Cornelis Johannes Huijzer
1912-1944
Portret toevoegen?
Klik hierSlachtoffer van de oorlog
Is 32 jaar geworden
Geboren op 03-05-1912 in Rotterdam
Overleden op 12-10-1944 in Oosterschelde a/b Hospitaalschip Ten Hove
Beroep
Laatste adres
Mijtenstraat
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Verslag Rode Kruis expeditie 11 oktober 1944
Verslag Rode Kruis expeditie met het hospitaalschip “Generaal Ten Hove” van Rotterdam naar Middelburg in de periode van 11 tot en met 15 oktober 1944. Opgesteld door de heer A. Ros (16 oktober 1944) Nederlandsch Binnenvaartbureau te Den Haag.11...
Lees meer
Verslag Rode Kruis expeditie met het hospitaalschip “Generaal Ten Hove” van Rotterdam naar Middelburg in de periode van 11 tot en met 15 oktober 1944. Opgesteld door de heer A. Ros (16 oktober 1944) Nederlandsch Binnenvaartbureau te Den Haag.11 oktober 1944.
Te 10.30 uur per autotapisserie van de Fa. C. den Reyer van ’s-Gravenhage (Pagehuis) via Delft naar Rotterdam vertrokken. De heeren Wouter Cool en Götz gaven door hun aanwezigheid bij het vertrek blijk van hun belangstelling. Bij aankomst te Rotterdam om 12.00 uur geëmbarqueerd aan boord van het hospitaalschip “Generaal Ten Hove”, hetwelk gemeerd lag in de Coolhaven. Genoemd hospitaalschip is een in 1939 daartoe speciaal omgebouwde rijnaak (type Kempenaar). Het is een sleepschip van 580 ton met als kapitein de heer Van Loosen. Voor de te ondernemen reis waren voor de patiënten over vijf kamers 42 bedden (matrassen, compleet met lakens en dekens op de vloer gelegd) verdeeld. Voor de transportleiders, het verplegend personeel en de passagiers was geen slaapgelegenheid beschikbaar. De zoetwaterberging op het schip bedroeg slechts vier ton en aan boord bevonden zich 130 zwemvesten. De “Generaal Ten Hove” was electrisch verlicht (dieselmotor met dynamo) en voorzien van centrale verwarming.Het schip werd gesleept door de sleepboot “Amer” (150 pk) van den Nederlandschen Stoomsleepbootdienst P. Smit te Rotterdam, kapitein Sibie. Zowel de “Generaal Ten Hove” als de “Amer” waren wit geschilderd en verder voorzien van de Rode Kruis kentekenen als voorgeschreven bij de Conventie van Genêve. Er bevonden zich levensmiddelen aan boord voor een reis van tien dagen voor 200 man. De kookgelegenheid was primitief. Het schip was uitgerust onder toezicht van de Oud-Kolonel der Koninklijke Marine Sonnenberg (Maritiem adviseur van het Rode Kruis te Rotterdam), terwijl het initiatief was uitgegaan van Dr. Dietz van het hoofdbestuur van het Nederlandsche Rode Kruis. Behalve de opvarenden waren bij vertrek uit Rotterdam aan boord Dr. Verschuil uit Delft (leider van de expeditie), Dr. Visser, Hr. van der Broeke (Bureau Afvoer Burgerbevolking), Hr. Ros (rapporteur), een gediplomeerd verpleegster met zeven helpsters van het Rode Kruis en vier personen van de Transport Colonne. Er werd alleen overdag gevaren, aangezien het varen in de nachtelijke uren te gevaarlijk werd geacht in verband met het dan niet kunnen tonen van de Rode Kruistekenen. Na een door Dr. Dietz van het Rode Kruis gehouden toespraak tot het Rode Kruis – en scheepspersoneel werd te 13.00 uur van Rotterdam naar Dordrecht vertrokken. Te 17.15 uur aankomst te Dordrecht alwaar het schip gedurende de nacht verbleef in de Kalkhaven.12 oktober 1944
Om 06.00 uur voortzetting van de reis naar Middelburg met als vaarroute Dordsche Kil, Hollandsch Diep, Volkerak, Krammer, Zijpe, Mastgat, Keeten en Oosterschelde. Gedurende het gehele traject zagen we vele vliegtuigen, waarvan er enkele van tijd tot tijd wat lager vlogen vermoedelijk met de bedoeling om ons schip te verkennen. Enkele kilometers voor ons uit voer een Duitsch Rode Kruisschip van precies hetzelfde type als het onze. Genoemd schip zagen wij later bij het passeren van Zijpe in deze haven liggen. Het bleek ons toen dat een bombardement, hetwelk wij kort tevoren in de buurt van Zijpe zagen uitvoeren, meergenoemd hospitaalschip (Duitsch) gegolden had en de sleepboot, die buiten de haven ten anker lag en het schip gesleept had, was doorzeefd met kogels. Om 11.30 