Mijn grootvader is opgepakt op 28 september 1944 te Gorinchem en vervolgens afgevoerd naar kamp Amersfoort. Vanuit hier is hij, samen met vele mensen uit het dorp Putten op de veluwe, op transport gezet naar concentratiekamp Neuengamme. Uit Neuengamme is de groep na korte tijd, vermoedelijk 2 weken, naar strafkamp Ladelund overgebracht. Hier moest men tankwallen graven, omdat een aanval vanuit het noorden gevreesd werd (Friesenwal). Dit moest men in de bekende gestreepte pyjama doen in de zeer strenge winter van 1944. Velen stierven hierdoor aan ziekte, uitputting en ontbering waaronder ook mijn opa op 01 december 1944 (dysenterie, uitputting).