Frederik Jan Gorter

1904-1942

0

Oorlogsslachtoffer

Is 38 jaar geworden

Geboren op 02-03-1904 in Leiden 

Overleden op 07-03-1942 in Ind. Oceaan a/b ss. Poelau Bras 



Militair onderdeel

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Frederik Jan Gorter: Hoe de roep van het avontuur leidde tot een zinloze dood.

Open, speels, avontuurlijk en vriendelijk. Dat was Frederik Jan Gorter. Afkomstig uit een intellectueel Leids gezin (vader was hoogleraar Kindergeneeskunde in Leiden) had hij na het gymnasium biologie gestudeerd. Hij was gek op dieren. “In Indië... Lees meer

Open, speels, avontuurlijk en vriendelijk. Dat was Frederik Jan Gorter. Afkomstig uit een intellectueel Leids gezin (vader was hoogleraar Kindergeneeskunde in Leiden) had hij na het gymnasium biologie gestudeerd. Hij was gek op dieren. “In Indië had hij een terrarium”, vertelt zijn dochter Marijke een mensenleven later. “Moeder was als de dood, dat zo’n slang zou ontsnappen.”

Het leven van Freek Gorter eindigde toen hij net 38 jaar oud was. Een Japanse torpedo trof het Nederlandse marineschip, waarop hij na de Slag in de Javazee onderweg was naar Colombo op het huidige Sri Lanka. Freek overleefde het niet.

Freek Gorter volbracht zijn militaire dienst bij de marine. De lokroep van het avontuur bracht hem in Indonesië. Nadat hij in 1929 promoveerde en met Charlotte Thomson trouwde zocht hij een baanbij het Proefstation van Deli Tabak in Medan. Hij deed daar proeven naar betere tabaksplanten. Maar het gezin (inmiddels was de oudste dochter geboren) zou er niet blijven. De crisis van de jaren dertig was er de aanleiding voor dat het gezin terug moest naar Nederland. Naar Delft, om precies te zijn, waar Freek werk vond bij de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek. In Delft werd Marijke geboren.

Het waren gelukkige jaren. Toch bleef het avontuur lokken. Het werk in Delft was hem te statisch, te administratief en te weinig ondernemend. In zijn perceptie stond Indië voor buiten, voor ondernemend en voor avontuur. En voor het plezier dat je er als Hollanders onder elkaar kon hebben. Dus zodra het kon, keerde het gezin weer terug. Deze keer naar Buitenzorg (het huidige Bogor). Daar vond hij werk bij de wereldberoemde Plantentuin, een soort hortus botanicus, waarbijzondere plantenrassen in stand werden gehouden. Freek Gorter was daarnaast docent aan de Geneeskundige Hogeschool in Batavia. Het gezin leidde een gelukkig, rimpelloos leven. Freek speelde graag met zijn kinderen. Marijke herinnert zich hoe ze met haar vader over stenen sprong in een nabijgelegen kali (rivier). “Dan tilde hij me van de ene naar de andere steen en samen hadden we de grootste lol. In Buitenzorg was een Nederlandse sociëteit waar van alles te doen was. Bovendien had je er het paleis van de Gouverneur Generaal. “Ik ben te jong om er al te veel herinneringen aan te hebben, maar het moet een heerlijk tijd zijn geweest.”

De Tweede Wereldoorlog maakte aan dat zorgeloze bestaan een eind. De hoop, dat de Japanners Nederlands Indië zouden overslaan bleek ijdel. Voor Freek Gorter betekende dit, dat hij werd opgeroepen voor militaire dienst, terug naar de marine. “Toen hij afscheid kwam nemen heb ik hem voor het laatste gezien. Ik was toen 6”, herinnert Marijke zich. “Dat moet begin 1942 zijn geweest.”

Freek Gorter deed dienst op het MS Poelau Bras en nam deel aan de Slag op de Javazee. Die overleefde hij. Daarna zou de Nederlandse Marine zich hergroeperen nabij Colombo op Ceylon (het huidige Sri Lanka). Ze waren al een flink stuk op weg. De Slag in de Javazee had zich ten noorden van Java afgespeeld en nu zaten ze al ten zuiden van het eiland, in de Wijnkoopsbaai. Tot een torpedo aan alle illusies een eind maakte. De Poelau Bras ging ten onder. De overlevenden die er waren, werden krijgsgevangen genomen. Hen wachtte het gruwelijke lot, dat de Japanners voor krijgsgevangenen in petto hadden. Freek Gorter werd niet krijgsgevangen genomen. Een zeemansgraf was zijn deel. Marijke: “Later zei mijn moeder dat het misschien beter was dat het zo gegaan was. Zo’n vrije geest in krijgsgevangenschap…”

Inmiddels was Charlotte Gorter-Thomson met haar twee dochters in een Jappenkamp terecht gekomen, onwetend van het lot van hun man en vader. Het Jappenkamp was wat het Jappenkamp was: weinig eten, veel slaag en veel ziektes. Mannen werden van vrouwen gescheiden, jongens van hun moeder. Naarmate de oorlog vorderde werd het er steeds strenger. Charlotte Thomson en haar dochters hadden dan nog het geluk, dat ze niet van elkaar werden gescheiden.

