Christiaan Helenus Harmen Aalders
1913-1945
Portret toevoegen?
Klik hierOorlogsslachtoffer
Is 31 jaar geworden
Geboren op 18-09-1913 in Soengei Silau, NOI
Overleden op 14-08-1945 in Fukuoka, kamp 14, Japan
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De krijgsgevangenschap van C.H.H. Aalders in Fukuoka kamp 14
De Indische Courant d.d. 1 juli 1941 meldde:“Tijdelijk voor den duur van een jaar ter beschikking gesteld van den Legercommandant, teneinde door dezen bij het leger tewerkgesteld te worden, mr. C.H.H. Aalders, thans red. bij het dep. van...
Lees meer
De Indische Courant d.d. 1 juli 1941 meldde:“Tijdelijk voor den duur van een jaar ter beschikking gesteld van den Legercommandant, teneinde door dezen bij het leger tewerkgesteld te worden, mr. C.H.H. Aalders, thans red. bij het dep. van justitie.”Op 7 december 1941 vond de Japanse aanslag op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor plaats. De volgende dag, 8 december, verklaarde o.a. Amerika en Nederland de oorlog aan Japan. Japan had al langere tijd een oogje op Nederlands-Indië vanwege de schatten aan rubber en olie en zag nu haar kans schoon om Nederlands-Indië te veroveren. Al op 17 december 1941 zetten de eerste Japanners voet op Indische bodem…Uiteraard werden ook de Nederlandse mannen in Indie opgetrommeld om de kolonie te verdedigen; hieronder vielen o.a. Kik Aalders en zijn broer Willy . Willy Aalders (1915-1998) had zich in 1936 gevestigd in Nederlands-Indië als handelscorrespondent. De Japanners waren niet te stuitten en de Japanse bezetting werd een feit. De Europese mannen en vrouwen werden op Java in de vreselijke ‘Jappenkampen’ ondergebracht, waar velen stierven door mishandeling en ontberingen. De communicatie met het door de Duitsers bezette Nederland was uiteraard zeer lastig. Ter illustratie een passage uit een brief van mijn overgrootvader J.G. Aalders aan zijn oudste zoon, mijn grootvader P.J.G. ‘Pier’ Aalders (1909-1961) d.d. 9 juli 1943:“Vanmorgen ontvingen we bericht van het Rode Kruis dat Willy in het Prisoner of War Java Camp zit en dat ik aan hem kon schrijven wat we natuurlijk onmiddellijk gedaan hebben. Jullie begrijpen wat een ontroerend moment dat voor ons was, sedert dec. 1941 hadden we niets van hem vernomen. Heerlijk dat hij nog in leven is en we hem nog hebben.”De informatie blijkt verouderd, want Willy en zijn broer Kik Aalders waren inmiddels al ergens anders… In 1942/1943 bouwden de Japanners bij Nagasaki een kamp: Fukuoka 14. Dit was ingericht voor 300 krijgsgevangen uit Nederlands-Indie. Ze waren in Batavia en Surabaja ingescheept in de Maebasi Maru en van 9 februari tot 2 april 1943 bijeen gebracht in het Changi-kamp te Singapore. Vandaar ging het transport via Saigon (5 april) en Taiwan (15 april) naar Modji, het punt waar de Japanse eilanden Kyushu en Hondo elkaar tot op een afstand van duizend meter naderen. Driehonderd mannen zagen in Modji even de kersenbloesem bloeien voor ze in een geblindeerde trein naar Nagasaki vertrokken. Uitgeput liep men de volgende morgen van het station naar het kamp. Onder hen bevonden zich de broers Kik en Willy Aalders. Door de slechte hygiene en heersende dysenterie overleden de eerste maand de eerste zeven Nederlandse krijgsgevangen in Nagasaki. Kik en Willy Aalders waren gelukkig sterk van gestel. De krijgsgevangenen moesten werken op de Mitsubishi-werf, die – typisch genoeg – in de negentiende eeuw door de Nederlandse marine was gesticht.Intussen waren enkele functies verdeeld: Kik Aalders werd, als luitenant, de commandant van de gevangenen. Als zijn bediende (toban) werd zijn broer Willy Aalders aangewezen. Hierdoor werden zij (evenals twee anderen, de heren Hoyer en Jolly) vrijgesteld van dienst op de werf. Zij bemiddelden tussen de gevangenen en de Japanners.