Gustaaf Henry Gelder
1919-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 24 jaar geworden
Geboren op 08-07-1919 in Batavia, NOI
Overleden op 21-01-1944 in Den Haag
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Gustaaf Henri Gelder, de man die het studentenverzet organiseerde, Joden hielp en een illegale krant begon en verspreidde.
Gustaaf Henri Gelder werd geboren op 08 Juli 1919 te Batavia, Nederland Oost-Indië. Hij was de zoon van Gustaaf Herman Daam Gelder, 09 Augustus 1892 te Driebergen – 04 Mei 1954 te ’s-Gravenhage, administrateur op de theeplantage Pagilaran, in de bergen boven Pekalongan op Java – Nederland Oost-Indië en Henriëtte Claus, 05 Mei 1893 te Batavia, Nederlands Oost-Indië – 17 Mei 1964 te ’s-Gravenhage.
Gustaaf Henri Gelder is begin jaren 30 naar Nederland gekomen voor studie. In Nederland werd mr. Arnold Theodoor Gelder, deurwaarder bij het kantongerecht te Utrecht zijn voogd. Gustaaf Henri heeft op het Gymnasium Haganum in ’s-Gravenhage gezeten van 1932 tot 1939, daar heeft hij zijn latere verloofde, Onnij Henrika Eskes, ontmoet. Daarna is hij naar de Universiteit Leiden gegaan, waar hij Indologie, opleiding tot bestuursambtenaar in Nederlands Oost-Indië, studeerde. Hoe anders zou het lopen. Op 10 Mei 1940 overviel Nazi-Duitsland zijn neutrale buurstaat.
Nederland capituleerde binnen 5 dagen. Voor eerstejaars student, Gustaaf Henri Gelder, een jongen nog, begon een radicaal ander leven. Een illegaal bestaan, waarin je in het diepste geheim een eenzame strijd voerde. Toen de Universiteit Leiden in November 1940 op last van de bezetter werd gesloten, ging Gustaaf Henri Gelder naar de Universiteit van Utrecht, waar hij Nederlands recht ging studeren.
Ja. Waarom koos je voor het verzet? Gustaaf ervoer het als een verschrikkelijk onrecht, als een diepe vernedering dat de moffen hier waren. Je was in staat de eerste de beste mof om te leggen. Je vond het on-ver-draag-lijk dat ze op straat liepen. Gustaaf bezat een vanzelfsprekende autoriteit. Zijn leiderschap werd alom geaccepteerd. Hij voerde nooit de boventoon, maar als hij iets zij, luisterde je. Opmerkelijk voor een jongeman van begin 20.
Was zijn zus, Marij Tillij Gelder, 11 Februari 1922 te Weltevreden – Nederlands Oost-Indië – 25 December 2016 te Brig - Zwitserland, destijds op de hoogte van de verzetsactiviteiten van haar broer? Ik wist dat hij in de illegaliteit zat. Meer niet. Bovendien begaf hij zich van adres naar adres. Gustaaf gaf iedereen het zelfde antwoord als ze vroegen waar ze hem konden bereiken: “ik zwerf van adres naar adres.” In werkelijkheid verbleef hij van Maart 1943 tot 21 Januari 1944, bij Maria Leontina Josepha van Soldt - Bos en Jan Hendricus van Soldt, in de Crispijnstraat te ’s-Gravenhage. Zij waren lid van de verzetsgroep Trouw. Verder waren er in die periode ongeveer 4 onderduikers in huis. Maria Leontine Josepha van Soldt - Bos was in die periode zwanger en de baby werd geboren een week na het overlijden van Gustaaf Henri Gelder. Er waren voorzorgsmaatregelen nodig, omdat hij wapens en munitie moest kunnen opbergen en ook z’n spullen voor het drukwerk een veilige plaats moest vinden.
