Bertha wordt geboren op 14 juli 1914 in Borgerthout. Het gezin komt op 1 januari 1920 vanuit Antwerpen wonen in Den Haag.

Op 21 april 1913 wordt in Coevorden, Maurits David Jakobs geboren. Hij komt op 3 april 1933 naar Den Haag, gaat wonen aan de Emmastraat 59 in het Bezuidenhout en werkt als Kleermaker. Hij blijft ook altijd wonen in het Bezuidenhout maar op verschillende adressen zoals de Theresiastraat en De Carpentierstraat. Wanneer de Shoa begint weet hij werk te vinden op de naaikamer van de Joodse Raad. In die zomer van 1942 trouwt Maurits in Den Haag met Bertha. Een mooi en groots huwelijk met de walgelijk aanwezigheid van die gele ster.

Het werk bij de Joodse Raad geeft het echtpaar even uitstel maar uiteindelijk worden zo ook opgehaald en komen op 13 april 1943 in het concentratiekamp KL. Herzogenbusch - Vught binnen. Maurits krijgt het häftlingsnummer 8535 / 15457 en Bertha 1007.

Op 15 november 1943 vertrekt een trein vanuit Vught (transport 80) met 1149 mensen naar het concentratiekamp Auschwitz. Ook Maurits en Bertha zitten op dit transport. 559 mannen en 589 vrouwen (waarvan 19 kinderen).
Op 17 november 1943 komen ze aan in Auschwitz en er gebeurt is vreemds. Bij aankomst is er geen selectie en iedereen wordt geregistreerd. De nummers 163201-163759 en 68090-68678 worden gegeven.
Maurits krijgt hier het häftlingsnummer 163569, van Bertha hebben wij het nog niet gevonden. Het gehele transport gaat vervolgens voor zo'n 6 weken in "quarantaine", waarbij enkele groepen terstond worden tewerkgesteld.
In januari 1944 zijn twee grote selecties gehouden. Maurits en Bertha zijn slachtoffers bij de tweede selectie en worden vermoord op 31 januari 1944.

Van de 1149 mensen op dit transport hebben 32 mannen en 6 vrouwen het overleeft. Onder de overlevende was een meisje dat 11 jaar was toen ze werd gedeporteerd.