William Caistor Dobson
1915-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 29 jaar geworden
Geboren op 22-03-1915 in Tjilatjap, NOI
Overleden op 08-06-1944 in Horsham, a/b Mitchell FR150
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Biografie van mijn vader
Mijn vader, William Caistor Dobson werd op 22 Maart 1915 in Tjilatjap geboren, toendertijd de grootste oliehaven van Java in het voormalige Nederlandsch-Indië. Zijn vader, Charles Edward Dobson, was aangesteld als Hoofd Employé in de rang van Chef Installatie bij de Dordtse Petroleum Maatschappij. Later is de DPM opgegaan in de Bataafsche Petroleum Maatschappij, de BPM, en in de dertiger jaren van de vorige eeuw is de BPM opgegaan in de Shell.
Kort na mijn vader’s geboorte is de familie verhuisd naar Semarang, waar mijn grootvader aangesteld werd als Hoofd Technische Dienst en Toezichthouder / Beheerder. Tot zover mij bekend is werd mijn vader op jonge leeftijd naar Holland gestuurd, naar familie, waar hij eerst de HBS bezocht. Na het behalen van zijn diploma ging hij studeren aan de Abel Tasman Zeevaartschool voor de Koopvaardij te Delfzijl. Hij volgde de opleiding daar voor Stuurman ( 1930 tot 1935 ). Delfzijl was toendertijd de zeevaartschool waar veel jonge mannen uit Nederlandsch-Indië de opleiding tot zeevarende volgden. Tijdens zijn eerste studiejaar overleed zijn vader door een noodlottig ongeval met een gloednieuwe open vierpersoons Chevrolet met kenteken AB-290, eigendom van zijn vriend candidaat-notaris Mr. Tellings, die eveneens bij dit ongeluk zijn leven verloor.
Mijn grootvader had tijdens zijn Europaverlof, het hoofdkantoor van Shell in Londen bezocht om zijn pensioen en nog wat andere zaken te regelen. Na zijn plotselinge overlijden heeft Shell zijn jaarsalaris en tantième over zijn gehele diensttijd in éénmaal uitgekeerd aan zijn weduwe Mevrouw Julie Melanie Dobson-van der Maaten, mijn grootmoeder. Daardoor konden o.a. hun kinderen blijven studeren. In 1936-1937 of daaromtrent is William Caistor als 3 de Stuurman in Nederlandsch-Indië o.a. gaan varen bij de KPM, de Koninklijke Pakket Maatschappij. In zijn waltijd heeft hij, samen met een neef, een vliegopleiding gevolgd in Soerabaja. Vliegen en motorrijden waren zijn passie.
Op 1 September 1939 viel Nazi-Duitsland Polen binnen en ving de Tweede Wereldoorlog aan. Inmiddels was hij bevorderd tot 1ste Stuurman op de grote
vaart. De regering riep op tot dienstneming bij o.a. de Koninklijke Marine. Mijn vader meldde zich aan bij de Marine in Soerabaja en werd op 7 Maart 1941 aangesteld en beëdigd in de rang van Luitenant ter zee der 3de klasse. Na het behalen van zijn vliegbrevet werd hij op 1 September 1941 eervol ontslagen als Luitenant ter zee 3de klasse en direct daarna benoemd en beëdigd tot Officier-Vlieger 3de klasse.
In December van het jaar 1939 ontmoette hij zijn aanstaande vrouw, mijn moeder, Juliette Caroline van der Steur. Zij trad als 18 jarige op onder de artiestennaam Mona of Jill Banister als zangeresje met één van de vele bandjes die in de avonduren in Hollandse uitgaansgelegenheden voor vertier zorgden . Soerabaja was immers een Garnizoensstad. Op de legerplaats Morokrembangan was de MLD, de Militaire Luchtvaartdienst gevestigd een onderdeel van de Koninklijke Marine.
In Maart 1940 gingen zij in ondertrouw en in April gaven zij elkaar het jawoord. In de nacht van 6 op 7 Oktober 1940 werd ik, hun 1ste kind, geboren.
Officier-Vlieger Dobson werd na zijn beëdiging aangesteld als vlieginstructeur. Het jonge gezin Dobson had een mooie woning gekocht, ongeveer 10 kilometer van het vliegveld vandaan, aan de Niasstraat. Op 22 November 1941 werd hun tweede zoon, mijn broer, Tadles Raymond geboren.
De oorlog in Europa ontwikkelde zich razend snel. Koningin Wilhelmina week op 13 Mei 1940 met haar Kabinet de Geer, kort daarna Kabinet Gerbrandy, uit naar Londen. Op 7 December 1941 viel Japan op laaghartige wijze Pearl Harbour aan. Begin 1942 vlak voor de inval van het Keizerlijke Leger van Japan op Nederlandsch-Indië kregen zeer veel Marine officieren de opdracht naar Australië uit te wijken. Zo ook mijn vader. Hij en vele andere Marine mensen namen afscheid van hun geliefden. Velen keerden nooit meer terug, zo ook mijn vader. Op 8 Maart 1942 vielen de Jappen Multatuli’s “Gordel Van Smaragd” binnen en vanaf dat moment heerst de Nippon vlag over Nederlandsch-Indië. Op 8 Maart capituleerde Nederlandsch-Indië en op 9 Maart volgde het trotse Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger.
