Leendert Marinus Jol
1917-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 27 jaar geworden
Geboren op 01-11-1917 in Den Haag
Overleden op 05-04-1945 in Rosslau Landkreis Zerbst
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Leendert Marinus (Leo) Jol, held in bescheidenheid
Van alle groepen oorlogsslachtoffers staat de groep, die stierf terwijl zij dwangarbeid verrichtte in Duitsland waarschijnlijk niet het hoogst aangeschreven. Hadden ze dan niet kunnen onderduiken? Hadden ze niet kunnen vluchten? Het waren jonge mannen in de kracht van hun leven, waarom hielden ze het niet vol? Een oordeel zonder te weten waarover je oordeelt, is gemakkelijk gegeven.
Maar de waarheid is altijd veel complexer, zo blijkt ook weer uit het verhaal van Leendert Marinus (Leo) Jol (1 november 1917-5 april 1945).
Leo kwam uit Scheveningen en was galvaniseur van beroep. Galvaniseren is een methode om materialen voor roest te beschermen. Tijdens de Mobilisatie van 1939 was hij opgeroepen en in de meidagen van 1940 was hij in de provincie Groningen gelegerd. Of hij daar actief gevechtshandelingen heeft verricht, is niet bekend.
Een paar jaar eerder waren Leo’s ouders gescheiden. Dat was wat in het godvruchtige Scheveningen van voor de oorlog. De precieze redenen voor de scheiding zijn niet meer vast te stellen, maar het is aannemelijk dat ze met het geloof te maken hadden. Hoe het ook zij, vader Jol nam geen financiële verantwoordelijkheid voor zijn kinderen. Dat was voor Leo geen probleem (die was meerderjarig en kon zichzelf bedruipen) maar er waren ook nog minderjarige kinderen. Die waren in 1939 via de Gereformeerde Kerk bij de Rudolphstichting in De Glind ondergebracht. De bedoeling was dat zij daar een jaar zouden blijven zodat moeder de zaak weer op de rit kon krijgen. Daar kwam de oorlog tussen en de kinderen Jol zouden daar een akelige tijd meemaken (tot en met misbruik toe). Schrijnend is ook van Leo’s jongere broer Cornelis (Kees) overkwam. Er kwamen SS-ers in de instelling. Die voerden hem dronken en lieten hem voor de SS tekenen. Hij was toen 16 jaar. Hij zou nooit aan gevechten meedoen, maar toen hij terugkwam heeft hij veel moeilijkheden ondervonden. Al is hij later vrijgesproken; hij wilde nooit meer over de oorlog praten.
Leo kwam al vrij snel na de capitulatie van het Nederlandse Leger – in 1940 - weer vrij, maar tijdens de Bezetting was niemand vrij. Er kwam een oproep voor de Arbeitseinsatz. Met de Arbeitseinsatz hielden de Nazi’s hun oorlogsmachine gaande door de inzet van buitenlandse dwangarbeiders. Leo kreeg ook een oproep en hij durfde niet onder te duiken, bang als hij was dat zijn gezinsleden daarvan nadelige gevolgen zouden ondervinden. Hij werd in Berlijn tewerkgesteld bij de fabriek van Siemens & Halske. Daar werden onder meer veldtelefoons gemaakt. Wanneer hij daar precies is begonnen, is niet bekend maar later dan halverwege 1942 zal dat niet zijn geweest.
In Berlijn kreeg hij contact met zijn broer Kees. Die hem zijn trieste verhaal meedeelde. Leo heeft zijn broer nooit iets is kwalijk genomen en zijn zusters ingelicht over wat er gebeurd was.
Een keer mocht hij op verlof naar Nederland, begin 1944. Zijn moeder was overleden. Hij mocht naar huis voor haar begrafenis en is niet direct na zijn verlofperiode teruggekeerd. Inmiddels had hij zo veel van de Arbeitseinsatz ondervonden, dat hij onderdook. Ongeveer een klein half jaar zat hij met andere gezinsleden op het adres Franklinstraat 25 in Den Haag.
In het najaar van 1944 dreigden de Nazi’s met een razzia als de onderduikers in de buurt zichzelf niet aangaven. Leo was daar bezorgd over zoals hij ook bezorgd was over het lot van zijn broer en zussen. Hij koos ervoor om zichzelf aan te geven en werd weer in Duitsland tewerkgesteld. Overigens is de aangekondigde razzia toch uitgevoerd. Nazi’s hadden niet zo veel op met de waarheid en wie de macht had hoefde niet betrouwbaar te zijn, vonden ze.
Leo’s eerste periode van dwangarbeid was ongetwijfeld niet zachtzinnig, maar zijn tweede periode was waarschijnlijk nog zwaarder. Dat hij niet terug was gekomen van verlof is hem ongetwijfeld aangerekend en verder werden de omstandigheden voor buitenlandse dwangarbeiders sowieso met de week zwaarder. Je leest veel over mensen, die het eind van de oorlog net niet hebben gehaald. Leo Jol stierf op 5 april 1945, een week of vijf voordat de Duitsers capituleerden in de regio waar hij was. Hij stierf van verwaarlozing, mishandeling en ondervoeding in Dessau-Rosslau.
In de verwarring van die tijd duurde het nog tot in 1946 voor zijn vader werd geïnformeerd. Leo Jol werd in 1949 begraven op de algemene begraafplaats aan de Kerkhoflaan te Scheveningen. Na 1960 is hij herbegraven op het Ereveld in Loenen.
Fred van der Zwan is een oomzegger van Leo Jol: “Mijn moeder en de rest van het gezin zijn aanvankelijk door haar vader niet geïnformeerd over wat er met Leo was gebeurd. Dat is pas gebeurd toen de relatie tussen mijn moeder en haar vader (mijn grootvader) enigszins was hersteld. In de jaren daarna ben ik met mijn moeder en mijn tantes verschillende keren in Loenen geweest. Voor hen was dat een soort afsluiting van een hele nare periode.”
Over de vraag wanneer je een held bent, zijn boeken volgeschreven en waarschijnlijk komt daar nog wel een stapel bij. Kun je een held zijn in bescheidenheid? Of: ben je juist een held als je dat in bescheidenheid bent? Voor wie deze vragen met ja beantwoordt, was Leo Jol een held.
In bescheidenheid, dat wel. Hij stelde het belang van anderen boven dat van hemzelf, ook al kostte hem het grootste offer dat een mens kan geven. Helden als Leo Jol mogen niet worden vergeten.
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 22 november 2023