“De krijgsgevangenen kregen niet een status zoals vereist door de Geneefse Conventie. Ze moesten beloven niet weg te lopen en eerbied voor de Japanse vlag en keizer tonen. Dan kon de gevangene bij het Japanse leger worden ingedeeld als arbeidskracht, een rang en status beneden die van soldaat. Wie die status niet aanvaardde, had zich maar dood moeten vechten. En vele Japanse commandanten wilden bij deze laatste keuze wel helpen. (…)Ook in Fukuoka 14 moest een verklaring getekend worden dat men niet zou deserteren of iets tegen de keizer zou ondernemen. Luitenant [Kik] Aalders en vaandrig Jolly protesteerden tegen die ondertekening, maar toen deze werd afgedwongen, nam Aalders de verantwoordelijkheid daarvoor op zich. Als jurist adviseerde hij toen om te tekenen, omdat een afgedwongen verklaring niet bindend is.” aldus Dr. J. Stellingwerf in ‘Fat man in Nagasaki’ (1980).Stellingwerf vervolgt in zijn boek: “Zijn [luitenant Kik Aalders’] invloed was beperkt. Hij was geen geboren leider die actief met allen meeleefde en voor hen in de bres sprong. Maar wel had hij, pas dertig jaar oud, een gezag dat op eruditie, aanwezig zijn, zorgzaamheid en verantwoordelijkheidsbesef berustte. De soldaat die vermoeid of verontwaardigd van de werf kwam verwachtte misschien meer van hem, maar de mogelijkheden die Aalders bezat, gebruikte hij wel degelijk om meer voeding en een betere behandeling voor zijn mensen te verlangen. Ook al gedroeg hij zich niet opmerkelijk stoer en flink, hij was volgens ieder wel een nobel en goed mens.”Op 8 mei 1945 capituleerde Duitsland. De Tweede Wereldoorlog was echter nog niet voorbij. Op 10 mei 1945 werd in Amerika vergaderd over een aanval op Japan met een nieuw ontwikkeld wapen: de atoombom. Daarnaast werden in juli en 1 augustus werden ‘normale’ bombardementen uitgevoerd op Japan. “In Nagasaki hadden de bombardementen van juli en 1 augustus het normale werk verstoord. Er was voor de gevangenen van Fukuoka 14 veel puin te ruimen. Luitenant Aalders had geklaagd over de schuilloopgraven. Ze lagen te dicht bij de fabrieken en boden onvoldoende veiligheid. Op 4 augustus werd toestemming gegeven nieuwe schuilplaatsen in de rotsen uit te hakken, een paar honderd meter van het kamp af aan de overzijde van de spoorweg. (…) Op zondag 5 augustus begon men in twee ploegen op twee plaatsen te hakken. De gangen werden ongeveer 1,50 meter hoog en 1,20 meter breed. Op 9 augustus was men in de ene gang verder gevorderd dan in de andere, van enkele tot meerdere meters. (…)”(Stellingwerf)Op 6 augustus 1945 viel de eerste atoombom, ‘Little Boy’, op Hiroshima, een stad van grote militaire en economische betekenis. Op 9 augustus 1945 waren de Amerikanen van plan de tweede atoombom, ‘Fat Man’, te gooien op de stad Okura. Door slecht zicht werd besloten te atoombom te gooien op een alternatieve plaats, Nagasaki. Het doelwit werd met 3 mijl gemist, waardoor de explosie plaatsvond gedeeltelijk in een dunbevolkt gebied…“Al een paar dagen stond de radio in het Japanse wachtlokaal van [kampcommandant] Tanaka hard aan. Op 7 augustus waren er bijzonder verontrustende berichten. Op 7 augustus vertelde een van de bewakers dat de Amerikanen een elektrobom hadden gegooid op Hiroshima. Een paar gevangenen wisten er zodoende iets