Wilhelm Joseph Francotte
1920-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 23 jaar geworden
Geboren op 29-12-1920 in Vaals
Overleden op 06-09-1944 in Valkenburg (L)
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Wilhelm Joseph (Joep) Francotte, een domme moord
Toen Joep Francotte met zijn verzetsmaat Sjeng Coenen op 6 september 1944 door nazi’s werd omgebracht, was het kort voor de bevrijding. Nog geen week later werden de eerste Zuid-Limburgse dorpjes bevrijd. Een paar weken meer tijd en Joep en Sjeng hadden de oorlog overleefd. Het blijft verbazen, dat de fanatiekste nazi’s zo beestachtig te keer bleven gaan, ook toen konden ze weten, dat ze de oorlog zouden verliezen. Veel mensen in door Duitsland bezette landen werden daar slachtoffer van. Onder hen Joep Francotte en Sjeng Coenen.
Joep Francotte was het derde kind (maar de oudste zoon) in het gezin van Herman Francotte en zijn vrouw Anna Katharina Lambertz. Het was een harmonieus gezin. Joep had een goede jeugd. Na de lagere school (hij volgde zoals dat destijds niet ongebruikelijk was acht klassen) ging hij aan de slag. Hij werd leerling-loodgieter in het nabijgelegen Aken. Ook dat was voor jongens uit Zuid-Limburg allerminst ongebruikelijk.
In januari 1940 ging Joep in militaire dienst bij het Bataljon Geneeskundige Troepen van de Koninklijke Landmacht. Hij werd gelegerd in Amsterdam. Over hoe hij de meidagen van 1940 heeft beleefd, weten we niets, maar in juni 1940 ging hij met groot verlof. Hij ging terug naar Vaals, waar hij vandaan kwam en ging weer in Aken aan de slag als loodgieter. In die tijd pleegt hij zijn eerste verzetsdaden. Lood was schaars in die tijd en het kon voor de vervaardiging van munitie worden gebruikt. Dus drukte Joep regelmatig lood achterover. Dat bracht hij naar zijn zus Thea (die in Aken woonde). Die legde het onder in de kinderwagen. Met de baby er bovenop als dekmantel smokkelde Thea het lood de grens over naar Vaals van waar het verder werd gedistribueerd.
Eind 1942 stierf Joeps moeder aan kanker, maar verder weten we weinig over hoe het hem in die tijd verging. In maart 1943 werd hij gevangen gezet, eerst in Aken, daarna in Düsseldorf. Hij was in Aken niet op zijn werk verschenen en dan was je ‘Arbeitsscheu’ (werkschuw). Met ‘Arbeitsscheue Ausländer’ wisten de Duitsers wel raad. In het gevang ermee. Joep moest helpen puinruimen in een tijd, dat de Geallieerden grote bombardementen uit voerden o.a. op Düsseldorf. Tijdens een van die bombardementen op Düsseldorf (in juni 1943) was de verwarring zo groot, dat Joep kon vluchten. Zonder papieren zag hij kans om Amsterdam te bereiken. Over zijn Amsterdamse tijd is relatief weinig bekend. Wel weten we dat hij hielp bij de verspreiding van het illegale blad ‘Je Maintiendrai’ en dat hij een meisje had ontmoet. Er zijn foto’s van hem en dat meisje in Volendams kostuum en op een boot in Monnickendam. Waarschijnlijk hadden zij verkering. Uiteindelijk bleek een Duitse SS-officier voor haar een aantrekkelijker partij. Waarschijnlijk heeft zij Joep verraden zodat hij de wijk moest nemen uit Amsterdam en weer naar het zuiden ging.
Inmiddels waren er in het hele land verzetsactiviteiten ontstaan. Veel van dat verzetswerk bestond uit het laten onderduiken van Joden, Geallieerde soldaten en mannen die aan de Arbeitseinsatz probeerden te ontsnappen. Er ontstond een landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers, de LO, waarin onder meer bekende verzetsstrijders als dominee Frits Slomp (verzetsnaam Frits de Zwerver) en Helena Kuipers-Rietberg (verzetsnaam Tante Riek) de leiding hadden. De LO regelde onderduikadressen en zorgde voor bonkaarten, zodat er voor onderduikers levensmiddelen konden worden gekocht. Nadat de nazi’s het bonkaartensysteem hadden aangescherpt was de LO genoodzaakt om straffer verzet te plegen. Door distributiekantoren van bonkaarten te overvallen (via de organisatie landelijke knokploegen – LKP) en door via via bonkaarten te organiseren. Er ontstond bovendien een netwerk van goede ambtenaren, die clandestien persoonsbewijzen kon leveren, wat onderduikers kon helpen om een nieuwe identiteit aan te nemen. Daardoor functioneerde de Duitse Arbeitseinsatz het laatste oorlogsjaar vrijwel niet meer.
Ook in Limburg kwam de LO-organisatie van de grond en vanaf het najaar van 1943 was dat eveneens het geval in Zuid-Limburg. Begin 1944 werd een organisatiestructuur vastgesteld. Joep Francotte speelde daarbinnen een steeds belangrijk rol. Onder meer als bewaarder van gevangenen die door het verzet in een grot waren ondergebracht.
