgoed de veiligste onderduikplek was voor zijn zoon, Op 31 augustus 1944 wordt Georg Cohn verraden en opgepakt, samen met de familie Gerson. Op 3 september 1944 wordt hij vanuit kamp Westerbork op transport gezet naar Auschwitz. Met dit transport wordt ook Anne Frank gedeporteerd. In Auschwitz wordt hij op 6 september in de gaskamer vermoord. Georg Cohn werd 14 jaar. Sluiten