van. (…) Na het bombardement van 1 augustus en na deze berichten, werden uit voorzorg zoveel mogelijk medicijnen, vaseline en verband van het Rode Kruismagazijn overgebracht naar de schuilloopgraaf bij de ziekenzalen. (…) In het kamp werden veel grappen verteld en uitgehaald. Het leven was in zekere zin ook zorgeloos omdat men geen verantwoordelijkheid droeg. Vriendschappen werden tussen enkelingen gesloten, maar verder hielp men elkaar als lotgenoten.” (Stellingwerf)Op 9 augustus 1945 viel de atoombom bij Nagasaki. In de volgende aangrijpende brief informeert Willy zijn ouders vanuit Manilla d.d. 27 september 1945:“Wat mis ik Kik erg! 9 augustus ‘s morgens om 11 uur zagen wij een lichtflits en onmiddelijk daarop hoorden we een ontzettende explosie. ‘t Heele kamp was op de been, deels in de fabriek, deels in het kamp zelf. De slag kwam geheel onverwacht, want de ongelukkige Jap had geen alarm gemaakt; ook niet in de stad. Ik was in een van de kamers van onze barak bezig met vegen op de eerste verdieping en zakte met mijn verdieping en het dak op de begane grond. Ik had geen pijn, maar bloedde flink uit snijwonden aan beide polsen en op een arm. Later bleek, dat ik een paar veel diepere wonden in mijn rug had, die ook erger bloedden. Ik liep zoo gauw mogelijk naar buiten over ingestortte muren, hoopen van hout en dakpannen. De lucht was nog 5 a 10 minuten grijs van stof en opgeblazen zand. Buitengekomen zag ik alles wit worden en moest gaan zitten. Andere kampbewoners hebben voor mijn vervoer gezorgd door ondersteuning. Voor het naar buitengaan was ik langs onze slaapkamer gegaan omdat Kik 10 min. voor de explosie had gezegd wat te zullen gaan slapen. Maar daar vond ik hem niet. Ik heb toen anderen gevraagd hem te gaan zoeken. Tenslotte vonden zij hem in een kamer in dezelfde barak, waar ik was tijdens de explosie. Vandaar hem ze hem naar de dichtsbijzijnde heuvels gebracht om uit de directe gevarenzone te zijn; want kort na de ontploffing waren op verschillende plaatsen in de stad branden uitgebroken die snel om zich heen groeiden. Vandaar ging een transport van alle zieken, gewonden en ook de gezonden naar boven, waar we den nacht zouden doorbrengen. Den volgenden morgen, voordat we allemaal naar beneden gingen om naar een nieuw kamp gebracht te worden, zag ik Kik eigenlijk pas voor het eerst. Zijn voorhoofd was erg opgezwollen en de beide boven oogleden door bloeduitstortingen zoo gezwollen, dat zijn oogen slechts met kleine moeite konden openen. Een ellendig gezicht! (…) De dokter besloot hem ‘s avonds een injectie te geven in de hoop dat hij daardoor een rustige nacht zou hebben. (…) Wat verpleging betreft, de 2 Holl. doktoren en de Holl. verplegers deden alles om de patienten zoo goed mogelijk te helpen. Toen ik hoorde dat Kik gewond was, vroeg ik natuurlijk dadelijk hoe het met hem was omdat ik me uiteraard ongerust maakte. Maar de dokter stelde mij gerust dat er geen gevaar bij was. Men dacht dat het een ernstige hersenschudding was, maar tenslotte is gebleken, dat de hersenbasis ook gebroken was. Den volgenden morgen heb ik bij hem gezeten zoo goed en zoo kwaad als het ging en hij is toen erg rustig geweest, wat mij hoopvol maakte. Maar de omstandigheden voor de patienten waren slecht. Ze lagen op de grond in het stof; ook waar wij bivakeerden was alles verwoest en verbrand met het gevolg dat ze herhaaldelijk verplaatst moesten worden om niet in de volle zon te liggen. Daarbij kwam de angst voor nieuwe aanvallen. Na veel orders en tegenorders gingen we