Jacob Haasnoot

1920-1942

Jacob-Haasnoot.jpg

Oorlogsslachtoffer

Is 22 jaar geworden

Geboren op 24-03-1920 in Katwijk aan Zee 

Overleden op 31-07-1942 in Palembang, Charitas Ziekenhuis 



Militair onderdeel

Afbeeldingen

0
0

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

DOOR JAPANSE VLIEGTUIGEN TOT ZINKEN GEBRACHT

Op last van de Nederlands-Indische regering is de 'Poelau Bras' op 28 februari 1942 uit Tjilatjap met onbekende bestemming in zuidelijke richting vertrokken. Het schip bevindt zich reeds in betrekkelijk veilig vaarwater, als er een... Lees meer
Op last van de Nederlands-Indische regering is de 'Poelau Bras' op 28 februari 1942 uit Tjilatjap met onbekende bestemming in zuidelijke richting vertrokken. Het schip bevindt zich reeds in betrekkelijk veilig vaarwater, als er een regeringstele¬gram wordt ontvangen met de opdracht terug te keren naar Tjilatjap. Kort voordat de 'Poelau Bras' de vertrekhaven binnen loopt, krijgt kapitein Crietée weer een telegram onder ogen, nu met de opdracht op te stomen naar de Wijnkoopsbaai om daar de aanwezige Nederlanders te evacueren.Op 4 maart 1942 laat de 'Poelau Bras' daar het anker vallen. Ingescheept worden een marine-detachement, een kleine 100 man, bestaande uit officieren en stafpersoneel. Ook komen er officieren van het KNIL, afkomstig van Pelaboehanratoe (aan de Wijnkoopsbaai) en het overige aanwezige marine- en koopvaardijpersoneel en burgers (vrouwen en kinderen) aan boord, in totaal zon 170 personen. Er is voor al deze mensen geen slaapplaats aanwezig. Eenmaal aan boord worden er zwemvesten uitgedeeld en moet men zelf maar een plekje zoeken en een bedje maken.De 'Poelau Bras' verlaat, gewapend met een licht afweerkanon en 16 mitrailleurs die de militairen mee aan boord hebben meegenomen. op 6 maart 1942 de haven van Tjilatjap met als doel via Colombo naar Australië te ontsnappen. Om 09.00 uur van de gedenkwaardige 7 maart 1942 klinkt aan boord het luchtalarm en haasten bemanning en passagiers zich naar het dek. In de verte komt een Japans verken¬ningsvliegtuig naderbij. Het vliegtuig draait eerst in een grote cirkel om de 'Poelau Bras' heen en duikt dan van achteren over het schip heen. Op de 'Poelau Bras' begint men gelijk te vuren met het kanon en de mitrailleurs, maar het vliegtuig wordt niet geraakt.De opvarenden weten nu wat er gaat komen. Het vliegtuig brengt rapport uit en binnen een aantal uren kan een aanval worden verwacht. In hoog tempo wordt er gewerkt aan de verdediging van het schip. Helmen worden tevoorschijn gehaald en het kanon en de mitrailleurs worden voorzien van munitie. Om 11.00 uur, het schip bevindt zich dan op ongeveer 200 mijl zuidelijk van de Straat Soenda, wordt er weer luchtalarm gegeven. Even later wordt de 'Poelau Bras' door negen Japanse vliegtuigen, afkomstig van het Japanse vliegdekschip 'Hiryu', onder vuur genomen. De 'Poelau Bras' gaat zigzag koersen om aan dit vuurgevecht te ontkomen. Iedereen die geen kanon of mitrailleur bedient ligt plat op dek, vlak tegen elkaar aan, rubbertjes in de mond en met de vingers in de oren. Er wordt langdurig ge-bombardeerd, de vliegtuigen komen steeds laag over en terwijl ze duiken worden bommen afgeworpen en maaien ze hun mitrailleurkogels over de dekken. De eer¬ste bom die valt is een misser, maar de tweede slaat dwars door een reddingboot en ontploft op de waterlijn van het schip. Het projectiel slaat een gat in de huid waardoor het water de machinekamer instroomt. Weer volgt er een voltreffer waardoor leidingen worden