Op 18 Maart te 02.00 uur werd de hinderlaag-patrouille, bestaande uit 10 man, vijf aan weerszijden van de weg, en de voorpost Rita, bestaande uit vier man, door een vijandelijke voorhoede ven twee pelotons, aan weerszijden van de weg een peloton, aangevallen en, na een korte tijd overlopen. De vijand, met een totale sterkte van ongeveer twee compagnieën, liep vast in de mijnen-velden en prikkeldraadversperringen, terwijl hun verdere voort gang gestuit werd door artillerie- en mortiervuur en het met lichte wapenen vanaf Nudae afgegeven vuur. De vijand trok hierop terug. Te 03.30 uur probeerde de vijand nogmaals door te dringen in de vallei ten Zuiden van Nudae, doch werd reeds voor de vallei door geconcentreerde artillerie en mortieren uit elkaar geslagen en tot terugtrekken gedwongen. De vijand week terug naar het Westen tot aan de Sami-Ch'on, waarna hij naar het Noorden afboog. Onze eigen verliezen bedroegen : 3 doden, 6 gewonden, in het hospitaal opgenomen en 1 vermiste*. Deze vermiste was Johannes Marinus Knaap. Hij zou vermist blijven. Sluiten