Op woensdag 2 augustus 2023 was de grafsteenlegging van het stoffelijk overschot van onze oom en verzetsman Pieter Franciscus van der Kam op de Erebegraafplaats in Loenen. Hij kon uiteindelijk na 80 jaar via DNA geïdentificeerd worden.

Hij was geboren in Delft op 14-12-1906, werknemer van Delftsche Gist en Spiritus Fabriek (nu Calvé). Voorheen was hij sigarenwinkelier. Hij was woonachtig op het Rietveld 108 in Delft.

Hij werd gearresteerd op 6-5-1942 door de Delftse politieagenten Willemse en Van der Wee, op bevel van de Duitse SD'r Gross (Sicherheitsdienst) en Veefkind (Haagsche Politie Inlichtingendienst). Hij was verraden door de politiemol Van Soolingen, die in de communistische groep was geïnfiltreerd in de jaren rond 1935, op initiatief van de Haagsche Politie Inlichtingendienst. Hij probeerde nog te vluchten, maar werd door de Delftse agent Willemse in zijn been geschoten en kon worden gearresteerd.

Hij werd eerst gevangengehouden in het Oranjehotel, toen in Kamp Amersfoort, vervolgens gevangenis Utrecht en toen weer naar het Oranjehotel in Scheveningen. Maanden later is hij gedood (waarschijnlijk mede als reden de grote nederlaag van het Duitse leger bij Stalingrad) op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen op 24-2-1943 om 8.40 uur in de morgen. Hij mocht nog een afscheidsbrief schrijven en een sigaret roken, waarna hij werd afgevoerd naar de Waalsdorpervlakte. Reden voor de doodstraf was dat hij leiding had gegeven over de illegale CPN in Delft. Hij zorgde voor de verspreiding van verzetskranten (De Waarheid) en maakte deel uit van een sabotageploeg.

Er werd in de zestiger jaren een laan in Delft naar hem vernoemd.

Op woensdag 2 augustus 2023 was de grafsteenlegging van het stoffelijk overschot van onze oom en verzetsman Pieter Franciscus van der Kam op de Erebegraafplaats in Loenen. Hij kon uiteindelijk na 80 jaar via DNA geïdentificeerd worden.

Hij was geboren in Delft op 14-12-1906, werknemer van Delftsche Gist en Spiritus Fabriek (nu Calvé). Voorheen was hij sigarenwinkelier. Hij was woonachtig op het Rietveld 108 in Delft.

Hij werd gearresteerd op 6-5-1942 door de Delftse politieagenten Willemse en Van der Wee, op bevel van de Duitse SD'r Gross (Sicherheitsdienst) en Veefkind (Haagsche Politie Inlichtingendienst). Hij was verraden door de politiemol Van Soolingen, die in de communistische groep was geïnfiltreerd in de jaren rond 1935, op initiatief van de Haagsche Politie Inlichtingendienst. Hij probeerde nog te vluchten, maar werd door de Delftse agent Willemse in zijn been geschoten en kon worden gearresteerd.

Hij werd eerst gevangengehouden in het Oranjehotel, toen in Kamp Amersfoort, vervolgens gevangenis Utrecht en toen weer naar het Oranjehotel in Scheveningen. Maanden later is hij gedood (waarschijnlijk mede als reden de grote nederlaag van het Duitse leger bij Stalingrad) op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen op 24-2-1943 om 8.40 uur in de morgen. Hij mocht nog een afscheidsbrief schrijven en een sigaret roken, waarna hij werd afgevoerd naar de Waalsdorpervlakte. Reden voor de doodstraf was dat hij leiding had gegeven over de illegale CPN in Delft. Hij zorgde voor de verspreiding van verzetskranten (De Waarheid) en maakte deel uit van een sabotageploeg.

Er werd in de zestiger jaren een laan in Delft naar hem vernoemd.