afgescheurd en de elektrische installatie zwaar wordt beschadigd. Er ontstaat een felle uitslaande brand waardoor de motor niet meer kan blijven draaien. De 'Poelau Bras' ligt weerloos te drijven.Het schip is nu een gemakkelijke prooi voor de vliegtuigen, de ene voltreffer volgt na de andere. De situatie is zorgwekkend. De brug krijgt een voltreffer en spat uit elkaar, kort daarna zakt het achterschip weg en om ongeveer 11.40 uur zinkt het schip bijna rechtstandig de diepte in. De nog in leven zijnde passagiers en bemanningsleden proberen zich in de drie (van de zeven) overgebleven reddingboten In veiligheid te stellen. De Japanse vliegtuigen blijven echter over het water scheren en beschieten de overlevenden in de boten en de mensen die nog in het water liggen met hun mitrailleurs. Daarna trekken de vijandige toestellen zich terug en verdwijnen achter de horizon.Van de opvarenden worden er slechts 116 gered, die door de Japanners gevangen worden genomen. Verschillende passagiers en bemanningsleden overlijden alsnog aan de opgelopen verwondingen of later in de Japanse kampen. Het precieze aan¬tal opvarenden van de Poelau Bras heeft men nooit exact kunnen achterhalen, vermoed wordt dat het aantal slachtoffers tussen de 240 en de 260 moet liggen.Het duurt ruim twee jaar voordat de familieleden van passagiers en bemanning bericht over de ramp krijgen. Eind december 1945 kan er een uitgebreid relaas worden samengesteld doordat enige overlevenden van de ramp in Nederland terugkeren.Aan boord van de Poelau Bras waren vier Katwijkers. Dirk Cornelis van Duijn, overleden op 7 maart 1942 in de Indische Oceaan. Jacob Haasnoot, aanvankelijk gered uit zee maar overleden op 31 augustus 1942 in Palembang in een Japans gevangenenkamp als gevolg van uitputting. Krijn van der Plas, eveneens overleden op 7 maart 1942 in de Indische Oceaan. Cornelis (Kees) Kruyt, ook overleden op 7 maart 1942 in de Indische Oceaan.Over het lot van Kees bestaat lange tijd onzekerheid. In juli 1944 komt er via familie van een andere Katwijkse stuurman een brief uit Amerika waarin vermeld staat dat Kees nog in leven is. Een half jaar later komt er een telegram waarin staat dat hij wordt vermist. De Maatschappij Nederland stuurt eind augustus 1945 een brief aan de vrouw van Kees met de mededeling dat er nog niets bekend is over het al dan niet in leven zijn van haar man. Op 14 november van dat jaar krijgt de weduwe het enige juiste bericht van een geredde mede¬opvarende: Kees is bij het bombardement om het leven gekomen.Kees wordt in 1948 postuum onderscheiden met het kruis van verdienste' wegens het uitvoeren van de door de kapitein gegeven opdracht de passagiers bij de sloepen te verzamelen en in de ontstane paniek onder de passagiers orde te scheppen. Ook geeft hij Instructies om de boten te vieren. In 1951 ontving hij nogmaals een decoratie, namelijk het 'Oorlogs-Herinneringskruis' met gesp voor algemene krijgsverrichtingen 'Oorlogsdienst Koopvaardij 1940 - 1945 en de gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen Java Zee 1941 - 1942'Het Nederlandse Instituut voor Militaire Historie bezit unieke filmbeelden uit het najaar van 1941 waarop de Nederlandse kruiser Hr. Ms. Java te zien is. Dit schip verging tijdens de slag in de Javazee, op 27 februari 1942. De 'Poelau Bras' komt in deze film ook even in beeld, dit zijn de laatst bekende beelden van het koopvaardijschip voor dat het op 7 maart 1942 tot zinken werd gebracht. Sluiten
Bron: Boek: Op zee gebleven 1919-2018 - Willem van der Plas

