De onderzeeboot Hr. Ms. O-16 (Luitenant ter zee eerste klasse A.J. Bussemaker) wordt op 1 december 1941 vanwege de acute oorlogsdreiging in Azië onder Brits commando geplaatst. Daardoor wordt de thuisbasis de Britse kroonkolonie Singapore. Op 6 december vertrekt de O-16 voor haar eerste patrouille in de Zuid-Chinese Zee. Een dag later, op 7 december 1941, valt Japan de Amerikanen aan bij Pearl Harbor en verklaart Nederland de oorlog aan Japan. Op 12 december vuurt de O-16 tijdens een gedurfde aanval dicht onder kust van Maleisië bij Kota Baru zes torpedo’s af. De Japanse troepentransportschepen Sakura Maru (7.170 BRT) en Ayatosan Maru (9.788) raken zwaar beschadigd, Tosan Maru (8.666), Asosan Maru (8.812) en Kinka Maru (9.306) worden tot zinken gebracht. Tijdens de terugtocht naar Singapore loopt de boot op 15 december 1941 rond 02.30 uur op een Japanse zeemijn, als het richting een verlicht contact vaart. De boot zinkt snel en alleen de zes opvarenden op de brug overleven de explosie. Uiteindelijk weet kwartiermeester Cor de Wolf de kust van het eiland Aur te bereiken, na een zwemtocht van 38 uur. Hij is de enige overlevende van de 42 bemanningsleden (waaronder LTZ Haayen). Sluiten