Jacob Jonker

1897-1945

0

Oorlogsslachtoffer

Is 48 jaar geworden

Geboren op 19-03-1897 in Hensbroek 

Overleden op 31-05-1945 in Bergen-Belsen 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

De Jonkerbrug in Ursem

De Jonkerbrug in Ursem, vernoemd naar Jacob Jonker.

Geplaatst door Max van der Gulik op 08 februari 2019

36cf7476f153c8972b679e7d7e2b725f v1

Oorlogsmonument Ursem

Het oorlogmonument in Ursem voor Jaap en Jan Ruyter en Jacob Jonker

Geplaatst door Max van der Gulik op 08 februari 2019

84e77953e360edced71f40694219d537 v1

Aanvraag tot erkenning van Jacobus Jonker tot 'Chasied Oemot Ha-Olam'

De hierna volgende gegevens worden verstrekt ter erkenning van Jacobus Jonker als 'Chasied Oemot Ha-Olam' bij Yad Vashem, Jerusalem, Israël. Jacobus Jonker is geboren op 19 maart 1897 te Hensbroek, Holland. Op 27 januari 1922 is hij in het... Lees meer

De hierna volgende gegevens worden verstrekt ter erkenning van Jacobus Jonker als 'Chasied Oemot Ha-Olam' bij Yad Vashem, Jerusalem, Israël.

Jacobus Jonker is geboren op 19 maart 1897 te Hensbroek, Holland. Op 27 januari 1922 is hij in het huwelijk getreden met Hendrica Maria Jonker-Vendel, geboren 13 augustus 1899. Uit het huwelijk werden zes kinderen geboren:

1) Trien (28 december 1922)

2) Antoon (5 februari 1924)

3) Jan (27 november 1926)

4) Vroon (3 juni 1933)

5) Riet (22 juli 1935)

6) Bep (4 mei 1940)

Het gezin Jonker was woonachtig in Ursem. In 1942 is Jacobus Jonker, als enige uit het dorp, tewerkgesteld in een speelgoedfabriek in Neurenberg, Duitsland. Ongeveer een jaar later keerde hij terug naar Ursem.

In het voorjaar van 1944 werd Jacobus Jonker door de ondergrondse van Ursem gevraagd of hij bereid was om onderduikers in huis te nemen. Het betrof het uit Den Haag afkomstige Joodse echtpaar Alexander de Groot (geboren 26 april 1903) en Dé de Groot-Vlessing (geboren 19 maart 1909). Het echtpaar had een zoon die ondergedoken had gezeten maar was opgepakt. Het echtpaar was bang om ook opgepakt te worden.

Jacobus Jonker en zijn gezin reageerden positief op het verzoek en het echtpaar de Groot werd in maart/april 1944 in huis genomen, op de Walingsdijk 67a te Ursem (dit adres bestaat hedentendage niet meer). Ze verbleven binnenshuis met de rest van het gezin en hadden een eigen slaapkamer op de bovenverdieping. Er was tevens een improvisorische schuilplaats in hun slaapkamer.

In de nacht van 24 op 25 juni 1944 zijn ongeveer tien SS-ers naar het huis gekomen. Er was gepraat en geloop in de steeg naast het huis en vervolgens werd er op de deur gebonkt. De SS-ers hebben het huis betreden en het echtpaar Jonker is verhoord en gevraagd of ze Joden in huis hadden ondergedoken. Een van de kinderen van het gezin, Trien, was ondertussen in het bed van het echtpaar de Groot gaan liggen, de Joden verborgen zich in hun schuilplaats. Trien is eerst door de Duitsers uit bed gehaald en naar beneden gebracht. Het echtpaar de Groot werd daarop uit hun schuilplaats gehaald, waarna Jacobus Jonker is gearresteerd wegens het verbergen van Joden. Hij en het echtpaar de Groot zijn vervolgens weggevoerd.

Na zijn arrestatie is Jacobus Jonker naar het politiebureau in Hoorn gebracht, waaar hij ongeveer een week heeft verbleven. Daarna is hij overgeplaatst naar een gevangenis aan de Amstelveense Weg in Amsterdam. Op 26 juli 1944 is hij overgebracht naar het concentratiekamp Vught, waar hij tot 6 september 1944 verbleef onder het gevangene-nummer 10682. Vanuit het kamp Vught heeft hij twee brieven naar zijn gezin geschreven.

Op 6 september 1944 is Jacobus Jonker gedeporteerd naar het concentratiekamp Sachsenhausen. Over zijn verblijf in dit kamp is verder niets bekend. Voor zover is nagegaan is hij niet in Sachsenhausen overleden of vanuit dit kamp bevrijd.

In februari 1945 hebben een vijftal transporten plaatsgevonden vanuit Sachsenhausen naar 'Lager II' in Bergen-Belsen. Over deze transporten is nog in Sachsenhausen, noch in Bergen-Belsen enige administratie bijgehouden. De naam van Jacobus Jonker komt niet voor op de lijsten van transporten vanuit Sachsenhausen naar andere concentratiekampen.

