Cornelis Marius Hamaker

1901-1942

F793 D5 EF 2 B21 4814 A2 A5 79 AE96 F2455 F

Oorlogsslachtoffer

Is 40 jaar geworden

Geboren op 19-09-1901 in Soekaboemi, NOI 

Overleden op 03-05-1942 in Sachsenhausen 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Namenlijst slachtoffers van het proces der 72

Bron: http://resolver.kb.nl/resolve?urn=urn:gvn:EVDO02:NIOD05_7395&role=pdf

Geplaatst door Corry Homma op 24 september 2023

HET PROCES DER 72 (1942): NEDERLANDSE VERZETSLIEDEN WORDEN NA SCHIJNPROCES GEËXECUTEERD IN SACHSENHAUSEN

Op 3 mei 1942 werden er 72 Nederlandse verzetslieden geëxecuteerd in concentratiekamp Sachsenhausen, na een proces dat de geschiedenisboeken inging als het ‘Proces der 72’. De Duitsers deden het doen lijken alsof er sprake was van een eerlijk... Lees meer

Op 3 mei 1942 werden er 72 Nederlandse verzetslieden geëxecuteerd in concentratiekamp Sachsenhausen, na een proces dat de geschiedenisboeken inging als het ‘Proces der 72’. De Duitsers deden het doen lijken alsof er sprake was van een eerlijk proces, alle verzetslieden kregen ook een advocaat toegewezen, maar niets was minder waar. Hoe verliep het proces precies en waarom werden ze ter dood veroordeeld?

Het Proces der 72 (1942): Nederlandse verzetslieden worden na schijnproces geëxecuteerd in Sachsenhausen | IsGeschiedenis

Sluiten
Bron: https://isgeschiedenis.nl/nieuws/het-proces-der-72-1942-nederlandse-verzetslieden-worden-na-schijnproces-geexecuteerd-in

Geplaatst door Corry Homma op 24 september 2023

Bron: Landgoed Te Werve Rijswijk

Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 11 februari 2014

1392111635
In de winter van 1938 kwam de toen zestienjarige Coby Verkijk als dienstmeisje werken in het gezin Hamaker op Huis Te Werve. Cornelis Marius Hamaker was sinds 1 januari 1936 administrateur, nu zouden we zeggen beheerder, van het landgoed. Coby had... Lees meer
In de winter van 1938 kwam de toen zestienjarige Coby Verkijk als dienstmeisje werken in het gezin Hamaker op Huis Te Werve. Cornelis Marius Hamaker was sinds 1 januari 1936 administrateur, nu zouden we zeggen beheerder, van het landgoed. Coby had een kamertje aan de vijverkant van het huis.

Hamaker was bij de algemene mobilisatie in 1939 in actieve dienst opgeroepen bij de bereden veldartillerie. Hij was gelegerd in de Alexanderkazerne aan de Waalsdorperweg in Den Haag, maar hij kwam vaak thuis op Te Werve slapen. In de vroege morgen van 10 mei 1940 werden de bewoners van Te Werve opgeschrikt door het geronk van vliegtuigen. Vanuit de ramen op de eerste verdieping konden ze de Duitse parachutisten boven Ypenburg zien hangen. Of Hamaker die nacht op Te Werve was, is niet duidelijk. In ieder geval zal hij in dat geval spoorslags naar de Alexanderkazerne zijn gegaan. Op deze 10e mei hebben er op Te Werve geen oorlogshandelingen plaatsgevonden. Wel vertelde mevrouw Van der Kuyl die in de portierswoning woonde, dat zij twee Duitse parachutisten op het landgoed had gezien, maar dat werd door niemand bevestigd. Wellicht waren zij van de hoofdmacht afgedwaald.

In de avond van 14 mei, de dag vóór de capitulatie, meldde zich een Nederlandse kapitein die onderdak vroeg voor zijn manschappen. Die nacht heeft een hele compagnie op Te Werve geslapen, op de vloer, in de tuinzaal, in de biljartzaal enzovoort. Coby die die avond alleen op het huis was, sliep zelf in de keuken. Haar ouders die begrijpelijk wat ongerust waren, hadden haar broertje als een soort chaperonne naar zijn zus gestuurd. De volgende dag, 15 mei, hebben veel van deze militairen uit boosheid en frustratie hun wapens in het meer gegooid. De dagen daarvoor was al hetzelfde gebeurd met papieren van de BPM (Bataafsche Petroleum Maatschappij) en met de wijnvoorraad. Dat laatste was natuurlijk wel zonde, maar de Nederlandse regering had via de radio gevraagd alle alcoholvoorraden te vernietigen om te voorkomen dat Duitse soldaten die zouden opdrinken en in een dronken overwinningsroes zouden raken.

