Margaretha Bamberger-Prins
1920-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 24 jaar geworden
Geboren op 10-09-1920 in Hoorn
Overleden op 08-06-1945 in Tröbitz, Landkreis Finsterwalde
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Het verloren transport
Margaretha Bamberger-Prins werd geboren op 10 september1920 in Hoorn en verhuisde met ouders en broertje Maurits naar de Dijkstraat 6 in Arnhem.
Zij trouwde in Arnhem op 4 augustus1942 met Josef Bamberger, geboren op 24 augustus1917 in Frankfurt....
Lees meer
Margaretha Bamberger-Prins werd geboren op 10 september1920 in Hoorn en verhuisde met ouders en broertje Maurits naar de Dijkstraat 6 in Arnhem.
Zij trouwde in Arnhem op 4 augustus1942 met Josef Bamberger, geboren op 24 augustus1917 in Frankfurt. Zij vertrokken een paar dagen later naar Amsterdam om te gaan wonen in de Christiaan de Wetstraat 2-1 hoog. In Amsterdam werd op 12 augustus 1943 hun dochtertje Esther geboren.
Het babytje is al op 29 september 1943 in Westerbork ingeschreven, afgereisd vanaf het Afrikaanderplein in Amsterdam. Esther heeft de oorlog overleefd en woont in Londen, nu mevr. March-Bamberger.Margaretha en haar man Josef zaten in Den Haag ondergedoken en zijn gearresteerd op 12 januari 1944, vermoedelijk door een afdeling van de Haagse politie in opdracht van de Sicherheitsdienst (SD) en naar Westerbork overgebracht. Waar zij ondertussen verbleven is onbekend.
Op 1 februari 1944 werden zij naar Bergen-Belsen overgebracht. Margaretha zat in het laatste treintransport wat vertrok op 11 april 1945 uit Bergen-Belsen.Het verloren transport
Het verloren transport is de benaming geworden van de tocht van drie treinen, waarmee de nazi’s in concentratiekamp Bergen-Belsen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, onder druk van de naderende geallieerde troepen, de evacuatie van gevangen probeerden te bewerkstelligen. Tussen 6 en 11 april 1945 werden 6800 ‘Austauschjuden‘ geselecteerd en op transport gesteld. Volgens de nazitop zouden de treinen naar Theresienstadt gaan. In de laatste van de drie treinen zaten 2500 gevangen, eenderde van hen was Nederlander. Deze laatste trein is het langst onderweg geweest, ruim tien dagen, en strandde uiteindelijk bij Tröbitz, een mijnwerkersplaatsje met zo’n 700 inwoners, bij kilometerpaal 106,7.De gevangen die deze tocht (zonder voedsel) overleefd hadden werden op 23 april 1945 bevrijd door het Rode Leger. 700 van de overlevenden werden in Tröbitz ondergebracht voor de eerste medische zorg. In de trein waren al 200 mensen overleden, zij werden naast het spoor begraven. Er brak na de bevrijding onder de gevangenen een vlektyfus-epidemie uit, 320 mensen overleden hier aan. Mensen overleden ook door het plotselinge aanwezige voedsel, waar hun lichaam na de maandenlange hongersnood niet meer tegen bestand bleek.
Sluiten
Bron: Joods Monument & Oorlogsgravenstichting
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 20 oktober 2017