Rangoon lag aan de westkust van Birma. De Strafgevangenis lag in het zuid-westen van de stad (Rangoon Ritz). De Tacoma Maru 1, was op 15-10-1942 vertrokken van uit T. Priok, het vertrek uit Singapore was op 23-10-1942. Via Penang kwam Jan Leonard Baggen, samen met zijn kameraad Mil.Sold.Art.2e klasse stamboek no. 71909, Henk von Gabain aan in Rangoon. Jan was onderweg ernstig ziek geworden en werd met vele anderen krijgsgevangenen overgebracht naar het Hospitaal. Onder de gevangenen van de Tacoma Maru 1 heerste er gedurende de reis een hardnekkige bacillaire dysenterie die al in Batavia werd geconstateerd door de slechte hygiënische toestand in het 10e Bat. Aan boord vielen onderweg 12 doden,( *Henk von Gabain schijft in zijn brief aan zijn vrouw "Noes" van 10 doden, allen kregen een zeemansgraf.) In de Gevangenis in Rangoon vielen nog eens 220 doden.(*180 doden en Henk schrijft, dat ook zijn kameraad Jan Baggen daar is overleden. Er waren geen medicijnen beschikbaar en voedsel kregen zij beperkt. De vier Nederlandse doctoren (waaronder Van Hasselt, D.Brouwer en Reeling Knap) konden de ziekte uiteindelijk enigszins onder controle krijgen door hen streng te isoleren in de ziekenzalen. Henk werd uiteindelijk op de verjaardag van zijn vrouw Noes op 21 dec verscheept naar Moulmein. Bron: mevr.L.von Gabain, nichtje van Henk. Geplt: Mevr. N.Jeekel Sluiten

De Tacoma Maru 1 (3000 ton) vertrok op 16-10-1942 met ongeveer 1700 Nederlandse krijgsgevangenen (waaronder 500 reserve-officieren van het KNIL) uit Tandjong Priok naar Birma; deze groep krijgs­gevan­genen kwam uit het 10e Bataljon in Batavia. Zij zaten in over­volle ruimen, Aan boord was het vreselijk. De volgende dag brak er bacillaire dysenterie uit. Omdat isolatie van de zieken niet mogelijk was verspreidde de ziekte zich snel: de stank en de hitte was intens. Spoedig waren er honder­den zieken, ook Jan Leonard Baggen werd tijdens de verscheping met eindbestemming Rangoon te Birma ernstig ziek. Sluiten