Joanna Maria Helena Janssen-Nijs
1890-1940
Portret toevoegen?
Klik hierSlachtoffer van de oorlog
Is 49 jaar geworden
Geboren op 04-12-1890 in Weert
Overleden op 12-05-1940 in Eisden Provincie Limburg
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Eijsden, dorp onder vuur
Eijsden, dorp onder vuur
Eijsden op de ochtend van 10 mei 1940, even voor acht uur. Aandachtig gadegeslagen door nieuwsgierige inwoners bereiken de eerste Duitsers de Maasoevers: ‘De pruusje zien dao..!’ De Eijsdenaren waren ‘s nacht al wakker geschud door een gigantische explosie waarmee de Belgen de brug bij Ternaaien hadden opgeblazen. De zich op de straten verzamelde Eijsdenaren zagen even later vliegtuigen over hun dorp scheren op weg naar fort Eben-Emaël, En nu, pas enkele uren later, was de vijand al in het dorp. De Duitse inval in Zuid-Limburg vond met een enorme stootkracht plaats. Liefst zeven divisies vielen op de vroege ochtend van 10 mei het gebied tussen Maasbracht en Visé binnen. Limburg ten zuiden van de lijn Gronsveld-Mechelen-Vijlen kreeg te maken met de 269e infanteriedivisie (15.000 man), terwijl de 4e Pantserdivisie het noordelijker gedeelte met de begrenzing Borgharen-Rothem-Schin op Geul-Spekholzerheide kreeg toegewezen. In totaal stonden 140.000 manschappen klaar om Zuid-Limburg te overrompelen. Slechts 3700 Nederlandse soldaten zouden hen opwachten.. Het was de voorhoede van de 269e die in de vroege ochtend aan de Maas stond. Pas vier uur eerder hadden ze bij Vaals de grens gepasseerd. In Eijsden moest zo snel mogelijk een noodbrug worden gebouwd waarover de divisie kon oprukken om de luchtlandingstroepen bij Eben-Emaël te ontzetten. Het lukte een groep Duitsers om met boten de Maas over te steken, maar bij de vernielde brug over het kanaal bij Ternaaien ging het niet meer verder. De Belgen in hun twee nog niet door de Duitsers veroverde bunkers van Eben-Emaël, verscholen in het massief boven het Albertkanaal, waren niet van plan zich over te geven en vuurden op alles wat bewoog. En ook andere Belgische forten gingen zich roeren. Rond half elf begon het bij Herstal gelegen fort Pontisse een zwaar artillerievuur op de oversteekplaats aan de Eijsdense Maasoever te ontwikkelen. Ook het fort van Barchon nam deel aan deze vernietigende symfonie. Het vuur van de zware fortkanonnen werd onder andere geleid door een observatiepost in de kerktoren van Ternaaien. Vanaf 14.00 uur werd het overzetten van manschappen gestaakt. Eijsden mocht nu met recht een frontdorp worden genoemd.
Bij de eerste beschietingen vluchtten veel inwoners in hun kelders of vonden onderdak in de kelders van het Ursulinenklooster en de Zinkwitfabriek. Velen, waaronder ook de burgemeester, verlieten het dorp en vonden onderdak bij familie en kennissen in omliggende dorpen. Met hun dierbaarste spullen geladen op karren, kruiwagens en fietsen verlieten de geschrokken en vaak doodsbange inwoners hun dorp. Men kon Eijsdenaren vinden tot in Valkenburg en Gulpen toe. Mesch groeide binnen een paar uur uit tot viermaal zijn eigen inwonersaantal. Voor de Duitsers drong de tijd: de troepen op Eben-Eamaël hadden hun hulp nodig. In de nacht van 11 mei probeerden ze onder dekking van artillerie en stuka’s opnieuw het Albertkanaal over te steken. Maar de Belgen in hun goed verscholen bunkers hielden stand. De aanval mislukte, evenals een tweede aanval die om negen uur werd uitgevoerd. Een derde aanval werd gepland. Daarvoor had Luftwaffe-General Von Richthofen zich gemeld in het divisiehoofdkwartier in Sint Geertruid. In plaats van stuka’s zou hij nu enkele escaders gevechtsvliegtuigen inzetten. En dit keer lukte het wel en werden de twee laatste bunkers van fort Eben-Emaël het zwijgen opgelegd. Liefst 4000 granaten werden vanuit deze bunkers op Eijsden afgevuurd!
