Hij wed geboren in 1903 in Grootebroek (NH). Na de lagere school ging hij werken als horloge- en brillenmaker in het bedrijf van zijn vader. Op 3-9-1919 ging hij naar het kleinseminarie van de missionarissen van Steyl in Uden. Na het grootseminarie werd hij op 31-1-1932 priester gewijd in Teteringen. Op 10-8-1932 vertrekt hij vanuit Amsterdam naar de missie in Indië, naar het eiland Flores naar de plaats Ende. Hij werkt er op diverse posten. Door zijn werkervaring thuis kan hij van alles repareren. Deze kleine, goedlachse pastoor is zijn gewicht in goud waard. Ook later in de kampen repareert hij alles wat los en vast zit. Men noemt hem "De kleine tovenaar". Zijn kampgenoot, de kunstschilder Willem G.Hofker (1902-1981) heeft nog een schilderij van hem gemaakt met die titel, dat nu hangt in het Tyler museum in Haarlem. Na de komst van de Japanners werden de paters en broeders overgebracht naar Celebes waar ze in het kamp Pare-Pare terecht kwamen. Na bombardemente in oktober 1944 werden ze overgebracht naar het kamp Kali Bodjoh, dat aan een rivier lag. Hier kreeg hij dysenterie dat zijn lichaam binnen 4 dagen sloopte. Hij was inderdaad uitgetoverd en overleed op 14-12-1944, 41 jaar oud. In het boek van Laumans staat iets meer info. Sluiten