Harrie (HJJ) Engelen op 1-3-1923 geboren in Tegelen. Hij was wever en ovenwerker in een pannenfabriek. Hij woonde op de Prins Hendrikstraat 3 in het Rode Dorp te Tegelen. Hij was een zoon van Frans Engelen (*1898 Helden +1968) en Cornelia JA Hendriks (*1903 Venlo). Het was een groter gezin. In 1971 staan er in correspondentie nog 4 broers en 2 zussen vermeld.
Bij een razia werd hij als onderduiker op 13 juni 1944 opgepakt door de “Ommen Politie’ en naar kamp Amersfoort overgebracht. Op 28 juni 1944 werd hij overgebracht naar Duitsland, naar het kamp Zöschen bij Halle. Zöschen ligt 20 km van Leipzig. Het kamp werd in 1944 gebouwd als buitenkamp van Buchenwald. Zij moesten werken in fabrieken in de buurt. De behandeling van de gevangenen in Zöschen was erbarmelijk slecht, er werd veel mishandeld. Tussen september 1944 en de bevrijding door de Amerikanen op 15-4-1945 zijn er meer dan 500 dwangarbeiders om het leven gekomen waaronder 128 Nederlanders. In Zöschen staat ook een monument voor de omgekomen Nederlanders.
Op 3-11-1944 is Harrie in het kamp overleden. In de correspondentie zou hij door vlektyphus om het leven zijn gekomen maar de slechte omstandigheden zullen zeker een grote rol hebben gespeeld. Ergens staat ook dat hij overleden zou zijn aan de gevolgen van een bombardement. Hij werd op het kerkhof van het kamp in Zöschen begraven. In 1948 werd zijn lichaam overgebracht naar een kerkhof in Berlijn. Op 17-5-1949 werd zijn lichaam herbegraven op de begraafplaats in Tegelen. In 1961 werd hij overgebracht naar zijn laatste rustplaats op het Nederlandse ereveld in Loenen.
Zijn naam staat ook vermeld op het oorlogsmonument in Tegelen op de Raadhuislaan.