Anthonius ging op 30 aug. 1887 het leger in en werd cadet bij het wapen der Infanterie van O.Indie. Op 12 decmber 1891 vertrok hij als 2e Luitenant naar Oost-Indie en werd daar ingekwartierd bij het Inf. Bataljon van Borneo. Op 19 april 1895 overgeplaatst naar Atjeh en daar gediend tot 1902. Op 13 juli 1900, bij KB no. 41 kreeg Kolonel A. Geertsema Beckeringh de Ere Sabel uitgereikt wegens Atjeh 1899. Na een verlofperiode in Nederland werd hij in 1904 weer geplaatst in Ned. Indie en werd daar tot 1911 belast met bestuurlijke Cieviel en Militaire Goeveneurszaken te Atjeh. Op 2 aug. 1913 benoemd to Mil. Commandant van Timor en Onderheden. Op 4 nov. 1913 bevorderd tot Luitenant-Colonel. Op 5 juni 1916 bevorderd tot Kolonel en op 10 juni 1916 benoemd tot Mil. Cdt. van Sumatra's Westkust. Hij werd op 2 juni 1920 Eervol ontslagen wegens volbrachte diensttijd.Had tevens de M.W.O. Ridder der 4 e klasse, + ESBegraven: Nederlands ereveld Leuwigajah te Cimahi. Informatie: Straat Jalan Cibogo 16; Plaats Cimahi - Gemeente Cimahi. Land Indonesië . Sluiten