Het verzet maakte volop gebruik van de in de regio voorhanden zijnde grotten. Om dingen te bewaren (bonkaarten, wapens, etc.) waar de nazi’s niks van mochten weten. Als plaats om mensen te laten onderduiken en eventueel als gevangenis. Kortom, er was sprake van een volwassen organisatie, die volwassen verzet pleegde. De nazi’s noemden dat terreur en rekenden keihard af met gevangen verzetsstrijders.
In die tijd werd er een onderduiker neergeschoten, die door verraad had moeten vluchten. Hij overleed enige dagen later aan zijn verwondingen. Met de NSB-er, die het verraad op zijn kerfstok had, moest worden afgerekend. Joep Francotte werd aangewezen om op 1 juni 1944 een aanslag op de NSB-er te plegen. Die lukte. De man overleed enige dagen later in het ziekenhuis.
Op de nadering van de bevrijding werden de verzetsacties in Zuid-Limburg steeds krachtiger. Op 5 september 1944 bevrijdde de Heerlense knokploeg (KP) circa 80 politieke gevangenen uit het Maastrichtse Huis van Bewaring. Overal vonden overvallen en diefstallen plaats. Joep Francotte en Sjeng Coenen waren met een derde persoon bij de actie in Maastricht aanwezig. Maar nog diezelfde middag werden ze gearresteerd in Ulestraten. Wat er exact is gebeurd, is niet meer na te gaan, maar er liggen wel uitgebreide getuigenissen. Ze waren bij een boerderij, waar Duitsers dreigden te worden ingekwartierd. Omdat er spullen lagen, die niet voor Duitse ogen bestemd waren, moesten die veilig worden gesteld, Joep en Sjeng waren daarom op de boerderij. Inmiddels waren er meerdere Duitsers op het erf verschenen om kwartier te maken. Op een gegeven moment wekte de kleding van de drie argwaan bij hen. Er volgde een woordenwisseling en uiteindelijk werden Sjeng en Joep meegenomen. De derde persoon wist te vluchten.
Het is maar de vraag of de nazi’s ooit hebben geweten dat ze met doorgewinterde verzetsstrijders te maken hadden. In de kleren van Sjeng was een revolver aangetroffen (Joep had de zijne weten te verstoppen) en dan was je in het nazi-jargon een terrorist. Daar werd korte metten mee gemaakt. De getuigenissen maken duidelijk, dat er tussen de arrestatie en de executie van beide mannen geweld is gebruikt. Het is zeker, dat de schedel van Sjeng Coenen is ingeslagen. Uiteindelijk zijn ze allebei op de Cauberg met een nekschot vermoord, weken, misschien wel dagen voordat dat gebied werd bevrijd.
De lichamen van Joep en Sjeng werden achtergelaten om te dienen als afschrikking voor de burgerij. Alsof een leger, dat zeker zou worden verslagen nog zo veel af te schrikken had. De dienstdoende Duitse commandant stond zich er in die dagen nog op voor, dat hij met deze twee terroristen had weten af te rekenen. Terwijl er van niets anders sprake was dan van een domme redeloze moord.
Gelukkig werden Joep en Sjeng vrij snel ontdekt door fatsoenlijke mensen, die er voor zorgden dat ze konden worden weggehaald en konden worden klaargemaakt voor hun begrafenis. Na de bevrijding van Vaals, op 19 oktober 1944, kon vader Francotte met zijn dochter en met toestemming van de geallieerden de begrafenis van zijn zoon regelen. De begrafenis vond onder grote belangstelling plaats in december 1944.
Na de bevrijding werd er in de familie Francotte niet vaak meer over de oorlog en Joep gepraat. Maar voor zijn vader was de jaarlijkse herdenking in Valkenburg in september zo ongeveer het hoogtepunt van het jaar. Herman Francotte overleefde zijn zoon twintig jaar. Hij zal het verdriet zijn verdere leven lang met zich hebben meegedragen.
Joep Francotte’s leven eindigde op 6 september 1944. Hij zou de bevrijding, waar hij zo hard voor had gevochten, niet meemaken. Hij liet het leven omdat hij vond dat nazi’s in ons land geen plaats hoorden te hebben. Hij koos het goede, maar eindigde als slachtoffer van een domme moord.
Dit verhaal is gebaseerd op een uitgebreid rapport dat Jan Francotte in 2012 over het leven en de dood van zijn halfbroer heeft gemaakt. Jan Francotte heeft zijn halfbroer nooit gekend, maar wilde optekenen wat er gebeurd is. Zonder opsmuk, zoals het gebeurd is.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 17 januari 2023
Oorspronkelijk monument
Foto's van het oorspronkelijke monument op de plaats waar de verzetsstrijders Jan ('Sjeng') Coenen en Jozef ('Joep') Francotte op 6 september 1944 werden gefusilleerd. Op deze plek verrees later het Verzetsmonument Limburg.
Geplaatst door jghk op 20 februari 2023