Pas na de oorlog hoorden ze vanuit Nederland dat Freek was omgekomen. Dat bericht was namelijk aan zijn ouders doorgegeven. Charlotte had het bericht al wel verwacht. Er was de jaren daarvoor niet het minste teken van leven gekomen.

Na de bevrijding waren de problemen voor het gezin Gorter allerminst voorbij. Tijdens de oorlogsjaren hadden de Japanners de lokale bevolking sterk opgezet tegen de Nederlanders en dus was geen Nederlander zijn of haar leven nog zeker. “We werden in open vrachtwagens vervoerd, die met mitrailleurs werden bewaakt”, vertelt Marijke. “Alvorens te worden gerepatrieerd werden we in een soort tehuis ondergebracht. We leden aan beri beri, hadden hongeroedeem, maar konden geen eten binnen houden. Mijn moeder had geelzucht en toen wij haar wilden bezoeken werden we door een groep inlanders met hooivorken aangevallen. Ik was een jaar of negen. We moesten rennen voor ons leven. Gelukkig passeerde er net een open vrachtwagen, die vol zat met Nederlanders. Die hebben ons bij de hand gepakt en in de vrachtwagen gehesen. Zo hebben zij ons leven gered. Ik draag dat beeld nog steeds bij me, ook nu ik 86 ben.”

Toen Charlotte Gorter weer beter was ging ze met de kinderen naar een pension in Batavia om vandaar naar Nederland te reizen. Eind 1945 was het zo ver. De familie reisde met de Nieuw Amsterdam, die in de oorlog tot troepentransportschip was omgebouwd. Omdat vader er niet meer was, had het gezin voorrang gekregen. Om de Nieuw Amsterdam te bereiken moest er eerst met een ander schip door een mijnenveld worden gevaren. De familie Gorter had geluk. Voor hen geen troepenverblijf maar een twaalfpersoonshut, die ze met anderen deelden. Marijke herinnert zich nog het nodige van de reis. “In het Suezkanaal gingen we van boord en kregen in Attaka allemaal nieuwe kleren. We werden daar bijzonder hartelijk ontvangen. Dat was geen overbodige luxe, want we hadden niet meer kleren dan we droegen en we zouden in de Nederlandse winter aankomen. Het schip kwam ook nog vast te zitten in het deels dichtgeslibde Suezkanaal. Door heel veel kracht op de motor te zetten, kregen ze het schip weer vlot. Daar werd je behoorlijk misselijk van.

Onderweg ontwikkelde zich aan boord een mazelenepidemie. Ze noemden de Nieuw Amsterdam de mazelenboot. Dat was met al die ondervoede mensen natuurlijk een ramp. Veel mensen overleden. “Zelf lag ik ziek te bed en ik zie nog de lijkkisten voor mijn raam voorbij komen. Zo’n beeld raak je niet kwijt.”

Eenmaal in Nederland werd het gezin opgevangen door de stiefvader van Charlotte. Hij woonde in Den Haag en heeft het gezin materieel en in geestelijk opzicht goed kunnen helpen. Marijke en haar zus groeiden op in Den Haag.

Charlotte overleefde haar man 57 jaar. Op latere leeftijd was zij de overbuurvrouw en kind aan huis in het gezin van Marijke in Zwolle. Dat was een gelukkige tijd. Marijkes dochter Charlotte (vernoemd naar oma) vertelt: “Waarschijnlijk als gevolg van een oorlogstrauma was oma wat nerveus. Maar ze was ook een intelligente vrouw, die ons als kinderen door onze eindexamens wist te slepen. Samen met haar heb ik mij gebogen over de veranderingen in de hoofdpersonen van romans in de periode 1890-1970. Oma schreef gedichten en ze vertelde ook wel over vroeger in Indië. Ze vond het geweldig om ons te zien opgroeien.”

“Voor het oog speelde vader daarin niet meer zo’n grote rol”, zegt Marijke. “Moeder had daar een punt achter gezet. Maar ze vond het wel leuk als ze eigenschappen van hem terug zag in mij of in onze kinderen.”

Het lijkt een zinloze dood, de dood van Frederik Jan Gorter. Hij kwam om op een marineschip in Indische wateren door een torpedoaanval, iets dat voor hetzelfde geld niet was gebeurd. Maar hij was daar omdat hij zijn verantwoordelijkheden voor het vaderland aanging. Daarom gedenken wij Frederik Jan Gorter met respect.

Op het Nederlandse ereveld Kembang Kuning te Surabaya is in 2007 door de Oorlogsgravenstichting een monument onthuld, ter nagedachtenis aan de Slag op de Javazee. De namen van de mariniers die hun zeemansgraf vonden (waaronder Frederik Jan Gorter), staan hier op bronzen platen vermeld.

Sluiten
Bron: Tekst geschreven door Piet Kralt na een interview met zijn dochter Marijke Warner

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 07 december 2021

Krantenknipsel

Dr. Frederik J. Gorter
Bron: Algemeen Handelsblad 18-01-1946

Geplaatst door Wulfert Hop op 23 juli 2020

50aac5e3a24bfc38fa058b5e98266013 v1

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Zeemansgraf


Vak/rij/nummer KDH6
Gedenkboek: 38

Nationaal archief

Bekijk
Menu