De Duitsers konden nu eindelijk het kanaal oversteken. Maar de problemen aan Maasoever bleven bestaan. De oversteekplaats in Eijsden werd nog steeds door de forten onder vuur genomen. Toen men de vuurgeleiders in de kerk van Ternaaien gevangen had genomen, werden de beschietingen minder nauwkeurig en kon de noodbrug, over de Maas eindelijk worden afgebouwd. Inwoners van Eijsden werden gedwongen daarbij hand- en spandiensten te verlenen. Maar de Belgische forten bleven hun granaten uitstrooien over het Maasdal. Op 13 mei moesten alle woningen ten westen van de spoorlijn op last van de Duitsers worden verlaten. Ook werden de schuilkelders gevorderd om Duitse troepen in onder te brengen. Weer volgde er een uittocht richting omliggende dorpen. Voedsel kwam het dorp niet meer binnen. Daarom werden gewonde koeien geslacht en het vlees onder de bevolking verdeeld.
Melk kwam van loslopend vee dat werd gevangen en gemolken. Tien dagen lang heeft Eijsden onder vuur gelegen, met een enorme verwoesting als gevolg. Maar ook de Duitsers betaalden een zware tol in het Maasdorp. De doortocht door het zuidelijkste deel van Zuid-Limburg kostte de 269e divisie 35 doden en 140 gewonden. De meeste slachtoffers vielen tijdens de strijd bij Eijsden en Ternaaien. Pas toen op 21 mei het laatste Belgische fort viel, keerde de rust eindelijk weer. De gevluchte inwoners verlieten hun tijdelijke verblijfplaatsen en spoedden zich naar huis, of wat daar nog van over was. Een verslaggever van De Limburger Koerier was er bij: En nu keert dan alles wat in Eijsden leefde en werkte, weer terug naar dit land van kersen en grenzen. Krui- en andere wagens rollen hotsend botsend het dorp binnen en hun bonte inhoud brengt de uitgestorven plaats weer tot leven. Men vindt Eijsden niet terug zooals men het verlaten had. Vooral aan den Maaskant kreunt het dorp onder een vreeselijke verwoesting. Geen ruit is hier nog heel; daken zijn eenvoudig weggeblazen, een tiental huizen is niet meer en andere gebouwen, waaronder het raadhuis, hebben zeer groote schade opgeloopen. Vele huizen, waarvan de gevels nu nog overeind staan, zijn door een granaatscheur voor altijd geknakt en vrijwel overal is hier, in het hart van het dorp, groote schade aangericht aan interieurs en huisraad. Inderdaad: hier heeft Eijsden ontzettend zwaar geleden, en dat het nog erger had kunnen zijn, vertellen de tientallen gapende granaattrechters, die men vindt in straten en boomgaarden. Hier vonden projectielen gelukkig effectloos hun einde. Zwaar moet hier, aan de oevers van de Maas, gestreden zijn. Geen mensch uit Eijsden heeft dat gelukkig meegemaakt, want tijdens dit gevecht was Eijsden een dood dorp, dat machteloos op zijn einde te wachten scheen. Onlangs zijn enkele foto’s opgedoken van Eijsden tijdens die angstige meidagen van 1940. De fotograaf, een Duitse militair van het 469e regiment, legde het allemaal vast: zijn ‘Kameraden’ aan de Maasoever, de beschadigde huizen, de uittocht van de vluchtelingen. Beelden zeggen toch meer dan woorden…. Frans Roebroeks Regionaal Historisch Centrum Limburg
SluitenGeplaatst door Esther Verwimp op 25 april 2017