Geplaatst door dirkvanduijn83@gmail.com op 27 oktober 2020

7e5d69a7572942fda3af85b92dfa56e0 v1

De aanval op de Poelau Bras

Op de dag van de Slag om de Javazee, 27 februari 1942, weet het vrachtschip POELAU BRAS veilig de haven van Tjilatjap te verlaten. Op 4 maart bereikt ze de Wijnkoopsbaai op Java, ten zuiden van Buitenzorg. Twee dagen later komt een detachement van... Lees meer
Op de dag van de Slag om de Javazee, 27 februari 1942, weet het vrachtschip POELAU BRAS veilig de haven van Tjilatjap te verlaten. Op 4 maart bereikt ze de Wijnkoopsbaai op Java, ten zuiden van Buitenzorg. Twee dagen later komt een detachement van honderd man van de Koninklijke Marine aan boord, waaronder waarnemend Commandant Zeemacht SBN J.J.A. van Staveren. Ook embarkeren functionarissen van de Bataafse Petroleum Maatschappij, bemanningsleden van de Shell en andere S.M.N.-schepen die eerder verloren gingen. Sommigen brengen ook hun gezin aan boord. Maar het schip heeft slechts accommodatie voor 56 passagiers en de chaos aan boord is dan ook groot. De Poelau Bras is bewapend met Bofors machinegeweren aan beide zijden in een geschutskoepel en op het achterschip een 10,2-cm kanon. De marinemensen plaatsen na aankomst op diverse plaatsen op het schip nog eens 16 mitrailleurs. Op 6 maart 1942 om 20.00 u. verlaat ze de Wijnkoopsbaai met bestemming Colombo (Sri Lanka), waar Vice-Admiraal C.E.L. Helfrich inmiddels aangekomen is om een nieuw hoofdkwartier in te richten. Met maximale vaart wordt de Indische Oceaan opgestuurd om zo snel mogelijk uit de gevarenzone te komen. Maar de volgende ochtend, op 7 maart, verschijnt om 10.30 uur een Japans verkenningsvliegtuig, die de positie van de Poelau Bras doorseint. Om 11.40 uur worden twaalf Japanse Aichi D3A Val bommenwerpers gedetecteerd, afkomstig van het Japanse vliegdekschip HIRYU. Verdeeld in drie formaties voeren de vliegtuigen aanvallen uit op de Poelau Bras. Ontsnappen is onmogelijk en een bom raakt een reddingssloep aan stuurboord en ontplofte vervolgens op de waterlijn ter hoogte van de machinekamer. Water stroomt de machinekamer in, waardoor de motor afslaat en het schip stil komt te liggen. Weerloos drijft ze rond, zwaar bestookt door bommen en machinegeweer vuur van de duikbommenwerpers. Een voltreffer slaat recht in de schoorsteen en brand breekt uit. Het tegenvuur heeft weinig effect op de aanvallende vliegtuigen. De gezagvoerder geeft opdracht om het schip te verlaten, maar door het aanhoudende mitrailleurvuur van de bommenwerpers durven veel mensen niet met de sloepen van boord te gaan, maar springen in paniek overboord. De bommenwerpers beginnen daarna de reddingboten te beschieten. Meerdere boten worden vernietigd en kunnen er slechts drie ongedeerd gestreken worden, evenals twee vlotten. Als de sloepen nog dichtbij het schip zijn, komt de boeg plotseling omhoog en zinkt het schip snel over de achtersteven weg. Nadat de Japanse vliegtuigen het schip zien zinken laten ze de drenkelingen in zee achter en keren terug naar hun moederschip. Het aantal opvarenden is niet met zekerheid bekend, maar wordt geschat op circa 260 mannen, vrouwen en kinderen. In de drie reddingssloepen bevinden zich 116 overlevenden, die na acht dagen van ontbering een klein eilandje bereiken voor de kust van Sumatra. Op een later moment worden ze in de Semangka baai op Sumatra gevangen genomen door de Japanners. Per trein gaat de groep naar Palembang, waar ze een jaar in een gevangenenkamp verblijven. Daarna wordt de groep gesplitst in delen en doorgestuurd naar andere kampen in Singapore, Maleisië en Formosa (het huidige Taiwan). Matroos Haasnoot overleeft de aanval op de Poelau Bras, maar overlijdt later in het gevangenenkamp in Palembang. Sluiten
Bron: Nationaal Archief, inventarisnummer 2.06.084, scheepsverklaring Poelau Bras

Geplaatst door Jos Rozenburg op 17 februari 2020

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu