De Japanners hadden het afgelegen dorp Long Nawang in de eerste helft van 1942 nog niet bezet. Daarom had zich daar een grote groep militairen en burgers teruggetrokken, voornamelijk Nederlanders, maar ook Britten, Amerikanen en Australiërs. Nederland had zich al aan Japan overgegeven, maar de groep in Long Nawang weigerde te gehoorzamen aan boodschappen van de Japanners om zich te melden. In de zomer van 1942 besloten de Japanners naar Long Nawang te trekken. In augustus werd het dorp bereikt en de groep gevangen genomen. De militairen werden kort daarop geëxecuteerd: de officieren werden onthoofd en de lagere militairen doodgeschoten. De vrouwen en kinderen werden enkele weken later op afschuwelijke wijze omgebracht. Na de oorlog heeft een Nederlandse krijgsraad in Balikpapan twee Japanse officieren voor deze oorlogsmisdaden berecht: overste Tadao Makiuchi werd ter dood veroordeeld en luitenant Assichi Okino kreeg vijftien jaar gevangenisstraf. De 68 slachtoffers zijn na de oorlog herbegraven en rusten momenteel op het ereveld Kembang Kuning bij Soerabaja. Sluiten

M.i.v. een onbekende datum wordt hij overgeplaatst naar de Groep Vliegtuigen 7 (G.V.T. 7) te Tarakan (Noord-Oost-Borneo) en ingedeeld bij de bemanning van de Nederlandse vliegboot de Dornier Do 24K met de naam Hr. Ms. “X 34”. Op 17 december 1941 wordt, in opdracht van de Commandant van de Zeemacht in Nederlandsch-Oost-Indië een bombardement uitgevoerd op vijandelijke Japanse schepen nabij Miri (Brits Borneo). Tijdens deze gevechtshandeling wordt het vliegtuig aangevallen en zwaar beschadigd door een Japans boordvliegtuig, een Mitsubishi F1M2 type “O” (“Pete”) afkomstig van het logistieke schip “Kamiwaka Maru”, waardoor het wordt gedwongen een noodlanding te maken op de rivier Mahakam bij Long Iram (Oost-Borneo). De overlevenden, waaronder Jochem Marinus Van Halm, bereiken na een tocht van enkele honderden kilometers door de binnenlanden van Borneo uiteindelijk het dorp Long Nawang (Noord-Borneo), een militaire post van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) nabij de grens met Sarawak (Noord-West-Borneo). Op 20 augustus 1942 wordt de post echter door een Japanse marine-eenheid overvallen en zes dagen later, op 26 augustus 1942, wordt hij samen met de overige leden van de Hr. Ms. “X 34” en een aantal Europese militairen en burgers door de Japanners geëxecuteerd. Sluiten

Jochem Marinus van HALM, werd geboren op 27 mei 1913 te IJsselmuiden, en op 26 augustus 1942 door de Japanners geëxecuteerd te Long Nawang (N-Borneo, Nederlandsch-Indië) , Stamboek- / Marine-nummer: 12735, registratienummer: 13.05.27.020. Op 25 september 1933 wordt hij bij de Koninklijke Marine aangenomen als Korporaal – vlieger en geplaatst op het Marine vliegkamp “De Kooy” bij Den Helder. M.i.v. 2 november 1933 wordt hij geplaatst op de Kaderschool op de Marine kazerne te Willemsoord, Den Helder. Op 1 februari 1934 keert hij terug op het Marine vliegkamp “De Kooy” bij Den Helder. Op 23 mei 1934 heeft hij het brevet van de Fédération Aéronautique Internationale (F.A.I.) behaald. M.i.v. 19 maart 1935 wordt hij gedetacheerd op het Marine vliegkamp op het eiland Zeeburg bij Schellingwoude te Amsterdam-Noord. M.i.v. 6 juni 1935 wordt hij geplaatst op het Marine vliegkamp “De Mok” aan de Mok baai op Texel. Op 1 november 1935 heeft hij het Marine Vlieg Brevet (M.V.B.) behaald en wordt bevorderd tot Sergeant – vlieger. In november 1935 is hij in Kampen gehuwd met Hermania van Dijk, en vertrekt met haar op 27 november 1935 vanuit Rotterdam aan boord van het m.s. “Sibajak” met bestemming Nederlandsch-Indië. Op 12 december 1935 passeert het schip de Kreeftskeerkring in zuidelijke richting. Op 26 december 1935 arriveert hij in Nederlandsch-Oost-Indië (Soerabaja, Oost-Java) en wordt hij geplaatst op het Marine vliegkamp “Morokrembangan”. M.i.v. 8 december 1937 wordt hij gedetacheerd aan boord van de lichte kruiser Hr. Ms. “Sumatra”. Op 11 december 1937 keert hij terug op het Marine vliegkamp “Morokrembangan”. M.i.v. 13 december 1937 wordt hij gedetacheerd aan boord van de lichte kruiser Hr. Ms. “De Ruyter”. Op 13 april 1938 keert hij weer terug op het Marine vliegkamp “Morokrembangan”. M.i.v. 2 mei 1938 wordt hij opnieuw gedetacheerd aan boord van de lichte kruiser Hr. Ms. “De Ruyter”. Op 9 juli 1938 keert hij weer terug op het Marine vliegkamp “Morokrembangan”. M.i.v. 19 augustus 1938 wordt hij andermaal gedetacheerd aan boord van de lichte kruiser Hr. Ms. “De Ruyter”. Op 19 oktober 1938 keert hij weer terug op het Marine vliegkamp “Morokrembangan”. In 1938 en 1939 kreeg het echtpaar van Halm twee zoons in Soerabaja. Sluiten

1. Lt. D.J.A. Westerhuis, KNIL Afk van Tarakan garnizoen (7e Bat. Knil?) 2. M.W.J.M. Geuskens Ltz. SD II KM 3. J. Italiaander, sergeant-majoor KNIL 4. D. C. Ten Have, sergeant-majoor KNIL 5. A. F. Bolio, sergeant-majoor KNIL 6. J. Lok , Sergeant KNIL 7. T. Huel, Sergeant KNIL 8. J. De Wllde, Sergeant KNIL 9. K. van der Woude, Sergeant KNIL 10. J. Burghardt, KM 11. H. Dries, Brigadier KNIL 12. P.M.H. Dauphin, Mlt.Sld.Art. KNIL 13. N. C. van der Elst, Signal man KM 14. B . J. H. Teunissen, Korporaal KNIL 15. F.W.C Ledeboer, Mil.Matr. KM 16. A. J. Geeve, Mil.Matr.Schr. KM 17. T. Donk, KM 18. J. Joseph, KM 19. J. Th. Valk, KM 20. L. Barnstijn, KM 21. H.W. van der Wulp, KM 22. G.A.A. van Amersfoort, KM 23. H.J. Koullen, KM 24. C. W. Westerbeek, Mil.Matr.Telgr. KM 25. W. E. G. Hauber, KM 26. T. L. Scipio, KM 27. A. Hornbostel, KM 28. A. H. Sarton, KM 29. A. Thomas Scheers, KM 30. J.L.L.M. Feldbrugge, Chaplain KNIL 31. Kailola, soldaat/ Indonesian KNIL 32. Lt. J.H. Groeneveld, Vlieger-waarnemer KNIL-ML Glenn Martin M 571 (2VL-G 1) 33. J. A. van Halm, sergeant, KM-MLD Dornier X 34 ? 34. W. Haacke, Monteur, KNIL-ML Glenn Martin M 571 35. F. H. P. Gobus, Sergeant/ bommenrichter KNIL-ML Glenn Martin M571 36. H. J. Prinsen, Brigadier KNIL-ML Glenn Martin M 571 37. Lt. ter Zee A. Baarschers, Vlieger-waarnemer KM-MLD Dornier X 34 38. K.A. Reen, Mil.Matr.Telgr. KM-MLD Dornier X34 39. Een ander bemanningslid van de Dornier X34 Sluiten