De situatie binnen 'Lager II' in Bergen-Belsen in het voorjaar van 1945 was uitzonderlijk slecht en dagelijks stierven honderden mensen, met name vlak voor en na de bevrijding op 15 april 1945. Vanaf 4 april tot 1 juni 1945 bestond er geen registratie van de overledenen in Bergen-Belsen. Jacobus Jonker behoorde niet tot de transporten, na eind februari 1945, vanuit Bergen-Belsen naar andere concentratiekampen. Jacobus Jonker behoorde ook niet tot de nog in leven zijnde Nederlanders die na de bevrijding van Bergen-Belsen zijn geregistreerd.

Naar aanleiding van bovenstaande kan worden aangenomen:

1: dat Jacobus Jonker in februari 1945 vanuit Sachsenhausen naar Bergen-Belsen is getransporteerd;

2: dat hij in Bergen-Belsen binnen 'Lager II' werd ondergebracht;

3: dat hij vanuit Bergen-Belsen niet wederom op transport is gesteld;

4: dat hij Bergen-Belsen niet levend heeft verlaten.

CONCLUSIE: Jacobus Jonker, geboren op 19 maart 1897 te Hensbroek, Holland is in de nacht van 24 op 25 juni 1944 door de SS in zijn huis te Ursem gearresteerd wegens het verbergen van Joden, en is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid overleden te Bergen-Belsen in de periode tussen 5 april en 31 mei 1945.

Het overlijden van Jacobus Jonker is op 8 maart 1951 in de Staatscourant gepubliceerd. Op dezelfde datum is door het Ministerie van Justitie aangifte gedaan van het overlijden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand te Ursem. De overlijdensakte is te Ursem opgemaakt op 20 augustus 1951 onder Reg. 1, Fo. 2, aktenummer 6.

Bij het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis bestaat een dossier met betrekking tot Jacobus Jonker onder het nummer 68545E.

De aanvraag tot erkenning van Jacobus Jonker als 'Chasied Oemot Ha-Olam' wordt ingediend door zijn kleinzoon Jacobus Petrus Wever, geboren 21 januari 1964 te Schermerhorn, Holland, woonachtig Rechov Blumenfeld 31, Jerusalem, Israël.

Jacobus Jonker is verraden door een lid van de ondergrondse uit het naburige dorp Spierdijk, genaamd Theo Koning. Dez persoon was (op 24 juni??) opgepakt door de Duitsers wegens het vervoer van een clandestiene radio. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij zijn vrijheid verkregen in ruil voor de namen van andere leden van de ondergrondse en ondergedokenen. Naast Jacobus Jonker en het echtpaar de Groot werden in de nacht van 24 op 25 juni 1944 twee leden van de ondergrondse en twee andere (niet-Joodse) onderduikers opgepakt. Theo Koning werd (op 25 juni??) weer vrijgelaten. Hij is tijdens de oorlog in Spierdijk blijven wonen. Na de oorlog is hij berecht en heeft drie jaar in de gevangenis doorgebracht. Na de periode in de gevangenis is hij verhuisd naar een andere plaats.

Het echtpaar de Groot werd door de jongere kinderen als een oom en tante gezien. De oudere kinderen waren zich meer van de werkelijke situatie bewust. Na de arrestatie is het echtpaar naar Westerbork overgebracht. Vanuit Westerbork hebben zij een brief geschreven aan de familie Jonker (poststempel 13 juli 1944). Zij is uiteindelijk in Ravensbrück terecht gekomen en heeft de oorlog overleefd. Hij is vergast in Dachau.

Na de oorlog is mevrouw de Groot naar kennissen in Scheveningen gegaan. Trien en haar moeder zijn haar een keer gaan opzoeken. Mevrouw de Groot was zeer emotioneel omdat inmiddels was komen vast te staan dat zowel haar man als haar zoon waren vergast en over het lot van Jacobus Jonker niets bekend was. Trien en haar moeder werden verder niet uitgenodigd door mevrouw de Goort. Zij heeft na de oorlog wel enkele keren een verjaardagskaart gestuurd naar een van de kinderen en Jan en zijn vrouw hebben naar nog een keer opgezocht.

Na de arrestatie van Jacobus Jonker werd aan de rest van het gezin geen verdere straffen opgelegd. Zij moesten het verder zonder kostwinner stellen en kregen ƒ 15,- per maand van de gemeente Ursem voor eten. De jongens uit het gezin, Jan en Toon, gingen 's nachts op pad om voedsel te stelen en soms werd er eten gebracht door mensen uit het dorp. De kinderen moesten regelmatig langs de straat om eten te vragen.

In de winter van '44-'45 zijn Jan en Toon door de Duitsers opgepakt toen ze bomen aan het hakken waren. Ze zijn meegenomen naar het gemeentehuis van Oosthuizen. Tijdens hun verdere transport naar Alkmaar zijn ze bevrijd door de ondergrondse ter hoogte van de 'drie koningen' bij Stompetoren, waarbij een of twee Duitsers weden gedood. Jan en Toon zijn vervolgens ondergedoken.

Het is niet geheel duidelijk of na de arrestatie van Jacobus Jonker het gezin Jonker nog iemand als onderduiker hebben genomen (een niet-Joodse vrouw voor enkele maanden??)

juni 1997

Sluiten
Bron: Coos Wever

Geplaatst door Max van der Gulik op 08 februari 2019

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu