Martinus van der Hoeven
1923-1943
Oorlogsslachtoffer
Is 20 jaar geworden
Geboren op 12-02-1923 in Rotterdam
Overleden op 29-09-1943 in Londen, G.B.
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De ontdekking van een Oorlogsherinneringskruis met gesp...
Geplaatst door Raymond van Donk op 25 januari 2020
OHK kruis ofwel Oorlogsherinneringskruis met gesp nader verklaard -1
Geplaatst door Raymond van Donk op 25 januari 2020
OHK kruis ofwel Oorlogsherinneringskruis met gesp nader verklaard -2
Geplaatst door Raymond van Donk op 25 januari 2020
Voor Koningin en Vaderland
Geplaatst door Raymond van Donk op 26 september 2019
In dienst van de Nederlandsch - Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij
Geplaatst door Raymond van Donk op 09 juli 2019
Operatie Demon
Geplaatst door Raymond van Donk op 28 juni 2019
Tinus, hier spreekt je Vader"...
Geplaatst door Raymond van Donk op 09 juni 2019
Smeekbede per brief van Martinus aan Johannes Hendrikus
Geplaatst door Raymond van Donk op 09 juni 2019
Bevestiging van overlijden aan het thuisfront
Geplaatst door Raymond van Donk op 08 juni 2019
Martinus zijn broer Johannes Hendrikus van der Hoeven
Geplaatst door Raymond van Donk op 08 juni 2019
Het fatale lot van Oom Tinus
Op 14 augustus 1939 meldde Martinus van der Hoeven zich aan bij de NASM en kwam als KV bediende terecht op het HAL schip het s.s. Statendam. Na tal van omzwervingen per s.s. Westernland, s.s. Veendam en s.s. Nieuw Amsterdam monsterde hij op 22 maart 1940 aan op het s.s. Pennland. Het schip verliet Antwerpen voor de laatste keer op 27 april 1940 en werd op 16 mei 1940 door de Nederlandse regering gevorderd terwijl ze in New York lag. Het kwam in charter te varen voor het British Ministry of War Transport. Het s.s. Pennland arriveerde op 13 juli 1940 in Liverpool om getransformeerd te worden tot troepentransportschip. Het werk werd voltooid op 28 augustus en twee dagen later begon ze aan haar oorlogsdienst.
S.S. PENNLAND
Bouwwerf: Harland & Wolff Ltd. Belfast, Groot Brittannië
Op stapel gezet: november 1913
Te water gelaten: 17 november 1920
Opgeleverd: 25 mei 1922
Grootste lengte: 183 meter
Grootste breedte: 20,66 meter
Waterverplaatsing: 16.381 ton
Machine installatie: 3x triple expansie stoommachines met LP turbines
Machine vermogen: 12.200 pk
Maximale snelheid: 16 knopen
Passagiers capaciteit: 538 passagiers
Operatie Demon
Vanaf 22 maart 1940 was Martinus van der Hoeven als KV bediende nagenoeg onafgebroken aangemonsterd op het s.s. Pennland. Met niet minder dan 31 missies achter zich tijdens het bevaren en blootstaan aan grote risico's op wereldzeeën zette hij zijn leven met vele anderen op het spel voor de geallieerde zaak met name bij grootschalige operaties zoals "Operatie Menace" ofwel “De Slag om Dakar" en "Operatie Lustre". Het schip zette zich op 23 april 1941 voor een laatste maal in beweging, onder bevel van kapitein J. van Dulken, vanuit Alexandrië naar Megara voor deelname aan "Operatie Demon". Vanaf Kreta voegde het herstelde s.s. Thurland Castle zich ook bij het konvooi. Op 25 april 1941 voeren zij aan de ingang van de Griekse Saronische Golf. Nabij het onbewoonde eiland San Giorgio (Agios Georgios) ging het mis. Het s.s. Pennland werd om 15.00 uur als grootste schip van het konvooi door een Duitse Junkers JU88 bommenwerper aangevallen. Het Nederlandse s.s. Pennland kreeg een voltreffer op het ankerspil waardoor een grote ravage aangericht werd op de brug en in het stuurhuis. De kompassen, machine-telegrafen en het stuurgerei werden volledig vernield. Verder had een indirecte treffer een groot gat geslagen in de scheepshuid waardoor het ruim voor de brug water begon te maken. De machine installatie was echter nog intact waarop kapitein van Dulken besloot terug te keren naar Kreta voor reparatie. Onderweg bleek echter dat het ruim net achter de brug eveneens vol water begon te lopen…
Het HAL passagiersschip s.s. Pennland - Bron: NMNI.
