Dirk Honig
1909-1942
Portret toevoegen?
Klik hierOorlogsslachtoffer
Is 32 jaar geworden
Geboren op 14-11-1909 in Zaandijk
Overleden op 28-02-1942 in Ind. Oceaan a/b s.s. Rooseboom
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De ramp met de Rooseboom
Het vrachtschip Rooseboom van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) vertrekt medio februari 1942 uit Batavia met bestemming Colombo (Ceylon). Aan boord zijn veel passagiers die proberen om aan het oorlogsgeweld te ontkomen. Na passage door...
Lees meer
Het vrachtschip Rooseboom van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) vertrekt medio februari 1942 uit Batavia met bestemming Colombo (Ceylon). Aan boord zijn veel passagiers die proberen om aan het oorlogsgeweld te ontkomen. Na passage door de Java Zee en Straat Malakka arriveert de Rooseboom in Padang (Noord Sumatra) en neemt daar nogmaals een grote hoeveelheid passagiers aan boord, voornamelijk Britse burgers en militairen. Die zijn afkomstig uit Maleisië en Singapore en zijn eerder al gevlucht voor de daar snel oprukkende Japanse strijdkrachten. Op 26 februari 1942 vertrekt de Rooseboom uit Padang met meer dan 500 passagiers aan boord, veel meer dan de beschikbare reddingmiddelen die aan boord zijn.
Het schip vaart de Indische Oceaan op en zet koers naar Ceylon. Laat in de avond van 1 maart, op een westelijke koers, wordt de Rooseboom gedetecteerd door de patrouillerende Japanse onderzeeboot I-59 (Luitenant ter zee Yoshimatsu). Kort voor middernacht vuurt de I-59 torpedo’s af op het nietsvermoedende schip. De Rooseboom zinkt zo snel dat er maar één reddingboot te water kan worden gelaten. Die heeft een capaciteit voor 28 personen, maar naar later blijkt hebben ongeveer 135 mensen de aanval overleefd. Die houden zich boven water met hun zwemvest of klemmen zich vast aan wrakstukken.
Als het dag wordt blijken er nog circa 80 mensen te leven, die een plaats zoeken in de overvolle reddingboot. Zonder motor of zeil drijft de reddingboot in de dagen erna op zee rond, terwijl de aanwezige voorraad voedsel en water op strikt rantsoen wordt gesteld.
Twee Javaanse opvarenden van de Rooseboom worden negen dag na de ramp gevonden op een zelf gefabriceerd vlot van wrakstukken door de Palopo, een ander KPM schip, en naar Colombo gebracht.
Omdat er geen spoor meer wordt gevonden van de reddingboot denkt men gedurende de oorlogsjaren dat er geen andere overlevenden zijn.
Na de oorlog komt er echter een Britse militair naar voren die in zijn getuigenverklaring vertelt dat hij de enige Europese overlevende is van de reddingboot. Korporaal Walter Gardiner Gibson van de Argyll and Sutherland Highlanders, heeft gevochten in Maleisië en is met een aantal anderen van zijn eenheid aan boord van de Rooseboom ontkomen. Hij overleeft de torpedering en weet een plaats te bemachtigen in de reddingboot.
Zijn verhaal schetst een afschuwelijk beeld van teveel mensen in een kleine boot, met te weinig voedsel en drinkwater sterven elke dag meer mensen en breken er gevechten uit tussen de overlevenden. Na een reeks vreselijke gebeurtenissen in de weken na de ramp blijven er uiteindelijk nog zeven mensen over. De reddingboot heeft dan meer dan 1000 zeemijl rondgedreven op de oceaanstromen. 26 dagen na de aanval strandt de reddingboot op de kust van het eiland Sipora, voor de kust van Sumatra. Vier mensen overleven de stranding, waaronder Gibson. Hij wordt na enige tijd gevangen genomen door de Japanners en belandt in een krijgsgevangenkamp in Singapore. Gibson overleeft de oorlog en schrijft in 1952 het boek “The Boat” over zijn oorlogservaringen.
Derde stuurman Dirk Honig is onder de overlevenden, net als zijn vrouw Suzanna Honig-Aten. Zij komen om in de dagen na de ramp door de gevolgen van hun ontberingen. Ze krijgen beide een zeemansgraf.
Het gezin Honig heeft nog een verlies te betreuren als duidelijk wordt dat een oudere broer van Dirk ook is omgekomen. Cornelis Honig is sergeant bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger en raakt na de capitulatie van Nederlands-Indië in Japanse krijgsgevangenschap. Hij komt om in een POW kamp op het eiland Haroekoe (Molukken) en wordt na de oorlog herbegraven op het Ambon War Cemetery.
Sluiten
Bron: Nationaal Archief Den Haag, archiefinventaris 2.12.30/2.16.31/2.16.32/2.16.40/2.16.54/2.06.084; Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Geplaatst door Jos Rozenburg op 27 oktober 2019