Hendrik Hout
1886-1945
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Aan de hand van brieven, verhalen en een in boekvorm uitgegeven verslag van een overlevende, alsook de ontmoeting die hij had met zijn oudste zoon Kees in Kamp Vught, krijgen wij een beeld van die periode.
In juni 1942 wordt Hendrik Hout gearresteerd wegens verzetsactiviteiten en overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Havenstraat in Amsterdam. Bij zijn arrestatie was hij in het bezit van een pistool, waarop naar later bleek, de doodstraf stond. Hij mocht geen bezoek of post ontvangen, mijn moeder ging iedere week naar Amsterdam voor het ophalen en brengen van het wasgoed en dit gedurende de zeven maanden, die hij daar verbleef. Verhoren vonden plaats door de Gestapo in de Euterpestraat. Van een veroordeling is nooit sprake geweest, althans hebben wij daarover niets gehoord.
Op 25 november 1942 ging hij op transport naar het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort. Daar kreeg hij het gevangenennummer 1201 en werd hij ondergebracht in Block 3B. Vanuit dit kamp zijn enige brieven bewaard gebleven, de familiefoto die hij daar heeft ontvangen, is ons later teruggestuurd.
Op 1 februari 1943 werd hij overgebracht naar het Kamp Vught en werd hij geplaatst in Block 5A. Het toeval wilde dat mijn oudste broer Kees (net 21 jaar geworden) ongeveer tegelijkertijd ook in dit kamp terecht kwam. Toen er in Haarlem een onderofficier van de Wehrmacht beschoten was werden er als represaille ruim 100 Haarlemmers opgepakt als gijzelaar, waaronder mijn broer, tien werden er vrijwel direct geëxecuteerd en de overigen gingen naar kamp Vught. Na drie en een halve maand kwam Kees weer op vrije voeten. Vader en zoon hebben in het kamp veel met elkaar kunnen praten. Er zijn ook een paar brieven uit die tijd bewaard gebleven. Mijn broer Kees heeft over zijn verblijf in dit kamp een verslag geschreven.
Op 9 juli 1943 werd mijn vader wederom op transport gesteld nu naar het Kamp Natzweiler in de Vogezen (toen nog Duits gebied) als Nacht- und NebelGefangene. Nacht- und Nebel Häftlingen waren politieke gevangenen uit de door Duitsland bezette gebieden die om de een of andere reden al dan niet ter dood veroordeeld, op last van Gestapo of Sicherheitsdienst spoorloos in nacht en mist moesten verdwijnen. Een der overlevenden heeft een dagboek bijgehouden waarvan het grootste deel op wonderbaarlijke wijze bewaard is gebleven en dat in 1977 in boekvorm is verschenen. De mensen in het kamp waren volledig afgesloten van de buitenwereld.
Op 6 september 1944 werd het kamp Natzweiler in verband met de nadering van de Amerikanen ontruimd en werden de gevangenen overgebracht naar Kamp Dachau. Mijn vader kreeg daar het gevangenennummer 99688. Op 19 september ging hij weer op transport nu naar een buitenkamp van kamp Natzweiler, Dautmergen genaamd, waar hij het zeer zwaar moet hebben gehad. Het kamp werd geleid door Poolse criminelen en moet een verschrikking zijn geweest volgens Floris B. Bakels, de schrijver van het boek 'Nacht und Nebel, mijn verhaal uit Duitse gevangenissen en concentratiekampen'.
Op 1 november 1944 werd vader weer terug vervoerd naar kamp Dachau vanwege zijn slechte gezondheidstoestand , waar hij aanvankelijk in Block 19, Stube 3 werd geplaatst en daarna in de ziekenbarak Block 3, Stube 4 terechtkwam en uiteindelijk is hij in de invalidenbarak Block 9, Stube 2 opgenomen, waar hij vlak voor de bevrijding op 11 maart 1945 aan algehele uitputting is overleden. Hij moet erg veel geleden hebben, maar volgens de brieven van enige overlevende kameraden was hij erg flink en hield er goed de moed in. Uiteindelijk kon hij het fysiek niet meer opbrengen om het einde nog te kunnen halen.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 06 juni 2014