Op 21 mei vertoonden zich de eerste Duitsers op Te Werve. Ze bleven een paar weken om uit te rusten en te recupereren want ze moesten door naar Frankrijk. Op 8 juni vertrokken zij weer. Na hun vertrek ging op Te Werve voorlopig weer alles zijn gewone gang. Maar op 27 september bezette een Duitse eenheid het hele huis. Het gezin Hamaker moest binnen 48 uur het pand verlaten. Het verhuisde naar de woning Nassaukade 34 Rijswijk, Coby verhuisde mee. Op de tweede verdieping waren (en zijn nog) twee dienstbodekamertjes en daar had Coby voortaan haar domicilie. Een aantal waardevolle spullen uit Te Werve en eigendom van de BPM gingen ook mee naar de Nassaukade, zoals een staande klok, een buffetkast en enige Delftsblauwe borden.

Al vrij snel na de capitulatie was Hamaker lid van de OD, de Ordedienst, geworden. Dat was een organisatie, opgericht door de reserve-luitenant-kolonel Johan Westerveld welke als doel en ambitie had om na de bevrijding chaos te voorkomen en de orde in het land te handhaven. Vooral officieren en oud-officieren waren actief in de OD. Daarnaast probeerde de OD de verschillende ondergrondse clubjes en groepjes te bundelen en wat meer lijn in het verzet te brengen. Zo raakten ook twee Delftse groepen, die rond prof. J.A.A. Mekel en een groep onder leiding van prof. R.L.A. Schoemaker bij de OD betrokken. Deze groepen ontmoetten elkaar in het bekende Delftse café ‘De Bolk’ aan de Buitenwatersloot. Portier van dit café was de toen 19-jarige Hugo de Man. Hij deed verzets- en koerierswerk, maar was ook een kleine crimineel. Toen hij op een gegeven moment voor een diefstalletje werd gearresteerd, sloeg hij door en werd een soort dubbelspion. Door hem werden de OD en de groepen van Mekel en van Schoemaker stapje voor stapje opgerold. Meer dan 130 mensen werden in de loop van het jaar 1941 gearresteerd. Het was voor de Duitsers het eerste grote succes in hun strijd tegen het verzet. Het duurde nog vrij lang voor duidelijk werd dat er verraad in het spel was en dat De Man het lek was. Op 14 augustus 1941 lokten twee aan arrestatie ontsnapte OD-leden De Man in de val, sloegen hem bewusteloos, deden hem - al dan niet nog levend - in een juten zak en dumpten hem in de vijver bij het Agnetapark in Delft.

Eén van de slachtoffers van De Man was Hamaker. Op 28 maart 1941 werd hij gearresteerd. Coby Verkijk was daarbij. Eerst kwamen er twee Nederlands sprekende mannen aan de deur. Zij vroegen of Hamaker thuis was. Toen dat niet het geval was, zeiden ze iets als `We komen nog wel eens terug.`. De volgende dag waren ze er weer. Hamaker ging naar de voordeur en liet de mannen binnen. Na een gesprek in de kamer werd hij meegenomen om nooit weer terug te keren. Hij werd opgesloten in de Scheveningse gevangenis, die later de bijnaam ‘Oranjehotel’ zou krijgen. Coby ging wekelijks met mevr. Hamaker, en soms ook alleen, schoon ondergoed en medicijnen brengen. Hamaker was namelijk maagpatiënt. Na bijna een jaar in Scheveningen gevangen te hebben gezeten, werd Hamaker op 12 maart 1942 naar het ‘Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort’ overgebracht. Een paar weken later begon daar, in Paviljoen De Hooge Witte, een enkele dagen durend proces. In totaal werden er 71 doodvonnissen uitgesproken. Daarna ging het snel. De gevangenen werden naar Utrecht gebracht en daar op 1 mei 1942 op de trein gezet richting KL. Sachsenhausen. Op 2 mei 1942 kwam de trein in het nabij gelegen Sachsenhausen aan. Op 3 mei in alle vroegte werden de veroordeelden in groepjes van twaalf door een vuurpeloton gefusilleerd. Het ging om 63 OD-ers onder wie zes studenten van de Technische Hogeschool Delft, vijftien officieren en drie officieren b.d.