Duitse Stuka's maakten hun karwei af
Tot overmaat van ramp werd het s.s. Pennland omstreeks 18:00 uur nogmaals aangevallen door een Duitse bommenwerper. Ditmaal kreeg het Nederlandse troepentransportschip een voltreffer op het stuurboordsloependek. De bom drong door alle dekken heen en explodeerde in de machinekamer. Er vielen vier doden in de geheel vernielde machinekamer. Bovendien werd er wederom een groot gat in de scheepswand geslagen. Kapitein van Dulken gaf hierop order het schip te verlaten. De 303 opvarenden werden aan boord genomen van de begeleidende torpedobootjager H.M.S. Griffin die daarna het s.s. Pennland met kanonschoten tot zinken trachtte te brengen. Enkele uren later maakten Duitse vliegtuigen het karwei af en brachten het s.s. Pennland, voor wat zij nog was, tot zinken. De opvarenden van het Nederlandse troepentransportschip werden 26 april 1941 veilig op Kreta aan land gezet.
De vijandelijke Junkers JU88 bommenwerper - Bron: Traces of war.
Verslag uit het scheepsrapport over het bombardement èn locatie (37’07”N 23’57”O) van de tenondergang van het s.s. Pennland. Hetgeen zich voltrok in de dichte nabijheid van het onbewoonde Griekse eiland San Giorgio (Agios Georgios) gelegen aan het begin van de Saronische golf. Een saillant, edoch foutief, detail is dat er met potlood staat bijgeschreven Golf van Taranto welke echter in de laars van Italië ligt... Bron: NIMH.
Complexe en extra tol eisende reis
Ondanks het feit dat er "slechts" vier doden vielen tijdens de twee heftige luchtaanvallen was dit dramatische schipbreuk incident, en ervaringen uit het voorafgaande jaar, voor Capt. Steward Martinus van der Hoeven de "aanzet" naar een negatieve invloed op zijn gezondheid. Op 29 april 1941 start Martinus met zijn metgezellen een complexe en extra tol eisende reis. Die begint vanaf Kreta met het Engelse vrachtschip "Delane" naar Alexandrië om vervolgens per trein in Suez te geraken. Op 13 mei 1941 vertrek vanuit Suez per s.s. Duchess of Atholl via Aden en Durban naar Kaapstad. Eenmaal in Kaapstad ging de reis 29 mei 1941 per s.s. Empress of Australia indirect verder om vervolgens pas op 6 augustus 1941 af te monsteren in New York met daarbij de aantekening geplaatst te worden in de "London Pool". Dit betekende dat hij in ieder geval aangemonsterd moet zijn geweest (of als passagier) op een HAL schip naar Engeland.
s.s. Dutchess of Atholl en het s.s Empress of Australia - Beide bronnen: Onbekend.
Ministerie van Binnenlandse zaken
Eenmaal terug, later in augustus 1941 op Engelse bodem, lieten alle gebeurtenissen hun sporen na. Hij werd op 8 november 1941 voor 80% afgekeurd en kwam op de reservelijst te staan als 2e reserve. In aanvang was hij vanaf dat moment als kostganger woonachtig bij zijn hospita Ellen Linstead op 41 Merrow Street in de arbeiderswijk Soutwark, Londen. Martinus ondervond hier vooralsnog rust want van varen kwam het immers toch niet meer zo gauw. Nadat hij licht werk vond voor een periode van 1,5 jaar als klerk bij het Ministerie van Binnenlandse zaken onder de regering in ballingschap, ofwel het London Cabinet-Gerbrandy II, kwam hij voor een korte tijd als kostganger terecht bij een kennis* Percy Arthur Burns aan 84 Cleveland Road. Een middenstandswijk in West Ealing, Londen. Ondanks dit alles speelde toch zijn verslechterende en soms verwarde gezondheid hem zoveel parten dat hij op 23 april 1943 werd opgenomen in het Hill End hospitaal in St. Albans waar hij op dat moment zijn broer Johannes Hendrikus van der Hoeven een nogal warrige smeekbede schreef. Waarin hij eindigde met de vet geschreven kreet: “Don’t Let Me Down Now, Please…!!!” En dan te bedenken dat het trieste nieuws van overlijden, op 15 januari 1943 van zijn oudere broer Johannes Hendrikus, hem op een moment als dit vanuit Zuid-Oost Azië nog nimmer had en ooit zou kunnen bereiken!
*) zie ook onder Smeekbede brief in het 8e kader van de openingspagina.
Bovenste foto: Martinus met zijn "verloofde" Sybil Galloway in betere tijden. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zijn beide in de loop van 1941 geportretteerd door Bridge studios-Albert Road, Kaapstad, Zuid Afrika - Bron: Familie archief.
Eerbiedwaardige herbegrafenis
De neerwaartse tendens aangaande Martinus zijn gezondheid was niet meer te stoppen. Met name hart complicaties als pericardale effusie, waarbij vocht rond het hart zich ophoopt, i.c.m. reumatische hartziekte waren aanleiding dat hij op 6 september werd opgenomen in het Londense St. Bartholomew’s hospitaal. Alwaar hij uiteindelijk op 29 september 1943 na een veel te kort maar turbulent leven kwam te overlijden aan een hartstilstand. Zijn 1e begrafenis (541-G2 zie foto's) vond plaats in Londen op de begraafplaats Mill Hill 4 oktober 1943 onder veel belangstelling van o.a. Minister Hendrik van Boeijen* van Algemene zaken en Martinus zijn zwager Jan Langstraat** en vele andere. Hoewel er op onderstaand intekenregister, voor een rouwkrans, toch vele leesbare en onleesbare handtekeningen te zien zijn van een groot aantal der belangstellenden blijft het traceren ervan moeilijk. Zijn monumentale gedenksteen werd in 1956 vervangen voor een exemplaar in de meer uniforme "Commonwealth" stijl uitgevoerd in Portland steen. Op een later tijdstip, 31 augustus 1964, vond een eerbiedwaardige herbegrafenis plaats naar het nieuwe Nederlands Ereveld elders op ditzelfde Mill Hill tezamen met 253 omgekomen Nederlandse slachtoffers. Martinus ligt begraven op het Nederlands Ereveld van Mill Hill, waar het looppad tussen Plot 5 & 6 leidt naar de toegangspoort van het Ereveld. Martinus ligt op Plot 1 - Rij P - Graf 1.
*) Minister Hendrik van Boeijen met hoge hoed.
**) Zwager Jan Langstraat met grijze regenjas en zwarte pantalon.
Bron: Familie archief.
Martinus van der Hoeven zijn ouders (links van de mevrouw in het midden met witte hoofddoek) tijdens een kranslegging ter ere van plaatsing der nieuwe gedenkstenen rond september/oktober 1957 op Mill Hill cemetry. Bron: Familie archief.
De ouders van Martinus van der Hoeven tijdens diezelfde kranslegging, rond september/oktober 1957, nog ruim vóór zijn herbegrafenis naar het nieuwe Nederlandse Ereveld in 1964.
Foto rechts: Tijdens Johanna van der Hoeven haar eerste bezoek, 38 jaar na het overlijden van haar Oom Tinus in 1981, hetgeen toevalligerwijs precies plaatsvond op zijn sterfdag 29 september. Het geluk viel haar weer ten deel in 2019 tijdens haar tweede bezoek wat bij toeval wederom na 38 jaar bleek te zijn! - Bron: Eigen archief.
Holland Amerika Lijn memorial
Ter nagedachtenis is er in Nederland ook het één en ander te vinden over Martinus van der Hoeven. In het oude Holland Amerika Lijn hoofdkantoor (nu Hotel New York) te Rotterdam sierden ooit een zestal bronzen plaquettes de binnenmuren met daarop 264 namen van HAL medewerkers omgekomen tijdens WW2. Na verhuizing van de HAL naar het Amerikaanse Seattle verhuisde deze plaquettes naar het Rotterdamse Maritiem Museum. Volledig gedocumenteerd maken deze plaquettes nu onderdeel uit van de museumcollectie onder inventarisnummer M4082. Tevens is er op het kade terrein aan het Rotterdamse Katendrechtse Hoofd, pal tegenover het museumschip het s.s Rotterdam, een eigentijdse kopie van deze plaquettes als bescheiden memorial te zien die ook de eerder genoemde 264 namen vermeld van de HAL WW2 slachtoffers*.
*) zie ook onder HAL monument in het volgende onderstaande roze kader.
Links: Eén van de zes bronzen plaquettes die ooit de binnenwanden sierden van het HAL hoofdkantoor in Rotterdam. Nu maken zij deel uit van de Maritiem Museum collectie in Rotterdam. Rechts: Wat is er nu niet mooier om postuum te eindigen middels het Oorlogsherinneringskruis met gesp hetgeen werd uitgereikt op 17 april 1953.
-
Johanna van der Hoeven - 062019
SluitenGeplaatst door Raymond van Donk op 07 juni 2019
Martinus van der Hoeven staat ook op monument te:
- Rotterdam, HAL-monument
- Londen, Gedenksteen op Nederlands Ereveld Mill Hill (1)
- Rotterdam, Nationaal Koopvaardijmonument