Jan Kok werd geboren op 3 juni 1918 te Den Haag. Hij was enig kind en kwam uit een arbeidersgezin. Zijn vader werkte in de werkplaats van de
Plaatselijke Telefoondienst Den Haag (PTD). Spoedig na zijn geboorte werd verhuisd naar de Meidoornstraat....
Lees meer
Jan Kok werd geboren op 3 juni 1918 te Den Haag. Hij was enig kind en kwam uit een arbeidersgezin. Zijn vader werkte in de werkplaats van de
Plaatselijke Telefoondienst Den Haag (PTD). Spoedig na zijn geboorte werd verhuisd naar de Meidoornstraat. Later woonde het gezin Kok in de Wolfhezestraat. Jan Kok ging naar de Lagere School en de MULO op de Mient in Den Haag. Al in zijn jeugdjaren was Kok, zoals zovelen, zeer gefascineerd in de luchtvaart. Hij las de boeken van Viruly en Evert van Dijk en samen met zijn neef, F.J.C. Briedé, bezocht hij in de vakanties Waalhaven en Ypenburg. Ook ging hij wel eens naar Schiphol. Al deze trips werden gemaakt met de fiets. Zijn interesse voor de luchtvaart werd nog versterkt, nadat hij in contact kwam met een oud-vlieger, de heer Bia. Avonden achtereen was hij bij deze man te vinden.Na afronding van zijn MULO-opleiding moest Kok opkomen voor zijn nummer. Hij heeft toen ''het vuur uit zijn sloffen gelopen’, zoals zijn neef F.J.C. Briedé het treffend omschreef, om bij het Wapen van de ML terecht te komen. Hij kreeg inderdaad een oproep voor de medische keuring. Hij werd goedgekeurd en startte zijn vliegopleiding op het Vliegpark Souburg waar hij vliegonderricht kreeg van Willem 'Bill' Bakker. In de weekenden verbleef hij bij zijn ouders in Den Haag. Zijn moeder was niet erg geporteerd van de vliegerij. Hij zou haar tijdens een discussie daarover een keer hebben gezegd: "Ik heb liever een kort leven in de lucht, dan een lang leven op kantoor".Tijdens de meidagen van 1940 wist Kok als korporaal-leerling-vlieger te ontkomen naar het Verenigd Koninkrijk. Op 1 september 1940 werd hij gedetacheerd bij de MLD. Zijn vervolgopleiding onderging hij op Morokrembangan en na terugkeer in het Verenigd Koninkrijk bij No. 12 SFTS te Grantham. Op 22 december 1941 werd hij gebrevetteerd als sergeant-vlieger. Vervolgens werd hij begin januari 1942 geplaatst bij het Nederlands 320 Squadron (RAF) op Leuchars, alwaar hij begon te vliegen op de Lockheed Hudson. Gedurende een periode van twee maanden werd Kok bij het 320 Squadron opgeleid tot waarnemer. Op 1 april 1942 ontving hij daarvoor zijn brevet. Zijn eerste missie vloog Kok op 3 april 1942 als tweede vlieger van Geert Bruens. Na een achttal vluchten als tweede vlieger-waarnemer, werd hij zelf vliegtuigcommandant. Geert Emmens werd zijn tweede vlieger.Op 26 november 1943 kwam een einde aan zijn jonge leven van Jan Kok. Vierentwintig Mitchells hadden orders om die ochtend een speciaal werk onder constructie te Martinvast nabij Cherbourg in Frankrijk aan te vallen (V1 opstellingen). Aan de aanval namen No.320 Squadron en het Engelse No.226 Squadron deel, elk met twaalf Mitchells, terwijl het escorte verzorgd zou worden door drie Squadrons Spitfires. De formatie werd echter teruggeroepen wegens het mankeren van het escorte op het rendez-vous punt.In de middag werd opnieuw voor de aanval gestart, die toen vastgesteld was op 14.55 uur, van een hoogte tussen 10.500 en 12.000 feet (3.200 en 3.657 m.) Elke Mitchell had 4x1.000lbs. (453,6 kg.) bommen aan bord. De begeleiding bestond uit 3 Squadrons Spitfires Mark V. Nabij het doel werd nauwkeurig gericht, zwaar afweervuur ontvangen en tijdens de bomaanloop te 14.53 uur kreeg de FR.146 een treffer waarna de rechtermotor in brand raakte. Waargenomen wordt dat het vliegtuig hoewel het in brand stond, de bommen nog op normale wijze afwierp. Het stortte neer te Riville, nadat de rechtervleugel was afgeknapt. Jan Kok en de telegrafist, sergeant J.H.H. de la Haye kwamen daarbij om het leven. De twee andere inzittenden, sergeant-vlieger R. Overwijn en korporaal-schutter D.J. Koning wisten het toestel per parachute te verlaten. Zij raakten krijgsgevangen, doch Overwijn wist te ontvluchten en bereikte 10 april 1944 wederom Engeland.Aanvankelijk werd Kok in Frankrijk begraven. Na de oorlog werd zijn lichaam overgebracht naar de Grebbeberg. In totaal vloog Kok 40 operaties. Vreemd genoeg werd hij daarvoor niet onderscheiden met het Vliegerkruis.
Sluiten