Johanna Catharina Maria Kloet-Kösters
1895-1945
Beroep
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
LIEFDE GEVEN WAS HAAR LEVEN!!
Deze zin in hoofdletters en met twee uitroeptekens besluit een brief van J. de Wit uit Wijk aan Zee over zijn pleegmoeder Joanna Kloet-Kösters. Zijn natuurlijke moeder was kort na zijn geboorte overleden en vanaf dat moment werd hij opgenomen in...
Lees meer
Deze zin in hoofdletters en met twee uitroeptekens besluit een brief van J. de Wit uit Wijk aan Zee over zijn pleegmoeder Joanna Kloet-Kösters. Zijn natuurlijke moeder was kort na zijn geboorte overleden en vanaf dat moment werd hij opgenomen in het kleermakersgezin van de familie Kloet-Kösters. De Wit beschrijft haar als een schat van een vrouw, die steeds als een echte moeder voor hem heeft gezorgd. Deze eenvoudige, gelovige vrouw, bezat een opofferende liefde voor haar medemens. Dat kwam tot uiting tijdens de bezettingsjaren, kort nadat het gezin Kloet van Zaandam naar Amsterdam was verhuisd. Vader Johannes Nicolaas Kloet, die vakbondsvertegenwoordiger was, en zijn vrouw waren al spoedig begaan met het lot van de joden en in het bijzonder met dat van joodse kinderen. Meer en meer raakte het gezin Kloet betrokken bij het georganiseerde verzet. Dat kwam duidelijk aan het licht toen de in Nijmegen studerende De Wit zijn vakantie thuis doorbracht. Hij merkte dat er iets aan de hand was, want op de logeerkamer sliepen 'vreemde mensen'. Het bleken ondergedoken joden te zijn, die tijdelijk een schuilplaats hadden gevonden bij vader en moeder Kloet.
Volgens geruchten hebben hun benedenburen, die voor de SD werkten, verraden, dat zich bij de familie Kloet joden bevonden. Vanzelfsprekend werden ze gearresteerd. Bovendien werd de woning volledig leeggeroofd. Dat gebeurde op 15 juni 1944. Op de fatale dag was De Wit niet thuis, omdat hij zelf moest onderduiken. Na hun arrestatie werd Kloet met zijn vrouw overgebracht naar het concentratiekamp Vught. Vader Kloet werd in september 1944 naar het beruchte kamp Sachsenhausen getransporteerd, moeder ging naar het vrouwenkamp Ravensbrück. Later volgde haar overbrenging naar Dachau. Vlak voor haar overlijden in dat kamp heeft kapelaan J. Rothkrans uit Vaals haar nog bediend met het heilig oliesel. Rothkrans heeft zijn ervaringen later vastgelegd in het boek Dachau, hemel en hel. Een zekere zuster Hermsen, die de oorlog overleefde, heeft Joanna Kloet-Kösters verpleegd, samen met enkele onbekend gebleven personen. Ook haar kampvriendin, mevrouw Duijkers-Denijs uit Maastricht, overleefde de verschrikkingen. Via haar ontving De Wit een in het kamp door zijn moeder gemaakte boekenlegger, een hartje en kruisje van vliegtuigglas. Helaas is dit kruisje zoek geraakt. Ook vader Johannes Kloet beleefde de vrijheid niet. Hij overleed vlak voor de bevrijding in het concentratiekamp Bergen Belsen.
Aanvankelijk werd het lichaam van Joanna Kloet-Kösters in een groot massagraf te Dachau begraven. In 1957 openden leden van de Franse Mission de la Recherche des Victimes de Guerre dit graf, dat circa zesduizend slachtoffers bevatte. Bij de identificatie werd in 1960 een aantal Nederlanders gevonden, onder wie mevrouw Kloet-Kösters.
Haar stoffelijk overschot werd op 9 september 1960 herbegraven op het ereveld Loenen, vak E nr 705.
Sluiten
Bron: Boek Ereveld Loenen
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 21 september 2018
Voeg zelf een monument toe
Log in om een monument toe te voegenVoeg zelf een verhaal of document toe
Log in om een bijdrage toe te voegenNationaal archief
Bekijk persoonsdossierCategorieën
Leg bloemen op dit graf
Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen