Jacob Dirkmaat
1881-1943
Slachtoffer van de oorlog
Is 61 jaar geworden
Geboren op 09-10-1881 in Broek op Langedijk
Overleden op 02-06-1943 in Wenen, O
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Oorlogsverhaal Jacob Dirkmaat
In de digitale collectie van de Stichting Oorlogsverhalen is het verhaal over de voorgeschiedenis en de executie van Jacob Dirksmaat in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen opgenomen. Het is te vinden op: https://oorlogsverhalen.com/oo...
Geplaatst door Michiel Praal op 27 januari 2024
Niet op oorlogsmonument
Geplaatst door Arie Kaan op 25 september 2020
slachtoffer van politieke justitie Wenen
Op 2 juni 1943 werd Jacob Dirkmaat in Wenen onthoofd. Die ochtend had zijn advocaat mr. Czekovski nog tegen Jacobs geliefde Mimi Wiesnar gezegd, dat het Hoge Gerechtshof in Leipzig gegronde redenen zag om de zaak te heropenen. Mimi had hem om 9.30 uur nog bezocht, maar om 11.00 uur werd hij uit zijn cel gehaald en naar de ‘arme-zondaars-cel’ gebracht. Elke gevangene wist wat dat betekende. Aan het eind van de middag werd hij samen met 17 andere ter dood veroordeelden naar een kleine ruimte gebracht in het gerechtsgebouw waaraan de gevangenis grensde. Een rechter in rode toga las hem nog één keer kort en krachtig het vonnis van het Sondergericht Wien voor en deelde mee dat gratie was geweigerd. Hem werd gevraagd of hij het had begrepen en na zijn antwoord ‘ja’, werd hij door twee mannen van achter vastgepakt. Met hun handen bedekten ze zijn ogen en in looppas werd hij door een gordijn naar de aangrenzende ruimte gevoerd waar hij om precies 18.00 uur 27 minuten en 25 seconden op de guillotine werd gelegd. Vijf seconden later verklaarde de beul dat het vonnis was voltrokken. Het lijk werd in de daartoe bestemde kist gelegd. Een kleine kist. Het hoofd lag tussen de benen, dat scheelde hout. Mijn grootvader was de eerste van de 18 mannen die deze avond werden onthoofd in het Landesgericht Wien. Elke twee à drie minuten één.
Zijn misdaad was dat hij hand gehandeld in vodden en textiel, weliswaar met een vergunning, maar niet de juiste. Textiel was een schaarse eerste levensbehoefte en door de grote vraag naar uniformen voor de Wehrmacht nog schaarser.
Ook wordt in het proces herthaaldeijk benadrukt dat hij handelde met joden.
Na de oorlog kreeg de familie onderstaande verklaring van dr Glahn - Duits jurist, tijdens de oorlog op het ministerie werkzaam in Den Haag, maar daar onstlagen omdat hij slachtoffers van de Gestapo (te goed) bijstond:
"Het valse vonnis is daardoor ontstaan, dat de Partij in Weenen wilde laten zien, hoe energiek men tegen de voortwoekerende corruptie wilde strijden. Daartoe zocht men natuurlijk geen werkelijke schuldige uit, dien men onder de partijleden gemakkelijke had kunnen vinden, maar een totaal onschuldigen Hollander, omtrent wien men de zekerheid mocht hebben dat hij geen macht zou hebben om zich met succes te verweren. De tweede reden is, dat de voornaamster getuige à charge (zijn compagnon die hem heeft aamgegeven), een partijgenoot die zelf lang niet brandschoon was, zich voor het bedrijf, de machines en de voorraden van Uw schoonvader interesseerde.
Het enige dat men den Heer Dirkmaat ten laste zou kunnen leggen is dat hij zijn bedrijf niet heeft aangemeld. Dus een formeel vergrijp dat men in Rotterdam met een geldboete van 3 gulden afdoet.
Ik verklaar U thans, en ik geef daarmee ook de mening der heren Dr. Ibert (jurist Berlijn) en Dr. Veith (notaris Wenen) weer, dat Uw schoonvader, de heer J. Dirkmaat, ten offer is gevallen aan een gerechtelijke moord met voorbedachten rade, en dat zijn naam volgens onze gemeenschappelijke overtuiging vlekkeloos is gebleven. Daar het geen zin heeft, de dames in Uw familie met bizonderheden op te winden, stel ik U voor, U zo spoedig mogelijk een ereverklaring te doen toekomen, die door de drie genoemde rechtsgeleerden ondertekend is.
SluitenGeplaatst door Frances Sanders op 10 januari 2020