D.G. Gerrits was in zijn vrije tijd schaker en bestuurder van de Schakersbond, en was werkzaam als accountant. Sedert 1920 was hij medefirmant in de firma Van Dien en Van Uden en Co. Tijdens de oorlog doken twee van zijn medefirmanten bij hem onder, namelijk Emanuel van Dien (die in 1943 overleed) met zijn vrouw Alida van Dien-Zilver en hun dochter Andrea van Dien en hun huisgenoot Leo Häusler (die tot 1941 in Werkdorp Wieringen had gewoond) enerzijds en David de Marcas anderzijds. Op 9 januari 1944 werden de onderduikers en dhr. Gerrits uit het huis gehaald (verraden?) en opgesloten. Van hen overleefde alleen Andrea van Dien de oorlog, omdat zij gemengd gehuwd was en haar man haar op 5 april 1945 uit Westerbork haalde. Gerrits werd via het Oranjehotel, Vught, en Neuengamme naar Bergen Belsen gestuurd waar hij enkele maanden voor het einde van de oorlog bezweek. Sluiten