Toen op 29 augustus 1939 de mobilisatie werd afgekondigd werd ook Arie Diederik opgeroepen. Hij werd ondergebracht in Fort Haerlem te Hellevoetsluis. In de rang van sergeant werd hij commandant van de 3e sectie van 3-I-39e Regiment Infanterie.Toen op vrijdag 10 mei 1940 Duitse legereenheden Nederland binnenvielen werden de 2e en 3e sectie van 3-I-39 R.I. per vrachtauto vanuit Hellevoetsluis naar de Spijkenisserbrug gebracht om deze belangrijke rivier overgang te bezetten. Hoewel stelling werd ingenomen aan de Spijkenisser zijde van de brug werden ook aan de Hoogvlietse zijde van het bruggenhoofd provisorische mitrailleurposten in stelling gebracht.Die eerste oorlogsdag werd geen vuurcontact gemaakt met de vijand. Wel waren de eenheden getuige van het luchtgevecht tussen een Duits en Engelse gevechtsvliegtuig waarbij beide vliegtuigen neerstortten. De bemanning van het Engelse vliegtuig ligt thans naast sergeant Diederik begraven.Ook de tweede oorlogsdag werd geen contact gemaakt met de vijand. Wel werd uit voorzorg de vooruitgeschoven mitrailleurposten van Hoogvliets grondgebied teruggetrokken naar de Spijkenisser zijde waarna de brug werd opgehaald zodat Duitse eenheden vanuit Rotterdam niet bij verassing de rivier over zouden kunnen steken.Op zondag 12 mei 1940, 1e Pinksterdag, verschenen in de ochtend de eerste Duitse soldaten nabij de brug aan de Hoogvlietse zijde. Toen enkelen van hen in de heftoren van de brug wilden klimmen, werden zij vanaf de overzijde van de Oude Maas met mitrailleurs onder vuur genomen. Nadat de Duitsers met de verdedigers van de brug geconfronteerd werden namen zij de overzijde van de Oude Maas met enige regelmaat onder vuur. Daarbij werd ook gebruik gemaakt van mortieren.Tijdens één van deze mortieraanvallen werd sergeant Diederik dodelijk getroffen door een ontploffende mortiergranaat doordat hij uit dekking was gekomen om contact te maken met de andere sectie. Sluiten