Jos wordt geboren op 20 maart 1887 in Goirle, zoon van Willem van der Heijden en Johanna van Kerkoerle. In 1914 trouwde hij met Elisa Peeters. Samen krijgen ze zeven kinderen. Van der Heijden woont met zijn gezin in Hilvarenbeek, waar hij een sigarenfabriekje heeft.

Verzet en arrestatie:
Met zijn zoons Marcel, Staf en Eugène is Jos tijdens de Duitse bezetting actief in het verzet. Samen met marechaussee Karst Smit heeft Eugène een netwerk opgezet om joodse onderduikers, ontsnapte Franse krijgsgevangenen en neergestorte geallieerde piloten te helpen met onderduiken. Een grote groep mensen uit Hilvarenbeek, Esbeek en de verdere omgeving biedt ondersteuning door informatie door te geven en voedselbonnen te bemachtigen voor de onderduikers. Omdat het aantal onderduikers met het verstrijken van de jaren toeneemt, neemt ook het risico toe ontdekt te worden door de Duitsers. Daarom wordt de schuilplaats voor de onderduikers bij de familie Van der Heijden verplaatst naar de bossen van Landgoed De Utrecht in Esbeek.

Op 18 november wordt de schuilplaats in de bossen van De Utrecht ontdekt. Bij de familie Van der Heijden worden in januari op verschillende dagen en plekken vader Jos en zijn zoons Marcel en Staf gearresteerd. Eugène duikt onder in Wanroij en blijft net als zoon Willy uit handen van de Duitsers. Moeder Elisa wordt met haar twee dochters uit huis gezet.

Jos wordt na zijn gevangenschap naar concentratiekamp Bergen-Belsen gedeporteerd, waar hij kort voor of na de bevrijding bezwijkt. Naar de Van der Heijdens is in Hilvarenbeek een straat genoemd.