Aart Kampman
1878-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 67 jaar geworden
Geboren op 26-06-1878 in Rotterdam
Overleden op 01-07-1945 in Ambarawa, kamp 7
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Aart Kampman (1878-1945), arts te Bandung
Aart Kampman komt uit een groot gezin. Hij wordt op 26 juni 1878 in Rotterdam geboren als zoon van Willem Kampman en Elizabeth Leenheer. Zijn ouders hebben minstens 12 kinderen gekregen, waarvan er een aantal jong gestorven zijn.
Hij krijgt een medische opleiding en treed in 1907 als arts toe tot de landmacht: “Bij Koninklijk besluit van 11 Juli 1907 n°. 87 is benoemd bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot officier van gezondheid der 2de klasse, de burgergeneeskundige (arts) A. Kampman.” (Bron: Nederlandsche Staatscourant, 13/7/1907).
In Amsterdam ontmoet hij zijn toekomstige vrouw, de verpleegkundige Marie Bertram (1888-1963). Het is ook hier, in de hoofdstad, dat Marie en Aart in het huwelijk treden, kort na hun beider verjaardagen, op 29 juni 1911. Zij – net 23 – in een mooie witte jurk en hij – net 33 – in vol militair ornaat.
Sulawesi
Kort na de huwelijksvoltrekking vertrekt het jonge paar naar Indië: Aart wordt – weer bij Koninklijk besluit – “gedetacheerd bij het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in Nederl.-Indië voor den tijd van drie jaren” (bron: Het Vaderland, 16/6/1911).
Standplaats wordt Zuid-Celebes, het huidige Sulawesi. Hier – in de plaats Madjene – wordt in april 1912 hun eerste dochter geboren, Betsy (1912-1996).
Hun tweede kind, dochter Marian (1915-2005), wordt – nadat het echtpaar naar Nederland is teruggekeerd – in augustus 1915 in Maastricht geboren.
Java
Maar Indië blijft trekken: het gezin wordt nu uitgezonden naar Garoet (Garut) op het eiland Java. Hier wordt hun derde kind, zoon Aart (1919-1987), geboren. Overigens wordt vader Aart Kampman eind 1918 – op zijn verzoek – eervol ontslagen uit militaire dienst en wordt hij benoemd tot reserveofficier. (Bron: De Nieuwe Courant, 3/1/1919).
Nu vestigt Aart zich als huisarts, eerst in Garut (“Voorlopig adres: Hotel Papandajan”), later in Bandoeng (Bandung), aan de Logeweg 17. Zijn vrouw Marie heeft hier een verpleegkundige praktijk aan huis. De familie heeft, om het inkomen aan te vullen, ook schoolkinderen in huis.
In Bandung gaan de kinderen naar school. Dochter Betsy trouwt jong. In 1932 treedt zij in het huwelijk met een van haar leraren van het Christelijk Lyceum. Haar eerste vier kinderen worden nog voor de oorlog, tussen 1933 en 1939, in Bandung geboren.
Dochter Marian gaat studeren aan de Geneeskundige Hogeschool in Batavia (Jakarta). Na het behalen van haar kandidaatsexamen in mei 1937, vertrekt zij naar Nederland om haar studie medicijnen in Leiden voort te zetten. Zij zal haar vader nooit meer zien, want zij kan – als gevolg van het uitbreken van de oorlog in Europa – pas eind 1945 naar Indonesië terugkeren.
Ambarawa
Ook in Indië breekt de oorlog uit. Tijdens de Japanse bezetting wordt de hele familie geïnterneerd in verschillende kampen op Java.
Aart Kampman zit vanaf december 1944 vast in Ambarawa, eerst in het internaat St. Louis, en vanaf 1 mei 1945 in Kamp 7. Hier ligt hij in het hospitaal, waar hij op 1 juli 1945 overlijdt. Het dagboek dat hij tijdens deze periode bijhoudt ligt bij het NIOD (Archiefnummer: 401, Inventarisnummer: 462).
Zijn vrouw en zijn kinderen en kleinkinderen hebben de Japanse interneringskampen overleefd.
SluitenGeplaatst door Egge-Jan Pollé op 03 januari 2021