De 29-jarige los arbeider Jan van Hattem, overleed op 19 maart 1945 in Culemborg. Jan was samen met zijn broer Cees illegaal hout aan het kappen in de uiterwaarden aan het eind van de Lange Dreef in Culemborg. Dat deden zij in opdracht van een Culemborgse kastelein. In ruil daarvoor kregen ze een fles cognac voor hun zieke moeder. Cees was net met een handkar vol met hout aan de andere kant van de dijk op weg naar huis. Op dat moment passeerden drie Duitse en één Culemborgse SS'er, op de weg terug van Tiel, ze vroegen bij enkele boerderijen op de Beusichemsedijk om eten. Zo ook bij de boerderij van de familie Beijer, die Cees zojuist voorbij gelopen was. De boerin kon ze echter niets geven. Toen ze weer boven op de dijk stonden, zagen ze Jan aan het werk en dachten dat het de zoon des huizes was. Uit frustratie schoten de drie Duitsers hem dood. Cees werd door een gealarmeerde buurman teruggeroepen, maar op de plek des onheils aangekomen, bleek Jan al aan zijn verwondingen te zijn overleden. De moeder en zus van Jan en Cees hadden beiden TBC en lagen beiden in een tentje buitenhuis. Ze konden door het raam het opgebaarde lichaam van Jan zien liggen. Jan lag tot 2011 begraven op de NH-Begraafplaats te Culemborg ) en zijn stoffelijk overschot is daarna herbegraven op de Erebegraafplaats te Loenen. Sluiten