Richard Barmé vluchtte samen met zijn vriend Ritzema op 12 juli 1942 naar Engeland. Hij was toen 17 jaar oud. De reis naar Engeland ging via Belgie naar Frankrijk, daarna via Zwitserland naar Bern. Na drie weken quarantainekamp en een maand internering kreeg Richard toestemming om naar het Beatrix Lyceum in Glion te gaan. Daar haalde hij in juni 1943 zijn diploma. Vanuit een werkkamp wist hij op 23 oktober 1943, samen met twee lotgenoten Jo Buyser en Guus Born via Spanje Engeland te bereiken.

Op 16 maart 1944 kwamen de Engelandvaarders in Liverpool aan. Per bus ging het gezelschap naar Londen. Richard werd een aantal weken vast gehouden op de Patriotic School. Hier moest hij zijn ontsnappingsplan vele malen vertellen. Na zijn vrijlating uit de Patriotic School werden de Engelandvaarders ontboden bij koningin Wilhelmina. Op 16 mei 1944 werd Richard Barmé gerekruteerd door het BBO, om als geheim agent boven Nederland te worden afgeworpen. Zijn schuilnaam was “Edu” en zijn dagelijkse naam werd Richard Bos.In de nacht van 1 op 2 november 1944 werd Richard gedropt boven Benthuizen op het land van boer Wijsman. De volgende dag al werd Richard opgehaald door een wagen om hem naar Rotterdam te brengen. Ook de meegebrachte zenders en wapens gingen mee. Omdat W/T operators kans hadden om te worden uitgepeild waren zij niet geliefd bij de onderduikadressen. Edu heeft dan ook een week heen en weer gezworven voor hij een adres gevonden had. Op dat adres is hij nooit uitgepeild.

Dat gebeurde helaas wel op het adres van verzetstrijder Frans Dijkshoorn in Rotterdam/Hillegersberg. Op 2 februari 1945 werd hij gelokaliseerd door een peilwagen van de Duitse Abwehrdienst. Hij probeerde nog via de achterkant door de tuinen te vluchten, maar de Duitsers hadden alles hermetisch afgesloten. Edu werd meegenomen naar de Scheveningse gevangenis (Oranje hotel). Er werd direct begonnen met de verhoren. Edu bleef gevangen in Scheveningen waar toen ook andere agenten zaten. Na de aanslag op Rauter bij de Woeste Hoeve stond Richard op de lijst om gefusilleerd te worden.

Op 8 maart 1945 werd de nog jonge Richard Barmé gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen en in een massagraf begraven. Zijn stoffelijk overschot is later geïdentificeerd en overgebracht naar het ereveld Loenen van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting, vak A, nummer 405.

Zijn graf is geadopteerd door Sophie van Els

Richard Barmé kwam met zijn ouders en zus Rita als Joodse vluchtelingen naar Nederland. Rita sterft in Auschwitz op 15 december 1942, beide ouders overleven de oorlog.

Sluiten