Hendrik Gerard van Geen
1921-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 23 jaar geworden
Geboren op 15-06-1921 in Waardenburg
Overleden op 02-03-1945 in Varsseveld
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Verzetsherdenkingskruis (VK)
Periode:Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Geplaatst door j a op 01 november 2023
Hendrik Gerard van Geen
Hendrik Gerard van Geen (Henri) wordt op 15 juni 1921 in Waardenburg geboren in Waardenburg als tweede zoon van burgemeester en luitenant ter zee 1e klasse jonkheer Mathieu Lambert van Geen (*Maastricht 1883) en jonkvrouw Constantia Jacoba Van Holthe Tot Echten (*Assen 1893). Zijn ouders zijn in de zomer van 1919 getrouwd. Het is het tweede huwelijk van vader die uit het eerste huwelijk een dochter heeft. In 1927 wordt hij burgemeester van de gemeente Putten en zo verhuist de familie naar Huize Bijstein aan de Nijkerkerstraat in Putten.
In de oorlog gaat het gezin in het verzet. Vader wordt al in augustus 1941 als burgemeester ontslagen door het nazibewind omdat Putten op 29 juni te openlijk de verjaardag van prins Bernard heeft gevierd. Hij duikt thuis onder. De familie biedt hulp aan onderduikers en piloten. Op de jongste dochter na verrichten de kinderen Van Geen koeriersdiensten. Later in de oorlog zijn ze betrokken bij wapendroppings en het onderbrengen en vervoeren van piloten, wapens, munitie en zenders. Ook helpen ze bij de sabotage van spoorlijnen. De kinderen Van Geen noemen zichzelf de Stootgroep. Henri zit bij de De Raad van Verzet, een Nederlandse koepel van verzetsorganisaties in WO2. Zijn verzet is gemotiveerd door “vaderlandsliefde en haat tegen de onderdrukker", aldus zijn vader na de oorlog.
In 1944 maakt Henri van Geen deel uit van een communistische verzetsgroep in Putten en een verzetsgroep rond Arend Dunnewind, de zoon van de stationschef. Ze voeren opdrachten uit voor Berend Dijkman, alias Piet van de Veluwe. In de zomer van 1944 krijgt Henri de leiding. Een paar maanden later in september neemt de ondergedoken politieman Ab Witvoet het roer over. Op zaterdagavond 30 september pleegt deze groep – zonder Henri van Geen – een mislukte overval op een auto met twee Duitse Wehrmacht-officieren en twee korporaals, waarbij een verzetsman en een korporaal omkomen. Deze actie leidt de volgende dag tot de "Razzia van Putten". Op zondag 1 oktober wordt een groot deel van de bevolking gegijzeld. Op maandag worden zo’n 660 mannen tussen de 17 en 50 jaar afgevoerd naar Kamp Amersfoort en het grootste deel gaat op transport naar Neuengamme. Ruim 550 mannen komen daar om. In het dorp zelf steekt de bezetter meer dan honderd huizen in brand.
Op 9 november 1944 worden Henri van Geen en zijn vriend Wiete Rengers Hora Siccama – de verloofde van Henri's zus Cocky – gearresteerd omdat ze zich niet hebben gemeld voor de Arbeitseinsatz. Ze belanden in Kamp Amersfoort, maar op 31 januari 1945 worden ze samen voor verhoor teruggehaald naar de Willem III-kazerne in Apeldoorn. Vanwege het doorslaan van verzetsstrijder Luther Kortlang uit Ermelo begrijpt de Sicherheitsdienst dat er piloten ondergedoken hebben gezeten op Huize Bijstein en dat de beide mannen meer op hun kerfstok hebben dan aanvankelijk gedacht. De jongens proberen onderweg naar de kazerne uit de auto te ontsnappen. Er ontstaat een gevecht met de SD’ers die hen bewaken, waarbij Wiete zwaar gewond raakt en de volgende dag overlijdt. Van Geen belandt op 24 februari na een zeer zwaar verhoor als Todeskandidat in gevangenis De Kruisberg in Doetinchem. Op 2 maart 1945 wordt hij gefusilleerd aan het Rademakersbroek bij Varsseveld in de Achterhoek, samen met 45 andere (verzets)mannen uit heel Nederland. Hun dood is een represaille voor het ombrengen van vier Duitse militairen door verzetsgroep De Bark, die in de laatste oorlogswinter z'n hoofdkwartier heeft in een boerderij in buurtschap De Heurne vlakbij Dinxperlo.
Zus Cocky is al op 5 november 1944 gearresteerd, maar kan in februari 1945 vluchten.
Vader Van Geen wordt begin februari 1945 gearresteerd en komt op 18 maart 1945 in Neuengamme aan. Tijdens een dodenmars van Hamburg naar het Oostduitse Gardelegen ontsnapt hij met enkele anderen en ontkomt zo aan een wrede dood. De andere gevangen worden in een schuur gejaagd die vervolgens in brand werd gestoken.Als de Amerikanen oprukken is hun commandant zo woedend over deze moordpartij dat hij de verwoesting van de stad beveelt. Van Geen weet hem te overreden daarvan af te zien. "Alleen Duitse officieren branden als vergelding steden en dorpen af en vermoorden hun tegenstanders. Zo doen Nederlandse en Amerikaanse officieren niet", betoogt hij, verwijzend naar wat eerder in Putten is gebeurd. Hij overleeft zwaar ziek de oorlog; in januari 1946 hervat hij zijn taken als urgemeester. Hiertegen is in Putten wel weerstand, omdat zijn zoon onderdeel uitmaakte van de verzetsgroep die de razzia veroorzaakte.
Het stoffelijk overschot van Henri wordt op 4 mei 1945 samen met Rademakersbroek-slachtoffers Evert van Grevengoed (ook uit Putten), Luther Kortlang (uit Ermelo), Wouter van Dam (uit Harderwijk) en Bert Schaftenaar (uit Harderwijk) uit Varsseveld opgehaald. Van Geen en Van Grevengoed worden naast elkaar op de Oude Gemeentelijke Begraafplaats (nu Oude Algemene Begraafplaats) van Putten begraven.
Meer lezen hierover? https://de46vanhetrademakersbroek.nl/
SluitenGeplaatst door Ina Brethouwer op 05 september 2021
Hendrik Gerard van Geen
Geplaatst door klijndijk op 07 maart 2017