Johannes Hendrikus Maria Groels
1941-1962
Oorlogsslachtoffer
Is 20 jaar geworden
Geboren op 04-12-1941 in Waalre
Overleden op 28-05-1962 in Kaimana, Ned. Nw-Guinea
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De trieste oorlog van Jan Groels
Twintig jaar was hij pas. Een jonge jongen die als dienstplichtig soldaat terecht kwam in de guerrillaoorlog die Nederland op Nieuw Guinea uit vocht met Indonesië. Of hij dat als zijn oorlog zag is de vraag. Hij deed wat hem gezegd werd, ver van huis gestationeerd in Kaimana, aan de kust van Papua Nieuw Guinea, als brenschutter. Maar hij had het zwaar. Hij gaf ooit aan bij zijn moeder naar huis te willen. Zij had bij de burgemeester van Aalst (N.Br.) geprobeerd om hem thuis te krijgen. Tevergeefs.
Jan was er in de maand mei helemaal niet goed aan toe, hij had koorts en was behoorlijk ziek, maar moest op die 28e mei 1962 toch op een zware verkenningspatrouille. Als dienstplichtig soldaat werd je ook in 1962 verondersteld om orders op te volgen. En dat deed hij, volgens zijn sergeant, zonder klagen. Ondanks 24 uur niet slapen, de jungle muggen, ringpier (een huidziekte) en dan nog de hoge koorts.
Onderweg terug, midden in de jungle, gebeurde het. Een geweer ging af. Een sergeant die zich omdraaide, zag Jan op de grond liggen met een kogel door zijn hoofd. Onduidelijk is wat er precies gebeurd is. Later zou de sergeant in een boek het tragische voorval beschrijven en hoe hij soldaat Jan vol bloed, een deel naar beneden droeg door het oerwoud. Jan stierf die dag. Meer weten we niet met zekerheid. Jan Groels zou nooit 21 jaar worden. Of dertig, vijftig of zeventig. Hij zou nooit trouwen of kinderen krijgen. En zijn familie leeft vandaag nog met vragen als: had Jan op patrouille moeten gaan gezien de toestand waarin hij verkeerde?
Jan was de oudste van een gezin van drie kinderen, hij had twee jongere broers. Moeder had een handel in linnen en andere stoffen waarvoor ze met vader door het hele land reisde. De jongens groeiden op in redelijke welstand, maar ook in redelijke zelfstandigheid, want moeder en vader waren niet altijd thuis. Kattenkwaad uithalen konden ze dan ook samen, op het platte dak van het ouderlijk huis klimmen en buurtkinderen uitdagen, maar ook voetballen op straat. Ook waren de drie jongens kind aan huis bij het Eindhovense dierenpark Animali. Ze hielpen daar graag mee met het verzorgen van de dieren als hun ouders op pad waren. Het was een goed gezin, maar over emoties werd niet gepraat (zoals in die tijd veel gezinnen leefden).
Naarmate de puberteit vorderde gingen de broers meer hun eigen weg. Jan begon zich als oudste voor brommers en motoren te interesseren en werkte bij een garage. Dat sleutelen aan zo’n ding vond hij hartstikke mooi. Daar hoefde hij niet altijd zijn jongere broers bij te hebben, zoals dat gaat als broers opgroeien. Hun band veranderde mee. Toen hij naar Nieuw Guinea vertrok, beloofde Jan een van zijn broers een Papoea pijl en boog (zo’n hele lange pijl) mee terug te nemen. Dat zou er nooit van komen.
De dood van Jan had een enorme impact op het gezin Groels. Ze waren daar niet zo van huilen. Sterk zijn werd als een betere optie gezien, maar nu lukte dat niet meer. Moeder Groels had het zwaar met haar verdriet. Ze huilde veel. Ze leerde er mee omgaan, maar ze was vol in haar ziel geraakt. Toen ze ouder werd, kwamen het gemis en het verdriet weer terug.
Ze voerde vlak na zijn dood een eigen strijd met de autoriteiten. Jan was op Nieuw Guinea begraven en dat wilde ze niet. Hij moest in Aalst (Waalre) worden begraven. Daar knokte ze voor, tot het was gelukt. Ze had haar kind weer ‘thuis’ eind 1962.
Ondanks het verdriet van de ouders viel het de familie Groels moeilijk om te praten over wat er met Jan was gebeurd. Hoeveel lijden kan een gezin aan?
Tot op de huidige dag zit het verdriet bij de broers Groels diep, ieder op een eigen manier. Het was geen troost dat er later in Aalst een straat naar Jan is vernoemd, er was tientallen jaren geen erkenning geweest. Een van de broers beschrijft het gemis van menselijkheid, begrip en de openheid van overheidswege als ‘stekend’.
Beide broers zijn getrouwd, kregen kinderen en kleinkinderen en zijn daar dankbaar voor en trots op. Jan is dat nooit gegeven geweest en dat is bijna zestig jaar later nog iets om verdrietig om te zijn.
Wij praten met Monike Walraven, een nichtje van Jan. Zij heeft haar oom nooit gekend en er over praten met haar vader en andere oom ging niet altijd vanzelf. “Ik ben dankbaar dat we dat wel doen”, zegt ze, “toen ik met mijn vader en mijn oom praatte kwamen er jeugdherinneringen boven, waarvan ik nooit had gehoord. Mooie dingen, die ze samen hadden meegemaakt en die hen een glimlach om de mond bezorgde. En ook stukken rouw van de tieners die ze waren, toen de dood van hun broer een gat in het gezin sloeg.”
“Ik hou van de openheid om het mooie en het pijnlijke met elkaar te delen, dat is het leven. Ook voor mijzelf en onze kinderen is het waardevol hun persoonlijke geschiedenis, hun roots, te kennen en ruimte te geven. Nadat een nieuwe grafsteen voor Jan geplaatst was, ben ik met mijn man en onze dochters van 8 en 11 naar de begraafplaats gegaan op een prachtige avond. Er ontstonden opnieuw mooie gesprekken over de dood en over Jan's leven als broer van opa.”
Jan Groels stierf niet in een of andere heldhaftige actie. Zijn sterven was triest. Hij was terecht gekomen in een noodlot dat hij niet kon ontlopen.
Wij mensen zijn geneigd om lijden te relativeren, weg te kijken van onbegrepen oorlogsslachtoffers en hun nabestaanden, Laten we Jan Groels niet vergeten. Hij heeft bestaan, is een slachtoffer van een koloniale oorlog en was vooral een mens. Hij leeft door in het hart van zijn familie.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 18 januari 2021
Grafrenovatie
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 27 oktober 2020