Mijn oma werd geboren als Anna Maria Welters, op 01 oktober 1905. Zij werd geboren in Maastricht als het kind van Joseph Welters (* 31 oktober 1865 in Maastricht / + 14 juni 1931) en Maria Anna Timmermans (* 22 februari 1868 in Itteren / + 05 januari 1935). Anna had twee zussen: Maria Christina (* 13 november 1895, twee keer getrouwd, geen kinderen omdat zij niet menstrueerde) en Tina (ingetreden in een klooster maar na jaren, wegens teleurstelling, uitgetreden. Tina zei later altijd: ' als ik het over kon doen, dan zou ik trouwen. Een man en kinderen krijgen.')

Anna Maria Welters trouwde met Henri Hubert André (Harrie) van Crugten (* 17 september 1907 / + 15 januari 1943, op de Nitimei Maru in de Golf van Bengalen). De bruiloft tussen Anna Maria en Harrie gebeurde in eerste instantie via de handschoen (17 november 1933 in Maastricht). Daarna ging Anna Maria met de boot naar haar, in Indonesië gestationeerde, man. Daar kregen ze drie dochters: Josephine, Thea en Trudy (+ 2010).

Zij waren gelukkig, tot de Japanse bezetting. Anna Maria kwam met de drie dochters in één van de Japanse oorlogskampen terecht. Ze werd gescheiden van haar man Harrie. Die kwam later om het leven in de Golf van Bengalen/ Martaban, omdat de boot waarop hij zich onvrijwillig bevond (de 'Nitimei Maru'), tot zinken werd gebracht door een bombardement van Amerikaanse bommenwerpers. Harrie was één van 32 doden (van 999 krijgsgevangen aan boord).

Anna Maria en haar kinderen werden aan het einde van de Japanse bezetting gered door soldaten. Josephine kreeg een stukje chocolade van één van hen, waar ze heel erg ziek van werd. Dat kwam, omdat ze ondervoed was.

Anna Maria en kinderen werden overgebracht naar Maastricht. Ze woonden daar in, bij familie. Anna Maria kreeg borstkanker, die zich over het gehele lichaam uitspreidde. Zij overleed na een ziekbed, op de Brusselsestraat in Maastricht. Dokters hadden toentertijd nog niet zoveel middelen om in te zetten tegen bepaalde ziekten. De arts van Anna Maria gaf haar een zalfje, om op de borsten te smeren, omdat er vocht uit kwam. Dat was de gehele behandeling (mondelinge overlevering: Josephine, oudste dochter van Anna Maria).

Anna Maria had een krokodillen leren handtasje. Daarin bewaarde zij sigaretten voor haar man Harrie. Samen met wat lucifers en wat papiertjes. Zij bewaarde die, omdat zij niet wist dat haar man omgekomen was. Zij heeft de rest van haar leven proberen te achterhalen, wat er met Harrie gebeurd was. Zij heeft altijd nog gedacht, dat hij terug zou komen. Zij wachtte op hem. Helaas heeft zij nooit meer vernomen , wat er feitelijk van haar man geworden was. De kinderen hebben dit uiteindelijk, na járen zoeken en brieven schrijven, weten te achterhalen. Dat gaf , deels, rust.