op stap naar een nieuw kamp buiten de gevaarszone. Dit transport heeft Kik een stuk slechter gemaakt, zoodat bij aankomst in het kamp de hoop moest worden opgegeven. Den volgenden dag ‘s middags 14/8 is Kik overleden. Hij is in die 5 dagen geen moment bij bewustzijn geweest, zoodat we elkaar niets hebben kunnen zeggen. Ik voelde me ellendig van verdriet en machteloosheid. Wat vreeselijk zielig, dat hij na al die beroerde jaren de belooning niet heeft mogen smaken van vrijheid, terugkeer naar gezin en werk. Ettelijke plannen hadden we al gemaakt en wat verlangde hij naar Coby en [zijn zoontje, geb. 1942]. Ik heb aan Ds. Keers – voor zoover mij bekend de beste huisvriend van de Van Voorens – per vliegtuig geschreven om Coby voorzichtig op de hoogte te stellen en hoop erg, dat de brief terecht komt.”Kik Aalders werd 31 jaar oud. Zijn weduwe, Coby Aalders-van Vooren, hertrouwde met haar zwager, de kolonel der genie G.B. ‘Gijs’ Aalders (1917-1997). Uit dit huwelijk werden nog drie kinderen geboren. Willy Aalders overleefde gelukkig de atoombom op Nagasaki en werd met de andere krijgsgevangenen in Nagasaki overgebracht naar Manilla. Vorig jaar dook de bijzondere kleurenfilm op van de bevrijding van de krijgsgevangen van Nagasaki. Helaas heb ik Willy Aalders tussen hen niet ontdekt.Afbeelding bovenaan artikel: Charles Burki, “Dit was Nagasaki. De stad werd in een klap met de grond gelijk gemaakt. Wij bergen onze zwaargewonde commandant, luitenant [Kik] Aalders”(vervaardigingsjaar: 1945) (bron: geheugenvannederland.nl, 2016)Ik dank Dr. J. Stellingwerf voor diens uitvoerige onderzoek naar de krijgsgevangenkampen te Nagasaki. Zijn uiterst boeiende boek ‘Fat Man in Nagasaki’ heb ik met veel interesse gelezen. Mocht men aanvullingen en/of correcties hebben, houd ik mij uiteraard van harte aanbevolen.Ter nagedachtenis aan Kik Aalders, Willy Aalders en de vele andere tienduizenden slachtoffers van de atoombom op Nagasaki 9 augustus 1945; de bom die een einde maakte aan de Tweede Wereldoorlog...Opdat een atoominslag nooit meer gebeuren zal.
Sluiten
Bron: https://nl-nl.facebook.com/Fukuoka14B/posts/143919692998696
Geplaatst door Arthur Frijling op 14 juni 2018
Ron(Ronald)Scholte, zoon van Eugene August Philipus Scholte was tewerk gesteld in kamp Fukuoka 14B te Nagasaki, Japan.
Luitenant C.H.H.Aalders was kampleider, Ron overleefde de atoombom op Nagasaki op 9 aug 1945 en werd in 2013 op 89jarige...
Lees meer
Ron(Ronald)Scholte, zoon van Eugene August Philipus Scholte was tewerk gesteld in kamp Fukuoka 14B te Nagasaki, Japan.
Luitenant C.H.H.Aalders was kampleider, Ron overleefde de atoombom op Nagasaki op 9 aug 1945 en werd in 2013 op 89jarige leeftijd onderscheiden met een MOK. Christiaan overleed op 14 aug 1945, 5 dagen na de atoombom "Fat Man". Geplt Mevr. N.Jeekel
Sluiten
Bron: http://www.hetverhaalbewaard.nl/persoon/137054/eugene-august-philippus-scholte/
Geplaatst door sijtje op 11 september 2014
Informatie kamp Fukuoka 14 of wel Fukuoka 14B (sinds 22-4-1943) Kampleiding: luitenant C.H.H.Aalders.
Dit kamp lag in Nagasaki tussen het Centraal Station en de Urakami-rivier, op ongeveer 750 meter van het station verwijderd.
Geplts: Mevr. N.Jeekel.
Bron: http://www.japansekrijgsgevangenkampen.nl/Fukuoka%2014B.htm
Geplaatst door sijtje op 27 augustus 2014
Kamp Fukuoka 14B, namenlijst krijgsgevangenen waaronder Christiaan Helenus Harmen Aalders.
Geplts: Mevr. N.Jeekel
Bron: http://www.japansekrijgsgevangenkampen.nl/Somlijst%20Japan%20AL.htm
Geplaatst door sijtje op 27 augustus 2014