Albert Jansen
1893-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 51 jaar geworden
Geboren op 21-03-1893 in Delfzijl
Overleden op 09-02-1945 in Bergen-Belsen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Albert Jansen, een moedig man
Als zoon van een Oost Groningse dagloner had Albert Jansen zich opgewerkt. Hij was stationschef geworden van de Tramlijn Oost Groningen in Winschoten. Die tramlijn werd destijds door een particuliere vervoersondernemer gerund en Albert Jansen was als stationschef de spin in het web. Contacten met boeren, die hun spullen aanleverden om per tram verder te worden vervoerd. Contacten met kinderen, die een dagje uit waren. Contacten met autoriteiten als een tram was ontspoord of als er een paardop de rails terecht was gekomen. Al met al was het een levendig bestaan.
In de oorlog werd Albert Jansen weer spin in het web. Van een Oost Groningse verzetsorganisatie. Vanuit een diepgewortelde overtuiging en gebruik makend van zijn netwerk probeerde hij kwetsbare mensen de oorlog door te helpen. Verraad bracht hem in het gevang en in het concentratiekamp. Uiteindelijk stierf hij daar in Bergen Belsen. Op 9 februari 1945.
“Ik ben naar hem vernoemd”, zegt zijn kleinzoon Ab Jansen anno 2023. “Al heb ik hem nooit gekend; hij speelde een rol in mijn bestaan. Er werd niet veel over hem gepraat, niet door oma, niet door mijn vader en niet door mijn oom. Maar als kind al voelde ik aan mijn vader dat de vroege dood van zijn vader hem nog dwars zat. De rol van opa zat ook op een ander vlak. Opa was handig, maakte meubels en deed meer handwerk. Mijn vader was niet handig. Ik wel. Uiteindelijk ben ik meubelmaker geworden. Als ik iets maak, praat ik nog vaak met opa.”
“Uit de verhalen komt opa naar voren als gevoelig, sociaal en levenslustig. Hij stond altijd voor anderen klaar. Hij mat 1.95 meter, dus zeker voor die tijd was hij een grote man. Hij had twee zonen, Albertus en Agatus (mijn vader). Samen met oma en de kinderen leefde hij een rustig bestaan.”
Aan dat bestaan maakte de Duitse bezetting een eind. Albert had als jonge man in Duitsland gewerkt en daaraan had hij naast een grondige kennis van de Duitse taal een grondige antipathie tegen Duitsers overgehouden. Het gedrag van het naziregime zal aan die antipathie zeker hebben bijgedragen. Aan het begin van de oorlog was hij lid geweest van de Nederlandse Unie, maar die was in 1941 door de nazi’s verboden. Bij Unievergaderingen was hij in contact geraakt met iemand, die in Oost Groningen een verzetsgroep leidde. Zo rolde hij in het verzet. Door zijn functie kon hij immers iets betekenen.
“Toen opa toetrad tot het verzet, had dat nog slechts vage doelstellingen”, vertelt Ab Jansen. “Een van die taken was bijvoorbeeld voorkomen dat er na de oorlog een bijltjesdag zou komen. Het werd menens toen Albert op begin oktober 1942 hoorde, dat alle Joden uit Winschoten bijeen zouden worden gedreven om te worden weggevoerd. Hij kwam in actie door ervoor te zorgen dat Joodse mensen per tram naar veilige adressen werden vervoerd. Omdat hij zo’n breed netwerk had, was hij in staat om onderduikadressen te vinden. Hij raakte ook betrokken bij het regelen van bonkaarten. Je kon destijds alleen levensmiddelen kopen als je behalve geld ook bonkaarten kon overleggen. Onderduikers konden die niet verwerven omdat ze bij de bezetters niet in de gaten mochtenlopen. Dus zorgde het verzet door bonkaarten te stelen of anderszins te organiseren, dat onderduikers konden blijven eten.”
Bij elkaar was dat een heleboel verzetswerk. Genoeg om in die tijd de doodstraf te verdienen. Maar Albert Jansen deed het. Omdat hij vond dat de Duitsers niks in zijn vaderland te zoeken hadden en dat ze geen enkel recht hadden om Joden en andere groepen te vervolgen. In zijn verzetswerk rolde hij van het een in het ander. Er ontstonden, omdat hij langs een lijn richting Delfzijl woonde en werkte contacten met het verzet in die plaats en van daaruit met mensen in Zweden en Engeland (want Delfzijl is een havenplaats). Zeker na de stakingsgolf van begin mei 1943 werd de Duitse repressie steeds heftiger en dus waren er steeds meer onderduikadressen nodig. Mede dankzij zijn netwerk raakte Jansen bij steeds meer verzetswerk betrokken. Hij pakte wat hem voor de handen kwam. Dat kun je naïef noemen, maar het was eerst en vooral moedig.
Dat kon niet goed gaan en het ging ook niet goed. De Duitsers wisten een infiltrant de verzetsorganisatie binnen te loodsen. Op grond van diens informatie werden de leden van de groep in de nacht van 14 op 15 april 1944 gearresteerd. Van Albert Jansen wisten de nazi’s dat hij een grote vis was. Dus werden ook zijn vrouw en zijn oudste zoon opgepakt en vier weken vastgehouden, waarschijnlijk om hem zodoende extra onder druk te zetten.
Er is een verhaal, dat hij vanuit de Groningse strafgevangenis (het Scholtehuis) een bericht naar buiten heeft weten te krijgen, dat bepaalde mensen zichzelf in veiligheid moesten brengen. Hij werd namelijk zwaar verhoord en hij wist niet hoe lang hij nog zijn mond zou kunnen houden. Na enige tijd in Groningen gevangen te hebben gezeten kwam hij in Vught terecht. Van daar kon hij naar huis schrijven. Daarin schreef hij niet over zijn eigen lot, maar gaf hij zijn zonen de goede raad om goed voor hun moeder te zorgen en over allerleihuiselijke dingen.
Het laatste levensteken van Albert Jansen is dat hij op transport was naar Sachsenhausen. Hij kwam niet in dat concentratiekamp terecht, maar in Bergen Belsen. Daar stierf hij op 9 februari 1945, hoogstwaarschijnlijk aan uitputtig.
Er is geen graf van Albert Jansen bekend. Wel staat zijn naam op een gedenksteen ter herinnering aan het verzet in Winschoten. Later heeft hij postuum het Mobilisatie Oorlogskruis gekregen. Zijn vrouw en zijn zonen pakten na de bevrijding het leven weer op. “Oma voedde mijn oom en mijn vader alleen op”, vertelt Ab Jansen. “Ze had een pensioen dat groot genoeg was om de beide zonen een goede opvoeding te geven. Ze werden allebei onderwijzer. Maar over opa werd nauwelijks gepraat. Ik heb oma nooit over hem horen praten en mijn vader ook niet vaak. Omdat ik wist hoeveel impact opa’s dood op mijn vaders’ leven heeft gehad ben ik me in mijn opa gaan verdiepen. Een man, die in het verzet durfde te gaan. Dat kun je naïef noemen, maar dapper was het zeker. Mijn opa was een dapper man.”
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 12 januari 2023
Condoleances
Geplaatst door Albert Jansen op 28 december 2022
Gedenksteen Winschoten
Geplaatst door Albert Jansen op 28 december 2022