In Australië aangekomen werd na besprekingen tussen de Nederlandse en de Amerikaanse regering besloten dat gekwalificeerde officieren naar Amerika werden gestuurd voor vervolgopleidingen en o.a. tot vlieginstructeur. De locatie werd Jackson in de staat Mississippi. Daar was een groot aantal bases en ruimte in overvloed. Per schip, de ss Mariposa, een zeer elegante luxe passagierscruiser van de Matson Lines White Fleet Rederij, werd op 20 April 1942 de twee weken durende tocht aangevangen. In San Francisco aangekomen werden de officieren en ander Marinepersoneel per trein naar Jackson gebracht. In Jackson heeft hij een vervolg- en omschakelingsopleiding gekregen. Eerst als vlieger en daarna als vlieginstructeur voor de B25 Mitchell, een middelzware bommenwerper. Dit gebeurde altijd samen met een (vaste) crew bestaande uit een waarnemer, een telegrafist en een boordschutter. Vier man vast personeel, een vaste bemanning per B25 Mitchell. Na hun opleiding kreeg de bemanning te horen dat zij per direct overgeplaatst werden naar Engeland om ingelijfd te worden bij het Sq 320 van de Royal Air Force. We schrijven dan 1943. Na een treinreis door Amerika en Canada werden zij per schip (naam onbekend) naar het Verenigd Koninkrijk gebracht. Aangekomen media 1943 volgde eerst een opleiding bij de OTU, de Operational Training Unit, om daar kennis te maken met de nieuwe B(illy) 25 Mitchell, met Zuid-Engeland , de oorlogsgebieden, de codes en alle andere actuele en noodzakelijke onderwerpen die in Europa volledig verschilden van Amerika.
Eind 1943 werd mijn vader met zijn (vaste) crew, bestaande uit J. Meester, Officier-Waarnemer derde klasse, R.D. Stoffels, Sergeant-telegrafist en J.H. Hagen als Sergant-schutter ingelijfd bij het RAF 320 Squadron Royal Netherlands Naval Air Service. Het motto, de wapenspreuk, van het Sq 320 : “Animo libre dirigimur” wat betekent “Wij worden geleid door een vrije geest” Zoals gezegd, werden zij eindelijk operationeel. Ongeveer 40 vluchten boven Frankrijk moet mijn vader met zijn (vaste0 bemanning hebben gemaakt. Zeer intensief en allesbehalve gemakkelijk moet dat voor hen geweest zijn. Er bevond zich zeer veel luchtdoelgeschut in Frankrijk waar zonder meer letterlijk doorheen gevlogen moest worden. En niet te vergeten de Duitse dag- en nachtjagers. Te meer ook, omdat het Geallieerde Opperbevel in het geheim toewerkte naar wat wij nu kennen als D-Day, de Invasie. Kort voor en tijdens de invasie op 6 Juni werd zeer intensief op Normandie en omstreken gevlogen. Het was opdracht na opdracht stipt uitvoeren. Iedereen, van grondpersoneel tot vliegend personeel was gebrand op één gedachte : nu of nooit, wij overwinnen !
In de nacht van 7 op 8 Juni 1944 kreeg het 320 Sq opdracht om achter de linies het stationsemplacement van Vire - Normandie te bombarderen. Het zal hun derde of vierde vlucht van die dag geweest zijn. In de nacht kregen de toestellen het commando te vertrekken. Eén voor één stegen de B25 Mitchells, vol getankt en geladen met elk twee 1000 ponders, in het donker op. In verband met D-Day is geen lichtje te zien en moeten de vliegers in het duister in formatie komen om als groep te vertrekken naar hun doel in Frankrijk. In de buurt van de stad Horsham, op nog geringe hoogte en dicht bij één van de talloze kleine vliegvelden, botsten twee B25 Mitchells op elkaar.
De Mitchell 182 met aan boord : J. IJselstein Officier –Vlieger 3 de Klasse , G. Mulder, Officier –Waarnemer 3de Klasse, P. Engels, Sergeant-Telegrafist en T.M. Kuipers, Sergeant-Boordschutter. De Mitchell 150 met aan boord : J.H. van Hagen, Sergeant- Boordschutter, R.P. Stoffels, Sergeant-Telegrafist, J. Master, Officier-Waarnemer 3de Klasse en mijn vader William Caistor Dobson Officier-Vlieger 2de Klasse. Door de botsing ontploften de twee zojuist geladen 1000 Ponders direct. De brokstukken en de bemanning van beide vliegtuigen stortten neer in een veld aan de zuidkant van de stad Horsham. De twee kuilen die ontstonden door het neervallen van de machines en het detoneren van de bommen zijn vandaag de dag nog te zien. (Eigen waarneming) Alle acht moedige mannen die hun leven voor onze Vrijheid hebben gegeven zijn naast elkaar begraven op het Militaire Ereveld Brookwood bij de plaats Woking in het Graafschap Surrey, dichtbij de plaats waar vroeger hun vliegveld lag.
Deze Necrologie is, naar beste weten, geschreven door mij, zijn zoon, William Richard Edward James Dobson, in de leeftijd van 82 jaar, met hulp van o.a. de informatie die ik mocht ontvangen van mijn moeder zaliger Juliette Caroline Dobson, geboren van de Steur, mijn Tante zaliger Pauline Dobson, geboren Gleenewinkel Kamperdijk , schoonzuster van mijn vader en de heer R. Venema van de Stichting Militair Vliegend Personeel 1939-1950 en gegevens uit het Nationaal Archief te Den Haag
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 09 januari 2023
Foto de julie
Geplaatst door Teresa torrez op 30 juli 2017