uur passeerden we het voormalige hospitaal-kerkschip “De Hoop”, komende uit de Zandkreek en varend in de richting van Zijpe bij helder zicht en onbewolkte lucht. Toen wij omstreeks 12.00 uur ter hoogte van de haveningang van Zierikzee de Vondelingenplaat zouden ronden tot het binnenstomen van het Engelsche Vaarwater kwamen – zonder dat iemand van de opvarenden van ons schip noch van de sleepboot dit bemerkt hadden – in pijlsnelle vaart drie jachtbommenwerpers van hoog uit de lucht op ons af, waarvan de eerste ons zonder enige waarschuwing beschoot en de tweede ons met raketbommen bestookte. Eén dezer bommen was een voltreffer welke door het dek in de achterste ziekenzaal terecht kwam en aldaar alsmede in de belendende vertrekken een onbeschrijfelijke ravage teweeg bracht. Aangezien zich alles in een fractie van een seconde afspeelde, kon niemand aan boord enige dekking zoeken met het fatale gevolg dat de volgende slachtoffers vielen: Rode Kruishelpster Mej. De Groote (dood), Rode Kruiskolonist Hr. Huiser (dood), Rode Kruisverpleegster Mej. Keiser (zeer zwaar gewond), Rode Kruishelpster Mej. Cremer (diepe hoofdwond) en Rode Kruishelpster Mevr. Fransen (lichte hersenschudding). Op hetzelfde moment dat de bom insloeg, brak er in de beschadigde en in de daaraan grenzende ruimten brand uit. Na van de eerste schrik enigszins te zijn bekomen, werd met man en macht middels de nog bereikbare brandblussers en van buiten boord opgeschept water getracht de brand te blussen.Inmiddels was de sleepboot langszij gekomen en werden door de zorg van de doktoren en het verplegend personeel de gewonden daarop overgebracht. Hiermede bezig zijnde werd nog getracht het hospitaalschip langszijde van de sleepboot naar de wal te slepen en droog te zetten. Door het zware stampen van de sleepboot brak echter de sleeptros en raakte bovendien nog in de schroef. Er is tijdens het overbrengen van de gewonden door de overige opvarenden nog getracht zoveel mogelijk uit het schip te redden. Aangezien zich echter vliegtuigen in de buurt van het schip bleven ophouden was het, mede in verband met de toestand van de zeer zwaar gewonde verpleegster Keiser, onverantwoord om nog langer bij het hospitaalschip te blijven en vertrok de sleepboot, nadat het brandende schip verankerd was en alle opvarenden waren overgestapt en de schroef inmiddels was geklaard, naar de betrekkelijk dichtbij zijnde haven van Zierikzee.We arriveerden om 13.00 uur in Zierikzee. De gewonden werden per ziekenauto, die enkele ogenblikken daarna reeds aanwezig waren, naar het ziekenhuis (St.Cornelia Liefdehuis, waarin het geévacueerde ziekenhuis van Noordgouwe was ondergebracht) vervoerd, terwijl rapporteur voor onderdak zorgde in de hotels “de Korenbeurs” en “Van Oppen” voor de overige 26 opvarenden waaronder vijf man van het hospitaalschip en vier van de sleepboot. Direct daarna werden de waarnemend burgemeester en de plaatselijke Duitsche militaire commandant van het voorgevallene in kennis gesteld. Een moeilijkheid was nog de voorziening in de voeding van ons schipbreukelingen, doch deze kwestie werd met het hoofd van het distributiekantoor tenslotte bevredigend geregeld. Rapporteur heeft daarna een poging aangewend om de kapitein van de sleepboot te bewegen nog eenmaal naar het brandende hospitaalschip te varen, teneinde de twee aldaar achtergelaten doden en zoveel mogelijk waardevolle goederen alsmede ± 70 zakken post te bergen. Aangezien echter nog steeds vliegtuigen boven het wrak gezien werden, bleek dit tenslotte toch niet verantwoord en ging derhalve alles wat zich aan boord bevond door brand verloren. Omstreeks 16.00 uur werden van de wal uit enkele zware explosies waargenomen (vermoedelijk afkomstig van de in brand geraakte brandstof) terwijl kort daarna het schip zonk.13 oktober 1944
