Op 15 oktober1945 maakten Indonesische extremisten in een goed georganiseerde en groots opgezette razzia meedogenloos jacht op meer dan 3500 onschuldige en weerloze Nederlanders en Indo-Europeanen. Die dag staat bekend als Bloody Monday

1600 personen werden op vrachtwagens naar de Simpang Societeit getransporteerd, daar werd een onbekend aantal personen levend afgeslacht. Uiteindelijk werden allen naar de Werfstraatgevangenis gedeporteerd. Bij de gevangenispoort werden ze opgewacht door een bloeddorstige menigte, die hen met slag- en steekwapens bestookte. Tenminste 2 weerloze personen raakten dodelijk gewond. In de gevangenis werden sommige gevangenen door Indonesische zware misdadigers (strapans) die als cipiers optraden, doodgeslagen. De gevangenis kreeg het karakter van een concentratiekamp.

Wat tot nu toe niet bekend is dat een veertigtal opgepakte jongeren en mannen, vnl personeel van de Algemene Nederlands-Indische Electriciteits Maatschappij ANIEM tijdens de razzia naar het huis van de Arabier Baswedan in de Kampementstraat 210 werden ontvoerd. Tijdens hun gevangenschap werden zij ondervraagd en door een Volkstribunaal berecht. Tenminste 29 onschuldige gevangenen, waaronder John Fokkema, werden het slachtoffer van een massa-executie.

Zijn vader Simon Gerrit Fokkema kon geidentificeerd worden. Van hem werd een overlijdensakte opgemaakt en geregistreerd in Batavia. Van zijn zoon John is tot nu toe niets bekend. Hoogst waarschijnlijk ligt hij naamloos begraven in een graf met als opschrift “Verzamelgraf Baswedan”