Gustaaf Henri Gelder was lid van een liquidatie groep, dat werk viel hem zwaar, als hij een opdracht had uitgevoerd dan kwam hij ziek thuis en zag grauw van ellende. Gustaaf is vanuit hun huis naar de drukkerij, Drukkerij en Zetterij Bevedeem in de Wouwermansstraat 13 - 15 te ’s-Gravenhage, gegaan. Toch kreeg ze, zijn zus, te maken met het dubbelleven van haar broer. Toen ze in de commode op haar kamer een lade opentrok en onder een stapeltje kleding een revolver aantrof, wist ze: dit is zijn vuurwapen, Ze sprak er met niemand over – ook niet met haar broer. Dat de Duitse politie haar broer zocht, was duidelijk. Gustaaf stond in augustus 1943 aan de basis van de illegale krant Ons Volk. Die ook o.a. door zijn zus werd verspreid. Hij was een van de oprichters van de Raad van Negen, het overlegorgaan van het studentenverzet. Hij nam zelf geen zitting in de Raad, omdat hij zich als eerstejaars student daartoe niet capabel achtte. Tevens was hij betrokken bij de oprichting van het Nationaal Comité van Verzet en hielp joden met valse persoonsbewijzen en bonkaarten. Gustaaf schreef o.a. voor het blad Trouw en verzorgde drukwerk en voor de verspreiding. Omdat de drukkerijen, Drukkerij en Zetterij Bevedeem en Kantoorboekhandel R. Verseveldt, deze had twee drukkerijen, bij ons in de buurt lagen, was het huis in de Crispijnstraat voor hem aantrekkelijk. Er waren voorzorgsmaatregelen nodig, omdat hij z’n spullen voor het drukwerk een veilige plaats moest hebben.
Hij zei mij, Maria Leontina Josepha van Soldt - Bos: “Als ik in het nauw kom te zitten, dan zal ik mezelf doodschieten, want m’n kameraden verraden doe ik nooit.” Hij had zijn verloofde Onnij bezworen: “Als de moffen mij levend in handen krijgen, ben ik bang dat ik doorsla.”
Maanden gingen voorbij tot in Januari 1944 hij werkelijk voor de keus werd gesteld. In het hele land was er een arrestatiegolf van mensen die voor Het Parool werkte. Er was kennelijk verraad geweest. Op 21 januari bezocht Gustaaf Henri Gelder voor zijn eigen krant Ons Volk de drukkerij Bevedeem van Het Parool. De Drukkerij en Zetterij Bevedeem waar Het Parool en Ons Volk werd gedrukt, werd gerund door de heer Van der Meulen en zijn zoon Pieter (1912-1944).
Hier zal ik, Maria Leontina Josepha van Soldt - Bos, wat uitvoeriger over vertellen. "Hij was naar de Drukkerij en Zetterij Bevedeem, gegaan, waar de Duitsers hem opwachtten. De eigenaar van de drukkerij en z’n zoon, die epilepticus was, stonden tegen de muur. Han Gelder trok zijn wapen en verwondde de twee Duitsers. Vanwege de Duitse overmacht zag hij geen andere uitweg dan zelfmoord te plegen. Er was een dokter geroepen, die toevallig in onze groep zat. Hij moest de Duitsers verzorgen en bij de verzetsstrijder kijken of hij echt dood was. De dokter was op 18.45 uur teruggekeerd op de Centrale Post, Waldeck Pyrmontkade, van de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheids Dienst – Eerste Hulp. Binnen een uur wisten mijn ouders wat er gebeurd was en konden ze maatregelen nemen".
Gustaaf Henri Gelder had verschillende schuilnamen. Een was: “Han Gelder” en een andere ” ’t jagertje”. Hij is gestorven onder de naam: Theodorus Hendrikus van Linde, wonende Thomsonlaan 21 te ’s-Gravenhage. De dokter die gekeken heeft of Gustaaf Henri Gelder dood was, heeft geregeld dat hij overgebracht werd naar het Gemeentelijke Zuidwal Ziekenhuis te ’s-Gravenhage. De vader van Els Exalto heeft haar verteld dat er een dode naar het Gemeentelijke Ziekenhuis Zuidwal was gebracht. Hij heeft er in het diepste geheim voor gezorgd dat Onnij Henrika Eskes, de verloofde van Gustaaf, en Els Exalto naar het mortuarium konden komen. Het was Gustaaf inderdaad die daar lag met een roodbruin gaatje in zijn linkerslaap. Onnij schoof de verlovingsring van zijn vinger. We zijn toen intens verdrietig vertrokken, maar blij dat we hem nog hebben gezien. Marij Tillij Gelder hoorde de volgende dag dat haar broer was overleden. “Ik kon het niet geloven. Thuis heb ik uren voor me uit zitten staren.”
