Etty (officieel Esther) Hillesum wordt geboren op 15 januari 1914 in Middelburg. Als ze achttien jaar oud is, vertrekt ze naar Amsterdam om daar te gaan studeren. In Amsterdam komt ze in contact met Julius Spier die haar aanraadt een dagboek bij te houden om haar innerlijke veranderingen te registreren. Dit dagboek zal later wereldberoemd worden. Spier zelf wordt Etty's leermeester en tevens haar grote liefde. In 1942 krijgt Etty een baantje bij de Joodse Raad in Amsterdam en daarna werkt ze als sociaal werker in Kamp Westerbork, ook voor de Joodse Raad. Vanuit Westerbork mag ze nog een aantal malen naar Amsterdam terugkeren, maar op 7 september 1943 wordt ze met haar familie vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Haar unieke nalatenschap, het dagboek, wordt in 1981 voor het eerst gepubliceerd onder de titel 'Het verstoorde leven'. Behalve haar dagboek zijn er ook tachtig brieven nagelaten.