Op uitnodiging van Dr. Verschuil werd de conferentie bijgewoond met de waarnemend burgemeester van Zierikzee, de Marechaussee en de plaatselijke Duitsche militaire commandant voor het opstellen van een plan voor de terugtocht naar Den Haag, waarbij het volgende werd beslist: De zusters Keiser en Cremer blijven in het ziekenhuis te Zierikzee achter. Te 18.00 uur wordt met drie paardenwagens van hotel “De Korenbeurs” te Zierikzee via de zeedijk over Vianen naar Bruinisse vertrokken. Aldaar wordt bij de nog 38 inwoners tellende gemeente voor de inkwartiering gezorgd van de zes verpleegsters, terwijl de veertien mannelijke leden van het gezelschap onderdak krijgen in het leegstaande hotel aldaar. De volgende ochtend wordt te 04.00 uur de reis met paard en wagen voortgezet naar Zijpe en aldaar door bemiddeling van de Duitsche commandant in de ochtendschemering overgevaren naar Anna Jacoba Polder, alwaar een door Dr. Verschuil aangevraagde vrachtauto op ons zou wachten ter voortzetting van de reis naar Den Haag. Door de plaatselijke militaire commandant te Zierikzee zou een geleidebrief worden meegegeven voor de militaire wacht aan de Moerdijkbrug, aangezien het passeren van deze brug met zoveel personen tegelijk moeilijkheden zou kunnen opleveren. Tijdens ons verblijf te Zierikzee vernam rapporteur van de beurtschipper, de heer Ribbens, dat er zich ten gemeentehuize in beslag genomen textiel goederen bevonden onder andere damesmantels. Het gemeentebestuur was zo vriendelijk van deze laatsten een zevental exemplaren af te staan ten behoeve van de verpleegsters, die alle hun kleren kwijt waren. Overeenkomstig ons opgemaakte reisplan werd om 18.00 uur met drie open boerenwagens van Zierikzee via de zeedijk naar Zijpe vertrokken. Wegens de volslagen duisternis en de zeer slechte provisorisch aangelegde weg, bleek dat de voerman het onverantwoordelijk vond om verder door te rijden dan tot Vianen ( de kwestie is namelijk dat deze weg zeer glibberig is, aan de ene kant van de zeedijk zeewater staat en aan de andere kant het ondergelopen land). Te Vianen werd dan ook om 22.00 uur halt gehouden en gedurende de verdere nacht verbleven in de paardenstal van een nog droog gelegen boerderij. Vervolgden in de vroege ochtend om 03.30 uur de reis en arriveerden te 05.00 uur te Zijpe, alwaar wij door een onder Duitsche vlag varende sleepboot werden overgezet naar Anna Jacoba Polder. Tot onze spijt was de vrachtauto van het Rode Kruis, welke daar besteld was, niet aanwezig zodat wij ± drie kilometer moesten lopen naar de eerstvolgende plaats, waar een telefoon aanwezig was teneinde te informeren waar genoemde auto kon zijn. Er kon echter geen enkele telefoon verbinding tot stand worden gebracht, zodat wij maar besloten om naar Steenbergen (± 18 km) te lopen. Omstreeks 12.30 uur arriveerden wij in Steenbergen alwaar een grote autobus (door het Rode Kruis in Den Haag afgestaan) bleek te staan en konden wij, nadat enkele uitvallers op de wandeltocht St.Philipsland – Steenbergen waren opgehaald en het door Dr. Cannengieter te Steenbergen aangeboden diner was afgelopen, ’s avonds te 22.00 uur de terugreis naar Den Haag met de autobus ondernemen.15 oktober 1944
Arriveerden te 05.00 uur behouden in Den Haag. Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat het Rode Kruisteken in het huidige stadium van de oorlogvoering niet meer gerespecteerd wordt. Daarom mag van geluk gesproken worden dat het doel van de reis namelijk het zoveel mogelijk weghalen van zieken en eventueel gewonde burgers en ouden van dagen uit de gebombardeerde en geïnundeerde gebieden van Walcheren, niet werd bereikt. Immers, was het bovenomschreven ongeval niet op de heenreis doch op de terugreis geschied, dan waren met het oog op de vele patiënten die zich dan mogelijk aan boord zouden hebben bevonden, de gevolgen bepaald catastrophaal geweest. Het spijt rapporteur, dat hij door de bovengeschetste omstandigheden verhinderd is geweest zijn opdracht namelijk het inwinnen van inlichtingen omtrent de toestand van de ziekenhuizen, noodtehuizen en andere instellingen van het Bureau Afvoer Burgerbevolking te Walcheren en eventueel ook op Zuid-Beveland, niet heeft kunnen uitvoeren.
Sluiten
Bron: WDSR Wrakduikstichting de Roompot Auteur Barend de Lange
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 01 juni 2019