De ouders van Gustaaf bleven lang in het ongewisse. Zij waren geïnterneerd in een jappenkamp in Nederland Oost-Indië en vernamen pas in oktober 1945 dat hun zoon was gestorven. Twee jaar later krijgen zijn ouders tijdens een plechtigheid in het Paleis op de Dam uit handen van Koningin Wilhelmina postuum het Gouden Verzetskruis uitgereikt. In een radiorede had de vorstin Gelder voor zijn “Uitzonderlijke verdiensten voor het verzet” geroemd.
Gustaaf Henri Gelder is op 26 Januari 1944 bijgezet in gemeenschappelijk graf op de gemeentelijke begraafplaats aan de Kerkhoflaan te ‘s-Gravenhage. Op 26 april 1946 is hij herbegraven op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen te ’s-Gravenhage. Op een foto staan zijn ouders verslagen aan de groeve. “Mijn vader is nooit over de dood van mijn broer heen gekomen” zegt Marij Tillij Gelder.
Bij zijn teraardebestelling houdt een verzetsvriend een rede: “Maanden tevoren nam hij de maatregelen om te zorgen dat als voor hem het einde kwam, niemand in moeilijkheden zou komen. Dat het werk kon doorgaan en dat wij leven zouden. Het was de grootste moed die ik gekend heb.”
Op 6 November 2009 is hij overgebracht naar het Nationaal Ereveld te Loenen en daar herbegraven in vak A grafnummer 1095.
Gustaaf Henri Gelder, leeft voort ook anno 2017. Onnij Henrika Eskes trouwt na de oorlog en noemt haar oudste zoon Gustaaf Henri. In de volgende steden zijn straten naar hem vernoemd: in Almere – Gustaaf Gelderhof, in Oss – Gustaaf Gelderstraat, in Rotterdam – Gustaaf Gelderpad en Soest – Gustaaf Gelderstraat.
Enkele bijzonder heden.
De dokter die moest kijken of Gustaaf Henri Gelder echt dood was, hoorde de twee Duitsers tegen elkaar zeggen: “Hij heeft een vals Persoonsbewijs”. Hij had zelf ook zo’n PB en vroeg onnozel waaraan ze dat konden zien, en in hun woede wezen ze hem op het watermerk leeuwtje waarvan het tongetje langer was dan van de originele PB’s. Dit was natuurlijk een gouden tip voor de verzetsmensen, want deze kleine fout moest en werd verbeterd.
Omdat de Sicherheitsdienst wilde weten wie deze verzetsman was, begon de politie in ’s-Gravenhage op aandringen van de SD een onderzoek. De zaak kwam in handen van een “goede” politieman, die ervoor zorgde dat het spoor al snel doodliep.
Omdat de Duitsers geen enkel aanknopingspunt hadden waar deze jongeman vandaan kwam en wie hij was, plaatste ze een oproep in de Haagsche Courant, maar pas op 25 januari 1944. Het bezorgde ons wel wat moeilijkheden. Want de mensen bij ons in de straat, hadden hem natuurlijk zien lopen, er in- en uitgaand. Ik werd er dan ook over aangesproken, en vroeg verwonderd hoe ze zich zo in een foto konden vergissen, ik vertelde hen dat hij al geruime tijd bij zijn meisje in Utrecht ziek lag en ik hem enkele dagen geleden nog een bezoek had gebracht. Gelukkig werd mijn verhaal geloofd. Maria Leontina Josepha van Soldt - Bos is ongeveer 3 weken bij haar tante in Haarlem geweest, waar de baby werd geboren, de mensen in de straat hadden haar die tijd ook niet gezien.
De bewuste krantenfoto heb ik nog steeds, het is een tastbaar bewijs van de grote moed en echte heldhaftigheid van een jong mens die om z’n kameraden te beschermen zijn leven opofferde. Deze held heette Han Gelder.
Gustaaf Henri Gelder is herbegraven op de erebegraafplaats in Loenen, waar een witte steen herinnert aan de man die het studentenverzet organiseerde, Joden hielp en een illegale krant begon en verspreidde.
Bovenstaande verhaal is een gedeelte van het verhaal van Gelder met aanvullingen van mijn Moeder.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 09 juni 2017