Gerrit van Iterson
1888-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 57 jaar geworden
Geboren op 18-01-1888 in Rijnsburg
Overleden op 07-04-1945 in Bernstein, D
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Gerrit van Iterson: Principieel en hulpvaardig
Een paar dagen voordat de Amerikanen hem konden bevrijden gaf zijn lichaam het op. Gerrit van Iterson had verzetsdaden gepleegd en was gevangen genomen. Via het Scheveningse Oranjehotel en Kamp Vught was hij in Duitse concentratiekampen terecht gekomen. In de laatste oorlogsdagen sleepten de Duitsers met concentratiekampgevangenen door stad en land. Onnodig te zeggen dat dit marteltochten waren. Wie het zware regime niet volhield werd met een nekschot om het leven gebracht. Hoogstwaarschijnlijk is dat Gerrit van Iterson overkomen. Later vertelde een kampgenoot dat hij van hem zijn laatste korst brood had gekregen. Die korst was zo hard dat hij hem in de sloot moest dopen om hem eetbaar te krijgen. Zijn leven werd gered, dat van Gerrit van Iterson beëindigd.
Gerrit van Iterson was in 1888 geboren in Rijnsburg, een orthodox-protestantse (vooral Gereformeerde) enclave in de Bollenstreek. Hij was er al lang weg, was rechercheur geworden in Den Haag, maar Gereformeerd was hij nog wel.
Nu kun je van Gereformeerden veel zeggen, maar één ding is zeker: de meesten van hen kenden de herkomst van het Nazidom: de duivel. Er zaten relatief veel Gereformeerden in het verzet. In Gerrit’s geboorteplaats Rijnsburg zaten veel Joodse en andere onderduikers. Gerrit van Iterson was met hetzelfde sop overgoten.
Halverwege de oorlog was Gerrit van Iterson met pensioen gegaan. Dat kon je als politieman op je 55e. Maar hij was al snel weer opgeroepen om als rechercheur controlewerkzaamheden te verrichten op de uitgifte van officiële documenten. Voedselbonnen, persoonsbewijzen, dat soort dingen. Omdat de Duitsers alles jatten wat er te jatten viel, was er van alles en nog wat op de bon. En om te zorgen dat ze grip hielden op de bevolking, moest iedereen een persoonsbewijs hebben. Zo konden ze bijvoorbeeld zien of jij eigenlijk niet tewerkgesteld had moeten zijn in Duitsland of dat je Jood was.
Vanuit het Duitse gezichtspunt was een goede controle op deze documenten behoorlijk belangrijk. Dat wist Gerrit van Iterson ook wel. Dus regelde hij tegen de regels in bonnen en persoonsbewijzen voor Joodse en andere onderduikers en voor de illegaliteit. Hij was ook betrokken bij de organisatie van een overval op een bonnenkantoor.
Bang aangelegd was hij niet. Als politieman had hij gezag gehad. Hij was een ijzervreter van een rechercheur geweest. Later vertelde een getuige over hem: “Ik kende hem als een vurige vaderlander en Oranjeklant, maar ook als een hondsbrutale strijder voor vrijheid en recht.” Je kon verwachten dat zo’n man zijn mening over de Duitse bezetter niet onder stoelen of banken zou steken. Hij kwam rond voor zijn vaderlandgezindheid uit, ook als daar NSB’ers bij waren. Allerlei mensen hebben daar later getuigenis van afgelegd.
Hij moet meer verzetsdaden hebben gepleegd dan zijn activiteiten met bonnen en persoonsbewijzen. Maar hij praatte daar nooit over. Wat je niet wist, kon je niet verraden. Toen een van zijn dochters later verhuisde vond zij onder het zeil allerlei verzetspapieren die haar vader daar had verstopt.
Uiteindelijk liep het fout. Of het nu was omdat zijn bonnenfraude was opgevallen of omdat zijn mening over de Nazi’s door een verkeerde was opgevangen, op 22 juli 1944 werd hij gearresteerd. Hij werd vastgezet in het Oranjehotel en in Vught. Later werd hij vastgehouden in de concentratiekampen Oranienburg/Sachsenhausen en Buchenwald en hij zou in Flossenburg worden ondergebracht. Als je mazzel had werd je daar in een overvolle trein naar toe gereden. Als je pech had moest je lopen, opgejaagd door Duitse kampbewakers. Te weinig eten, geen medische verzorging. Kortom, een hellegang.
Een hellegang, die voor Gerrit van Iterson net te lang duurde. Onderweg van het ene naar het andere kamp werd de trein waarin hij reisde aan de kant gezet. De Amerikanen vielen aan. In de buurt stonden gasbollen en de Duitsers namen het zekere voor het onzekere en stuurden de gevangenen de trein uit. Op dat moment kon het lichaam van Gerrit van Iterson de marteling niet meer verduren. Hij zakte (waarschijnlijk) ineen en kreeg (zoals dat gebruikelijk was) een nekschot.
In zijn familie werd nadien met respect over hem gesproken hoewel Van Iterson al enige tijd gescheiden van zijn vrouw leefde. “Ik was te jong om hem echt te kennen maar voor mij was hij een kerel uit één stuk” zegt zijn kleindochter Corry van de Groep-Sleeuwenhoek. “Niet bang. Goed voor zijn gezin. Helder in zijn keuzes. Hij kwam op tegen onrecht. Ik hoop dat ik een beetje op hem lijk.”
Na de oorlog heeft de familie bijna vijftig jaar niet geweten waar Gerrit van Iterson was begraven. Er was wel bericht gekomen van het Rode Kruis dat hij was omgekomen, maar meer wisten ze niet. Uiteindelijk vond mevrouw Van de Groep via internet een getuige die nog wist wat er was gebeurd. “Zo ontdekten we dat hij Bernstein, in de buurt van Wunsiedel in Noord Oost Beieren was omgekomen. Vervolgens (in 2003) hebben we de gemeente Wunsiedel aangeschreven en daar kwam al snel antwoord op. Het bleek dat mijn opa aanvankelijk begraven was in het plaatsje Bernstein, maar later was herbegraven in de grotere plaats Wunsiedel. In een massagraf. Er is daar voor die doden een monument opgericht dat er tot op de dag van vandaag staat en waar jaarlijks een herdenking plaats vindt. Het was goed om dat te ontdekken. We zijn er geweest. We hebben de plek bekeken waar hij om het leven is gebracht en we hebben de plek gezien waar hij begraven ligt. Het is goed dat er een plek is waar wij hem kunnen herdenken.”
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 05 oktober 2020