De ABBEKERK vertrok vanuit Port of Spain (Trinidad) op 15 augustus, op weg naar Liverpool (VK) met een lading suiker, post en andere zaken. Het schip had een bemanning van 64 man aan boord en was bewapend met een 4 inch gun, twee Oerlikons en twee Lewis machine geweren. Op 24 augustus, midden op de Atlantische Oceaan, werd de alleen varende Abbekerk onderschept door het Noorse oorlogsschip HNoMS Eglantine (K 197). Dat schip begeleidde het konvooi ONS-122 en waarschuwde de kapitein dat er Duitse onderzeeboten waren gesignaleerd. Later, gedurende de middag, werd door een uitkijk een donkere schaduw onder water gezien. De Abbekerk probeerde al zigzaggend en met maximale vaart direct zoveel mogelijk afstand te nemen van de dreiging. De schaduw was de Duitse onderzeeboot U-604 (Kapitän leutnant Horst Höltring), die inderdaad op zoek was naar het konvooi. Maar de U-boat veranderde haar plan en begon de Abbekerk te schaduwen. Pas twaalf uur later kwam de onderzeeboot in een afvuurpositie. Om 23.48 uur vuurde de U-604 drie torpedo’s af van een afstand van 1500 meter. De Abbekerk werd getroffen aan stuurboordzijde onder de brug, waarna de kapitein het schip stopte om de schade te inspecteren. Beide reddingboten aan stuurboord kant waren vernield en het schip helde kort over stuurboord, maar kwam later weer recht te liggen. Kort voor middernacht schoot de onderzeeboot nog een torpedo af op het schip, die na 54 seconden insloeg in de machinekamer aan stuurboordzijde. De Abbekerk zakte weg over de boeg en zonk uiteindelijk om 00.20 uur op 25 augustus. De bemanning verliet het zinkende schip in de twee bakboord reddingboten. In het duister van de nacht werden de overlevenden geteld, en bleken de Eerste Stuurman en de Derde Kok Piet Balk te worden vermist. Kort daarop kwam de U-604 boven water en begon tussen de wrakstukken te zoeken, maar in het donker werden de sloepen niet ontdekt. De Duitsers verlieten het gebied kort daarna, en bij daglicht zochten de reddingboten het gebied af naar de twee vermiste mannen. Ze werden niet gevonden, waardoor moest worden aangenomen dat ze bij de explosies waren omgekomen. De twee reddingboten zetten koers naar Ierland, het dichtstbijzijnde land. Maar de volgende middag, op 26 augustus, werden de 62 overlevenden gevonden door het Britse oorlogsschip HMS Wallflower (K 44) (LT G.R. Greaves RNR). Die was onderdeel van het konvooi ON-124, dat onderweg was naar Canada en de Verenigde Staten. De overlevenden werden verdeeld over meerdere schepen en kwamen veilig aan land. Sluiten