Coby bleef na de arrestatie van Hamaker nog een paar maanden bij mevrouw Hamaker, maar toen ging ze werken in de molen aan de Schenkkade/IJsclubweg. Beide vrouwen bleven overigens ook tot ver na de oorlog contact met elkaar houden.Mevrouw Hamaker bleef op de Nassaukade wonen. Zij bleef ook intensief contact houden met de mensen van Te Werve. Althans dat valt te concluderen uit een brief van bestuurslid Rogman van 23 september 1943. Daaruit blijkt dat een groot gedeelte van de inboedel van de Vereniging Te Werve dan is opgeslagen in het pand Nassaukade 34. Al naargelang de behoefte kon daar gebruik van worden gemaakt. De spullen moesten na gebruik wel weer worden terug gebracht naar de Nassaukade in Rijswijk.

Later, op 23 juli 1949, trouwde mevrouw Hamaker in Rijswijk met de toen zeer bekende Charles Ferdinand Pahud de Mortanges (1896-1971). Daarvoor moest natuurlijk een officiële verklaring van overlijden van Hamaker worden overlegd. Op de betreffende persoonskaart is goed te volgen hoe dat administratief ging. Eerst staat er op de kaart dat de doodsoorzaak onbekend is. Dat is later ‘ambtshalve’ doorgehaald en veranderd in “Doodsoorzaak is gebleken uit een Sterbeurkunde van de ambtenaar van de Burgelijke Stand van Oranienburg no 483/1948. Doodsoorzaak: Vollstrecktes Todesurteil.”. Dat was op dat moment voldoende. Pas in 1951 wordt het overlijden officieel verwerkt in akte nr. 137: “De aangifte van dit overlijden is aan mij, ambtenaar van de burgerlijke stand van Rijswijk, gedaan vanwege de Minister van Justitie. Waarvan akte op heden, negen Juni negentienhonderd een en vijftig”.

Pahud was een echte ‘paardenman’, een paardenfluisteraar avant la date. Aan vier Olympische Spelen deed hij mee: Parijs 1924; Amsterdam 1928; Los Angelos 1932 en Berlijn 1936. Vooral met de halfbloed ruin Marcroix (1919-1947) beleefde hij triomfen. In totaal behaalde hij vier gouden en één zilveren medaille in de military. Daarmee zou hij Olympisch recordhouder blijven tot de zwemster Inge de Bruijn hem enige jaren geleden passeerde. In de oorlog ontsnapte hij aan krijgsgevangenschap door uit een trein te springen. Na een barre tocht kwam hij uiteindelijk in Engeland. Daar werd hij benoemd tot plaatsvervangend commandant van de Prinses Irene-brigade en kwam zo in 1944 weer terug in Nederland. Jarenlang was hij voorzitter van het NOC (Nederlands Olympisch Comité) en van 1946 – 1964 lid van het IOC (Internationaal Olympisch Comité). Van 1954 – 1962 was hij als luitenant-generaal chef van het Militaire Huis van Hare Majesteit.

Na de scheiding van zijn eerste vrouw hertrouwde hij dus met ‘Rezeda’ Daamen (Theresia G. B. Daamen), de weduwe van Hamaker. Het echtpaar Pahud ging in november 1949 in Hilversum wonen. Via haar man kwam mevrouw Hamaker, inmiddels dus mevrouw Pahud de Mortanges, in hofkringen en werd later ook officieel hofdame.

Door Willem van der Ende

Sluiten
Bron: Bronnen:<P> -Bijkerk, Tony, Just a name. In: .? blz. 27 – Dit artikel gaat over Schoemaker en geeft deze deelnemer aan de Olympische Spelen van 1908 een gezicht.<P> - Red. Om nooit te vergeten. Rijswijk in de Tweede Wereldoorlog, Rijswijk 1991, blz. 94<P> - Tent, Bart, Landgoed en Vereniging Te Werve in de Tweede Wereldoorlog’<P>- Tent, Bart, Meidagen 1940. In: Te Werve Nieuws, mei 2010, blz. 4<P>Specifiek over Charles Pahud de Mortanges onder andere: A.J.C.M. Gabriëls, Pahud de Mortanges, Charles Ferdinand (1896-1971), in Biografisch Woordenboek van Nederland, Den Haag z.j.<P>J.H. Wijnand, Tempo, tempo, Leiden 1937 J.P.A. Ballegoijen de Jong, Man en Paard, Meppel 1983 Claartje van Andel, Dirk Willem Rosie, Olympische Sporen, Eerbeek 1995<P>Weekblad Sportief, 1948 Red. Ridderlijkheid in de sport was vroeger heel normaal, in De Volkskrant,17 juli

Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 11 februari 2014

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu