Henk Baarschers wordt geboren in Winterswijk op 5 augustus 1920 als zoon van Hendrik Bernard Baarschers (boekhandelaar) en Harmina Kappers. Het gezin met zes kinderen woont boven de boekhandel in de Meddosestraat in Winterswijk. Henk heeft een opgewekt karakter, veel gevoel voor humor, is muzikaal en houdt van kunst. Hij volgt een opleiding als boekhandelaar, loopt stage bij boekwinkels in Zwolle en Hengelo Ov. en werkt in de boekhandel van zijn vader. Tijdens de meidagen van 1940 is hij militair (Gele Rijders) in het Nederlands leger en wordt hij ingezet op vliegveld Valkenburg.

Hij wordt al snel lid van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers, die is opgezet door het Winterswijkse echtpaar Kuipers-Rietberg (verzetsvrouw Tante Riek en Oom Piet) samen met de ondergedoken dominee Fredrik Slomp uit Heemse. Ook Henks broer Johan is actief in het verzet en jongere zus Titia is koerierster. De ouders weten niet veel van het verzetswerk van hun kinderen, maar bieden desgevraagd plaats aan onderduikers in de bovenwoning. Johan en Henk maken samen vervalste papieren, "Rückkehrscheine", waarin staat dat betrokkene is afgekeurd voor de arbeidsinzet. Veel personen blijven met dit papier gespaard voor werken in Duitsland en kunnen in Nederland blijven. Later in de oorlog maakt Henk deel uit van de Knokploeg Aalten. Hij werkt in het verzet onder andere samen met Wim Koenen, die op 22 maart 1944 in Winterswijk wordt gearresteerd na de bioscoopbrand die hij samen met Henk heeft veroorzaakt na het stelen van spullen. Koenen verraadt in gevangenschap zijn verzetsvrienden niet maar de politie vindt bij zijn vriendin bonkaarten en vervolgens dreigt de Gestapo haar dat haar ouders doodgeschoten worden als ze niet meewerkt. In de avond van 23 mei 1944 brengt dit meisje bij Henk Baarschers een revolver. Dat gebeurt met medeweten van de Sicherheitsdienst en de plaatselijke politie, die intussen het huis hebben omsingeld.

Even later doen SD en politie bij Baarschers een inval en arresteren Henk en zijn jongere broer Herman. De ouders Baarschers worden ruw bejegend tijdens de huiszoeking want ook Johan wordt gezocht. Maar Johan zit in Hengelo (Ov.) ondergedoken waar hij illegaal drukwerk maakt. Het huis wordt veranderd in een chaos, vooral het magazijn, kantoor en de bovenverdieping. Henk en Herman worden opgesloten in een cel in Winterswijk en die nacht een aantal keren verhoord. Henk pleit voor zijn jongere broer, die om half zes in de ochtend wordt vrij gelaten. Die dag wordt Henk op het politiebureau zwaar mishandeld, zodanig dat hij nog nauwelijks kan lopen. Drie dagen later wordt Henk samen met Wim Lelieveld en Jacques Verhees naar Arnhem gebracht en daar opgesloten in het Huis van Bewaring. Hierna zit Henk enkele maanden vast in Kamp Amersfoort. Begin september 1944 komt hij in Kamp Vught terecht als de geallieerden oprukken. Op 5 september 1944 wordt Henk Baarschers in Vught geëxecuteerd. Zijn familie krijgt hiervan pas na de oorlog bericht. Zijn verraadster komt er met een lichte straf van af omdat ze nog maar twintig jaar oud is.