Arturo Bibiano Elisabeth
1896-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 48 jaar geworden
Geboren op 02-12-1896 in Curaçao, NA
Overleden op 07-08-1945 in Palembang
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
mijn opa arturo bibiano elisabeth
Mijn opa Arturo Bibiano Elisabeth ging als jonge man vanuit Curacao in dienst van het KNIL. Hij vertrok met zijn beste maat Narsicio Barbara Savans en nog wat andere jonge mannen die denk ik toch ook een stuk avontuur zochten, in het verre en excotische Indie rond 1917, toen hij de voorgeschreven leeftijd had om bij het KNIL te komen. Mijn opa was al jong wees en hij is tot zin volwassenheid opgegroeid bij zijn oom, die schoenmaker was en woonde in Willemstad, Curacao op Otrabanda. Curacao was in die tijd een zeer druk bevolkt eiland met veel buitenlandse handelaren, vissers, de overheid natuurlijk, maar ook was het een goede plek voor avonturiers. Waarschijnlijk wilde mijn opa meer van de wereld zien dan het voor hem zo bekende eiland waar hij waarschijnlijk elke plek goed kende. Hij had 1 zus Norma en ik denk dat hij wel wist dat hij na zijn vertrek zijn kleine eiland nooit meer zou terug zien. Mijn opa was katholiek opgevoed in het huis van zijn oom. Het was volgens overlevenden een gedisciplineerde, correcte man, waar iedereen tegen op keek.
In Indie ontmoette mijn opa zijn latere vrouw, Assenin. Assenin was een Javaans meisje dat met haar vader in haar kampung woonde. Oma's moeder was ook jong overleden en deze voor hen beiden op punten overeenkomende geschiedenis, als kind dat al vroeg een ouder verliest, zal denk ik een verbindende factor zijn geweest in de relatie. Mijn opa's vasthoudendheid en respect was te zien aan het feit dat hij twee jaar heeft moeten wachten voordat hij met mijn oma kon trouwen. Als islamitisch meisje heeft zij hoge barrieres moeten overkomen om haar hart te volgen.
Beiden kregen 4 kinderen, 1 jongen en twee meisjes. Allen kregen van opa een christelijke opvoeding, gingen naar school toe en kregen naailessen en leerden fietsen. Het bezoek aan de kerk was het uitje voor mijn oom en tantes, samen met opa. Toen de opstanden van WOII begonnen was mijn oudste tante al 21 en de jongeste die mijn moeder is was 11 jaar oud. Mijn opa voelde heel goed welke tijd hem te wachten stond en zo had hij voor mijn oma een pakket met documenten gemaakt, waarmee zij kon aantonen dat haar kinderen Nederlands waren. Hun goede leven werd ruw verstoord toen de Japanners Indie bezette. Mijn oma's goud werd direct gestolen door haar baboe's maar zij kon daar niets van zeggen. Oma liep altijd in haar klederdracht en toen de Jap aan de deur kwam om Indische Nederlanders te interneren, lieten ze het gezin voor alsnog met rust, nadat ze zagen dat oma een Islamitsche vrouw was. Het duurde echter niet lang totdat de inlandse bevolking hun agressie richtte op de familie. Opa was toen reeds gevangen genomen en geinterneerd in Sumatra, bij de pakan baru spoorlijn. De familie is bijna gelincht door woedende inlandse mensen en de Jap heeft als het ware de familie ontzet, tegen het geweld. Mijn moeder van 11 heeft alles gezien en vervolgens heeft zij een jaar lang niet meer gesproken.
Mijn oom was 14 en moest als enige naar het mannenkamp, waar hij vreselijke dingen heeft gezien en moeten meemaken.
In die tijd durfde de Inlanders nog geen Europeanen openlijk aan te vallen maar wel mijn oma en haar gezin. De Jap heeft eigenlijk op dat moment ons gezin gered. In het kamp was mijn oma een dappere vrouw en het gezin heeft veel moeten doorstaan, waaronder een straf opsluitng, mishandeling en ook de dreiging dat men mijn tante wilde hebben als troostmeisje, echter heeft mijn oma zich daartegen verzet. Al snel wist het gezin dat mijn opa in Sumatra was overleden aan ziekte en uitputting. Het gezin is nog van plaats naar plaats moeten vluchten, voordat men naar Nederland kon afreizen. De internering was in wezen een redding voor het gezin, maar ook de goede voorbereiding van mijn gedisciplineerd opa. Ik denk dat hij ook hier wist dat hij zijn gezin nooit meer zou terug zien.
Zijn beste vriend Savans overleefde de oorlog en ook nog andere mannen uit Curacao kwamen uit het interneringskamp. Mijn opa's dood was voor iedereen een harde klap. Waarom is de sterkste en beste toch overleden, vroegen mensen zich af, zelfd toen ik 35 was en zelf Curacao bezocht . De oorlog liet diepe sporen achter ook bij de vriendengroep. Levens zijn ontwricht en met trauma's kwam men terug uit Indie.
De hele familie heeft de oorlog overleefd. Maar ook in ons gezin waren diepe wonden en niet weg te vagen herinneringen. Toen ik aan mijn oom vroeg wat hij het ergste vond aan de oorlog, antwoordde hij: mijn verontwaardiging.
Waarom doe jij mij dit aan? Ik die jou niet ken en jou mooit wat heb aangedaan. Eeuwig dankbaar ben ik aan de geallieerden die de internerings slachtoffers in Indie hebben gered. Trots op mijn opa die zijn lot onder ogen zag en die zijn kruis heeft gedragen. Ook diep bedroefd voor alle verloren levens.
SluitenGeplaatst door Elisha Elisha op 10 augustus 2019